Prof. mr. dr. Jan Brouwer
Mr. dr. Berend Roorda
Dr. Gerard Jan Ritsema van Eck
Dhr. Wagensveld
Mr. Franc Pommer
Dhr. Vincent van der Vlies en dhr. Laurens Vellekoop
Jan Brouwer studeerde Rechten en Geschiedenis in Groningenen en Science Politocologie aan de Sorbonne in Parijs. Van 2005 tot 2017 was hij hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de RUG. Sinds 2017 is zijn leeropdracht Recht en Samenleving. Daarnaast is hij directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid.
Brouwer houdt zich in zijn onderzoek vooral bezig met problemen rond openbare orde waaronder de ondermijningsproblematiek. Recentelijk deed hij samen met Joep Koornstra en Berend Roorda een rechtsvergelijkend onderzoek voor Politie en Wetenschap naar de aanpak van Outlaw Motorcycle Gangs. Hij heeft zich uitgebreid gemengd in de discussies over de Voetbalwet. Hij publiceert al sinds 1996 over (drugs)overlast en de bestuurlijk-juridische aanpak daarvan. Volgens Brouwer is gereguleerde wietteelt die door veel burgemeesters van grote steden wordt gewenst om overlast en criminaliteit te voorkomen, juridisch mogelijk.
In 2011 rondde Berend zijn master Staats- en Bestuursrecht cum laude af. In datzelfde jaar ontving hij de Groninger Universiteitsfonds Award als meest excellente student van de faculteit Rechtsgeleerdheid vanwege zowel zijn studieresultaten als zijn sportprestaties (Nederlands kampioen judo in de klasse tot 100kg).
Vervolgens begon Berend in 2012 met een rechtsvergelijkend onderzoek naar de betogingsvrijheid. Dit leidde tot onder meer een evaluatie van de Wet openbare manifestaties in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2015) en het proefschrift ‘Het recht om te demonstreren’ (2016).
Sinds de afronding van zijn proefschrift verdiept Berend zich verder in het spanningsveld dat zich voordoet in de huidige pluriforme samenleving tussen enerzijds klassieke vrijheidsrechten zoals de betogingsvrijheid en de verenigingsvrijheid en anderzijds de handhaving van de openbare orde. Zo heeft hij onlangs nog samen met collega’s Joep Koornstra, Michel Vols en Jan Brouwer in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap uitgebreid onderzoek gedaan naar de bestrijding van motorbendes.
Tijdens het Groninger Juristen Congres zet Berend de kaders van het recht om te demonstreren uiteen. Dit doet hij aan de hand van een gebeurtenis die de gemoederen in Nederland nog altijd flink blijft bezighouden: de blokkadeactie van zaterdag 18 november 2017 op de A7 tijdens de landelijke intocht van Sinterklaas in Dokkum.
Berend gaat bij zijn lezing in op vragen als: had de burgemeester de demonstratie van anti-Zwarte Piet-demonstranten in Dokkum van meet af aan kunnen verbieden, gelet ook op de veiligheid van de kinderen?; is de blokkadeactie op de snelweg van het pro-Zwarte Piet-kamp een demonstratie die grondwettelijke bescherming toekomt?; waarom is het Openbaar Ministerie tot vervolging van de blokkeerders overgegaan?
Gerard Jan Ritsema van Eck is promovendus bij de Security, Technology, and e-Privacy (STeP) onderzoeksgroep aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft een bachelor Internationale Betrekkingen en een Erasmus Mundus Master of Excellence Euroculture. Hij publiceert over de rol die opkomende surveillance technologieën spelen bij de vrije uitoefening van mensenrechten in openbare ruimtes. Hij gebruikt daarbij zowel juridische als sociologische bronnen en onderzoeksmethoden.
Ritsema van Eck zal een lezing houden over een aantal technologische ontwikkelingen die de verhoudingen tussen de politie en de burger veranderen. Politiekorpsen over de hele wereld, inclusief in Nederland, staan onder druk om met minder middelen snel veranderende bedreigingen het hoofd te bieden. Tegelijkertijd is er een enorme bereidheid onder burgers om bij te dragen aan de taken van de politie, maar mist de politie de middelen om goedbedoelde initiatieven in de juiste banen te leiden. Politiekorpsen grijpen daarom naar technologieën als smartphone apps om burgers gerichter in te kunnen zetten. Minder zichtbaar, maar minstens zo ingrijpend voor het dagelijks werk, investeert de politie in soft- en hardware als ‘predictive policing’ en het gebruik van ‘body cams’ in de hoop hun werk zowel beter als goedkoper te maken.
Elk van deze technologieën roept juridische vragen op, onder andere over bijvoorbeeld de verdeling van verantwoordelijkheden tussen burgers en politie, en de transparantie van het opsporingsproces als dit steeds meer leunt op complexe algoritmes. De lezing sluit af met een beschouwing op een overkoepelend thema: al deze technologieën verzamelen en verwerken grote hoeveelheden (persoonlijke) data. Daarmee dragen ze bij aan het steeds verder afbrokkelen van het recht op privacy in de publieke ruimte. Komt er een punt waarop de Nederlandse politie de mensenrechten schendt? En hoe kunnen we dat punt bepalen?
Een van de bijzondere sprekers is de heer Edwin Wagensveld, woordvoerder van de vereniging Pegida Nederland. Deze vereniging komt regelmatig in het nieuws door haar demonstraties die voor veel ophef zorgen. Wagensveld heeft veel ervaring in het organiseren van, en deelnemen aan, honderden demonstraties in binnen- en buitenland. Daarnaast houdt hij zich op dit moment bezig met de discussie rondom Zwarte Piet en is hij betrokken bij meerdere rechtszaken. Hij heeft inmiddels een pessimistisch beeld van Nederland gekregen over de manier waarop het demonstratierecht door sommige gemeentes wordt uitgelegd en vaak ten onrechte wordt beperkt. In zijn lezing zal hij zijn mening met jullie delen aan de hand van de volgende vragen: Is demonstreren in Nederland nog wel mogelijk? Gaan gemeentes bij het opleggen van beperkingen niet te ver? Wordt hierdoor de vrijheid van demonstreren bedreigd?
Het demonstratierecht, dat nauw samenhangt met de vrijheid van meningsuiting, is een grond- en mensenrecht. Het demonstratierecht moet gewaarborgd en uitgevoerd worden op de manier zoals de wetgever het destijds bedoeld heeft anders wordt het steeds meer een afschurend grondrecht. Niet alle sprekers zitten wat betreft dit onderwerp op dezelfde lijn. Het belooft dus een interessant plenair gedeelte worden waarin sprekers elkaar zowel ondersteunen als tegenspreken.
Franc Pommer is advocaat sinds 2008 en is werkzaam bij Hekkelman Advocaten N.V. in Nijmegen. Daarnaast is hij vaste gastdocent bij de juridische hogeschool Avans-Fontys, docent bij het Studiecentrum Bedrijf en Overheid en docent bij de beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten. Franc is een van de weinige advocaten in Nederland die gespecialiseerd is in het openbare orderecht. Hij staat uitsluitend overheden bij, waaronder bij de sluiting van drugspanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Ook gebiedsontzeggingen, de Algemene Plaatselijke Verordening en de Wet Bibob behoren tot zijn specialisaties.
Vincent van der Vlies werkt als managing consultant bij Berenschot. Als all-round adviseur en projectleider op het gebied van veiligheid in brede zin werkt hij veel en graag aan politiek-strategische adviezen en innovatieve en grensverleggende onderzoeken op het gebied van veiligheid: van omgaan met gevaarlijke stoffen, tot incidentonderzoek en van psychische en fysieke werkdruk tot aan matchfixing. aan onderzoeken op het gebied van veiligheid.
Laurens Vellekoop is afgestudeerd jurist en werkt als senior adviseur bij Berenschot. Hier geeft hij advies over samenwerkingsarrangementen in het openbaar bestuur maar onderzoekt hij vooral ook incidenten en mogelijke schendingen op het gebied van integriteit. Dit gaat niet alleen om het in beeld brengen hoe een incident zich voor heeft kunnen doen maar ook nadenken over hoe dit in de toekomst te voorkomen.
Samen werken zij ook voor het Auditteam Voetbal en Veiligheid. Het Auditteam Voetbal en Veiligheid is een onafhankelijk adviesorgaan dat organisaties zoals gemeenten, politie, het OM, profclubs en de KNVB adviseert over de aanpak van voetbalvandalisme en voetbalgeweld en kan zelfstandig onderzoek doen naar incidenten en fenomenen in het voetbal die de openbare orde, veiligheid en integriteit van het voetbal kunnen raken. In deze presentatie gaan zij in op het belang van een onafhankelijk adviesorgaan dat onderzoek naar fenomenen en incidenten in het voetbal en geven zij voorbeelden van wat zij in de praktijk onderzocht hebben en tegenkomen.