Welkom bij deze eerste editie van de In Casu!
Deze editie trapt af met het onderwerp: opsporingsmethoden van de politie. Van undercover infiltreren tot het plaatsen van afluisterapparatuur of het betreden van een woning: met verschillende methoden zorgt de politie voor handhaving van de rechtsorde. Daarmee zijn zij niet weg te denken uit onze samenleving. Wat zijn precies hun opsporingsmethoden? Wanneer mogen deze ingezet worden? En: hoever mag de politie eigenlijk gaan? Al deze vragen komen aan bod in deze eerste editie van de In Casu.
Met redacteur Fiona Thelen beginnen we bij de basis: waartoe is de politie bevoegd binnen hun pakket aan opsporingsmethoden? We zoomen in op deze bevoegdheden en hun wettelijke grondslag. Ook besteden we aandacht aan het bewustzijn van de politie. Want, weten agenten eigenlijk wat wel en niet mag?
Het toepassen van opsporingsmethoden zijn vaak ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven. Waar ligt de grens? En wanneer schendt een opsporingsbevoegdheid iemands privacy? Is de Nederlandse wettelijke basis hier sterk genoeg voor? Redacteur Emma Kalender zoekt uit hoever de politie mag gaan.
Net als voorgaande jaren bevat deze editie de rubriek ‘Expert aan het Woord’, waarbij redacteur Sanne Breimer dit keer in gesprek gaat met mr. Peter Koops. Hij is een specialist op het gebied van milieurecht, fiscaal recht, Arbowetgeving, fraude en corruptie. In zijn werk als strafrechtadvocaat heeft hij regelmatig te maken met politie die de grenzen van opsporing opzoekt.
Redacteur Niek Bruins zoomt in op de omstreden opsporingsmethode: de ‘Mr. Big-methode’. Een zeer ingrijpende methode om tot meer bewijs te komen binnen een zaak. Hoe wenselijk is het dat deze methode anno 2022 nog bestaat?
Al jaren beweegt de criminaliteit zich van de fysieke wereld steeds meer naar de criminele wereld. Redacteur Ilona Kuipers legt u uit hoe de opsporingsmethoden en de bijbehorende wettelijke grondslag met deze snelle ontwikkelingen mee veranderen.
Redacteur Teun van Dam vertelt u meer over het politieke aspect van de opsporingsmiddelen. Hiervoor heeft hij zich verdiept in de IR-affaire, een vraagstuk dat rond 1994 opspeelde rondom de inzet van een burgerinfiltrant bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit.
In het daaropvolgende hoofdstuk kijken we verder naar de burgerinfiltrant als buitengewone opsporingsbevoegdheid. Redacteur Amarins Riemersma vergelijkt twee zaken waarin deze bevoegdheid is toegepast. Waarom werd de methode in de ene zaak niet toegestaan en in een andere zaak, twintig jaar later, wel?
Tot slot leest u in het stuk van redacteur Bas van Houttum over de zogenoemde PGP-telefoon en PGP-berichten. Versleutelde berichten die criminelen gebruiken om onder de radar van de politie te blijven. Toch lukt het politieagenten steeds vaker deze berichten te ontcijferen.
Kortom, een goedgevulde eerste editie waarbij allerlei verschillende aspecten van het onderwerp aan bod komen. Ik wens u veel leesplezier!
Puck van Heel
Hoofdredacteur In Casu
Mijn naam is Puck, ik ben 21 jaar oud en ben dit jaar de hoofdredacteur van het magazine ‘In Casu’! Ik kijk er naar uit om naast deze editie, samen met de redactie nog drie andere edities neer te zetten. Naast de vier magazines doet de In Casu redactie nog meer. U kunt namelijk ook bij elke editie een aansluitende podcast beluisteren. Daarnaast worden er dit jaar ook nog acht blogs uitgebracht met actuele, interessante onderwerpen.
Hou de website van de ‘In Casu’ in de gaten en mis niks!
In Casu redactie 2022-2023
V.l.n.r. Niek Bruins, Amarins Riemersma, Sanne Breimer, Fiona Thelen, Teun van Dam, Ilona Kuipers, Emma Kalender, Bas van Houttum, Puck van Heel