Dagvoorzitter: Bart de Koning
dr. Tim Boekhout van Solinge
André Elissen
mr. Adèle van der Plas
mr. Peter Schouten
© Lonneke Stulen
Bart de Koning is econoom en onderzoeksjournalist. Hij schrijft voor Follow the money over fraude, witwassen en ondermijning. Voor de Volkskrant stelt hij de Politieke Integriteitsindex op, de jaarlijks verschijnende lijst met politici in opspraak. Bart verschijnt regelmatig op radio en tv (EenVandaag, Nieuwsweekend, BNR, Nooit meer slapen) om te praten over uiteenlopende onderwerpen als privacy, politie en fraude.
Bart studeerde in 1993 af als econoom aan de Universiteit van Amsterdam. Na een kort uitstapje in de consultancy werd hij journalist. Eerst bij Quote, later bij Fem/Business en HP/De Tijd. Sinds 2010 is hij zelfstandig journalist en spreker. Naast Follow the money, De Correspondent en de Volkskrant schrijft hij voor Maarten! en HP/De Tijd. Bart is bovendien docent schrijfvaardigheid aan de Politieacademie.
“Als journalist die veel over politie, misdaad en fraude schrijft loop ik voortdurend tegen the war on drugs aan. Sommige opiniemakers, zoals Pieter Tops en Jan Tromp, suggereren dat de Nederlandse politie eigenlijk niets doet tegen drugs, maar dat is niet waar. Naar schatting de helft van alle capaciteit van politie en justitie in Nederland gaat naar de bestrijding van drugs: denk niet alleen aan het oprollen van duizenden wietplantages en pillenschuren per jaar, maar ook aan liquidaties, wapenhandel, spy shops, motorbendes, witwassen en andere zaken die direct of indirect samenhangen met drugs. Dat kost miljarden euro’s belastinggeld per jaar. Officieel is iedereen bij politie, justitie en de overheid voorstander van een keiharde aanpak van de zogenaamde ‘ondermijnende criminaliteit’, maar off the record spreek ik veel politiemensen, ambtenaren, bestuurders en wetenschappers die twijfelen aan the war on drugs en die wel rijp zijn voor een andere aanpak.”
Onafhankelijk criminologisch consultant en research fellow sectie criminologie EUR.
Tim Boekhout van Solinge studeerde sociale geografie aan de UvA en Paris-Sorbonne (Paris IV). Voor zijn eindscriptie (1994) overJamaicaanse popmuziek deed hij veldonderzoek in door (drugs)bendes sloppenwijken in Kingston, Jamaica. Van 1995-2000 was hij onderzoeker bij het Centrum voor Drugsonderzoek van de UvA en schreef over illegale drugsmarkten en drugsbeleid in Frankrijk, Zweden en EU. Ook was hij correspondent/auteur van het Observatoire Géopolitique des Drogues (OGD) in Parijs (1996-1999). In 2000 deed hij voor stichting Mainline veldwerkin de toenmalige crack-scenes In Utrecht en Amsterdam Zuid-Oost.
In 2000 ging Tim met een beurs van het Open Society Institute naar de UU om bij Frank Bovenkerk te promoveren (in 2004) op internationaal drugsbeleid. Van 2001-2016 werkte hij als docent criminologie aan de UU. Ook is hij sinds 2008 verantwoordelijk voor de SSR-criminologiecurussen voor OM-medewerkers.
Sinds 2016 werkt hij voornamelijk als onafhankelijk consultant op het gebied van illegale drugs en forest/wildlife crime. Hij werkt o.a. voor de VN (UNODC) en NGO’s als IUCN NL. Sinds 2018 is hij research fellow bij de sectie criminologie van de EUR.
Sinds medio jaren 90 is hij vaak geconsulteerd door nationale en internationale media en politiek, o.a. de Tweede Kamer, Europees Parlement en de Canadese Senaat. Tim is al lang een uitgesproken voorstander van een ander drugsbeleid. In 1998 suggereerde hij een open brief te schrijven aan UNSG Kofi Annan over het internationaal drugsbeleid, wat leidde tot een door 600 prominenten ondertekend verzoek om een ander beleid in de New York Times.
Ook in Nederland sprak hij zich meermaals uit voor regulering, c.q. legalisering van illegale drugsmarkten, ook in een essay dat hij schreef op verzoek van de redactie van het NJB.
De laatste tien jaar houdt Tim zich minder met drugsvraagstukken, en meer bezig met ‘forest crime’ in de Braziliaanse Amazone. Zijn stichting Forest Forces richt zich op praktische toepassingen van de criminologie samen met traditionele (inheemse) gemeenschappen en Braziliaans OM op ‘forest crime hotspots’ zoals met solar en GPS- apparatuur. Zijn reizen en lange verblijven en het Caribisch gebied en Zuid-Amerika hebben zijn opvattingen over de ernstige nadelen van de mondiale drugs prohibitie alleen maar versterkt.
© Gemeente Den Haag
André Elissen was van 13 juni 2017 tot 2 juli 2019 lid van het Europees Parlement voor de PVV. Hij was van 17 juni 2010 tot 20 september 2012 Tweede Kamerlid. De heer Elissen werkte bij de politie, onder meer bij het Nationaal Netwerk Drugsexpertise. Daarna was hij werkzaam als consultant. In de Kamer hield hij zich vooral bezig met staatsrecht, financiën lagere overheden, koninklijk huis, terrorismebestrijding, rampenbestrijding en de AIVD.
Er kan gesteld worden dat André Elissen een behoorlijke expertise heeft op het gebied van drugsbeleid en handhaving gezien zijn werkervaring bij tal van verschillende instanties. Zo heeft hij gewerkt als recherche-adviseur/drugs-expert bij het KLPD. Ook is hij senior beleidsadviseur bij de Nationale Unit Synthetische Drugs geweest. Vervolgens is hij projectmanager en daarna Projectdirecteur geweest bij samenvoeging van horizontale EU projecten gericht op Synthetische Drugs en Precusoren vanuit Ministerie van Justitie en de Europese Commissie.
Daarna is André Elissen een politieke weg ingeslagen in zijn carrière. Hij heeft voor de PVV in de Tweede Kamer gezeten en hij lid geweest van het Europees Parlement. Daarnaast is hij vier jaar gemeenteraadslid geweest voor de Gemeente Den Haag.
Adèle van der Plas is als strafrechtadvocaat verbonden aan Bakker Schut & Van der Plas Advocaten te Amsterdam. Zij verdedigt sinds 1994 de Braziliaanse Santo Daime kerken in Nederland. Deze kerken gebruiken als sacrament ayahuasca tijdens hun erediensten. Ayahuasca is een drank die traditioneel door inheemse volkeren in Latijns Amerika wordt gebruikt voor medicinale en spirituele doeleinden. Het middel blijkt DMT te bevatten dat strafbaar is gesteld op lijst I van de Opiumwet. In 2001 wisten de kerken in Nederland een legale status te verkrijgen voor hun ceremoniële gebruik. Ook diverse daarop volgende rechterlijke uitspraken kenden de kerken de bescherming toe van het fundamentele recht op godsdienstvrijheid bij het gebruik en de invoer van het middel uit Brazilië. Dat recht diende gezien de religieuze en verantwoorde setting waarin de kerken het middel gebruikten, zwaarder te wegen dan het in de Opiumwet geformuleerde verbod, aldus de rechter. De in de laatste jaren ook buiten de kerken explosief toegenomen belangstelling voor ayahuasca als geestverruimend middel, heeft de kerken echter de das omgedaan. In februari 2018 oordeelde het gerechtshof in Amsterdam dat mede vanwege de ‘belangstelling voor ayahuasca buiten de religieuze setting’ ook het gebruik ervan door de kerken diende te worden verboden. Dit najaar heeft de Hoge Raad bevestigd dat de Santo Daime kerken geen beroep toekomt op het recht op godsdienstvrijheid gezien het in de Opiumwet vastgelegde verbod.
Een juiste beslissing of een onacceptabel verbod op het recht van spirituele en religieuze zelfbeschikking zoals vastgelegd in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens?
Schouten is geboren in Haarlem, kwam in 1986 naar Breda en woonde vervolgens in Brussel en Kuala Lumpur (vanaf 1992).
In 2009 vestigde hij zich weer in Breda om zijn studie af te ronden en zich voor te bereiden op een nieuwe carrière als strafrechtadvocaat. In 2010 kreeg zijn initiatief Pink Army landelijke bekendheid nadat de Amerikaanse generaal b.d. Sheehan Nederlandse militairen beledigde door te beweren dat homoseksuele militairen in Srebrenica verantwoordelijk waren voor de val van deze enclave. Schouten kondigde een juridische actie aan tegen de generaal, waarop deze tien dagen later publiekelijk zijn excuses aanbood voor zijn bespottelijke uitlatingen.
Peter Schouten studeerde rechtswetenschappen aan de Open Universiteit en de module mediarecht aan de Universiteit Leiden bij prof. mr. Wouter Hins. Hij studeerde april 2011 af op het verschijnsel trial by media, waarop bij Kluwer zijn boek ‘Trial by media. Wie beschermt de verdachte in een mediaproces?’ verscheen. Daarin breekt hij een lans voor een betere rechtsbescherming van verdachten tegen schadelijke berichtgeving en beeldvorming in de (nieuwe) media. In dit boek werden o.a. de gevolgen van de publiciteit in de zaak van de Bossche zwemschoolhouder Benno L. nader onderzocht.
Voordat Schouten zich als advocaat vestigde, werkte hij ruim 30 jaar in de media, eerst als journalist (Staatscourant en Management Totaal) en daarna als uitgever, manager en directeur/grootaandeelhouder van uitgeverijen, multimedia- en televisiebedrijven. Als zakenman deed hij veel internationale ervaring op en vestigde hij kantoren in 19 landen in Europa, Zuidoost Azië en Afrika en de VS. Bestuurders van rechtspersonen die met het justitie in aanraking komen, treffen in Schouten een advocaat die ook de taal en de merites van het bedrijfsleven goed kent.