Deze editie van Expert aan het Woord is met Mr. Peter Koops (38 jaar), specialist op het gebied van milieustrafrecht, fiscaal strafrecht, Arbowetgeving, fraude en corruptie. Sinds 2012 is hij strafrechtadvocaat bij Trip Advocaten Notarissen. Vandaag vertelt hij over zijn kijk op de opsporingsbevoegdheden van de politie en het Openbaar Ministerie.
Wie bent u en hoe ziet uw loopbaan carrière eruit?
“Mijn naam is Peter Koops, ik ben 38 jaar. Ik heb twee studies aan de Rijksuniversiteit Groningen gevolgd: eerst bedrijfskunde, maar dat lag me niet zo goed. Door dom toeval ben ik bij de rechtbank in Eindhoven terecht gekomen, waar ik op het bewindsbureau aan de slag ging. Daar miste ik wat uitdaging. Tot de president van de rechtbank me vroeg of ik griffier wilde worden. Ik deed alsof ik het al jaren had gedaan. De partijen die ik die eerste keer van de gang haalde, hadden geen flauw idee dat ik vers van de pers was. Het werk vond ik schitterend en ik besefte dat Bedrijfskunde de verkeerde studie was geweest.”
“Vervolgens ben ik begonnen met de studie Rechtsgeleerdheid in Groningen. Onder andere de colleges van Anker en Anker vond ik fantastisch. Het stimuleerde mij om het strafrecht in te gaan. Per toeval kwam ik bij TRIP terecht. Strafrecht bestond hier nog niet echt. Anker en Anker zijn er ooit mee begonnen, maar zij en TRIP gingen uit elkaar en de advocaten van TRIP hadden er een hard hoofd in, daarom ben ik toen weer weggegaan bij TRIP. Daarna ben ik bij Rechtshulp Advocaten terecht gekomen en ben ik zaken gaan doen die ze bij de opleiding gekscherend ‘bloed, zweet en sperma-zaken’ noemen.
Bij TRIP kwamen ondertussen complexe strafzaken binnen, zoals een sulfiet-schandaal. Toen wilde TRIP mij terughalen. Ikzelf was intussen bekaf van mijn werk bij Rechtshulp Advocaten die mij ’s nachts dronken opbelden. Dus uiteindelijk ben ik weer teruggegaan naar TRIP. Hier doe ik milieustrafrecht, arbeidsongevallen en fraude- en corruptiezaken. In deze zaken kan ik veel puzzelen en maak ik verschil.”
“Zo heb ik de provincie bijgestaan in een PFAS-zaak. De provincie was nog nooit eerder vervolgd, dus dat vond ik een schitterende zaak om te doen. Het was even wat anders dan de cliënten die mij eerder opbelden: “Moi Koops, ik heb tien liter GHB in de schuur, wat moet ik nou?” Daar zat ik niet meer op te wachten.”
“De praktijkoverdracht van Rechtshulp Advocaten naar TRIP was in het begin lastig, omdat ik mijn cliënten niet meteen allemaal wilde laten vallen. Dus ik hielp veel cliënten min of meer onder de radar. Een keer heb ik twee boeven op vrijdagmiddag bij TRIP in Assen langs laten komen, maar wel op de vrijdagmiddag om half zes. Van onder tot boven waren ze bedekt met tatoeages en in blote bast kwamen ze aan in een enorme Mercedes. Ze waren onder meer verdacht van heling en diefstal. Ik kan prima met dat soort types omgaan. Maar op een gegeven moment ben ik ermee opgehouden, want het past niet meer bij mij en bij TRIP.”
Wat is uw rol als advocaat tijdens de opsporingsfase?
“Ik denk dat ik veel dingen in die fase anders doe dan andere strafrechtadvocaten. Dat komt ook door de aard van het economische strafrecht. Dit blijkt wel uit een zaak waarbij de bedrijfseigenaren verdacht werden van het omkopen van Chinese overheidsambtenaren om daar hun producten aan de man te brengen. Actieve ambtelijke omkoping dus.”
“Ik als advocaat kwam pas in beeld nadat de deur bij ze was ingetrapt en de FIOD overal beslag op had gelegd. Dan zorg ik ervoor dat ik zo snel mogelijk het proces-verbaal krijg waar de verdenkingen instaan. In dit geval stonden er allerlei verdenkingen in die niet klopten. Het zat vol fouten en onjuiste conclusies. Ik ben met de cliënt gaan zitten en samen hebben we de hele administratie doorgeploegd en al die fouten doorgestreept. Andere advocaten zouden misschien wachten tot het dossier compleet is. Maar zij staan dan al met 4-0 achter, omdat eventuele fouten van justitie dan steeds moeilijker te repareren zijn.”
Wanneer het OM zulke fouten maakt, geven zij dan toe?
“Dit voorbeeld duurde ongeveer vier jaar. In het begin zei de Officier van Justitie nog: “Meneer Koops, u kunt pleiten wat u wilt, maar uw cliënten hebben wel boter op hun hoofd als ze niet willen erkennen dat daar mensen zijn omgekocht.” Er was namelijk een WhatsApp-gesprek waarin letterlijk werd gezegd: ‘We pay bribes on every order’. Maar mijn cliënt kon aantonen dat hij dat had gezegd omdat ze ruzie hadden.”
“Vier jaar lang heb ik ongelofelijk veel heen en weer geschreven naar de Officier van Justitie. Uiteindelijk belde ze mij op om te vertellen dat ze de zaak seponeerde. Dat was een jaar ervoor nog ondenkbaar, maar ik heb het wel voor elkaar gekregen. De eigenaar van het bedrijf geniet nu van zijn pensioen en zijn bedrijf bestaat nog.”
Heeft u wel eens meegemaakt dat er inbreuk werd gemaakt op de privacy of de grondrechten van uw cliënten?
“De politie kreeg eens een anonieme melding van iemand die vuurwapengevaarlijk zou zijn, maar er werd geen vuurwapen aangetroffen. De melding was slecht geverifieerd. Toch kwamen er allemaal ME-busjes en de politie trok hem zo uit zijn woning. Zijn vrouw en kinderen stonden huilend toe te kijken en de hele buurt keek hem na. Dat heeft voor zo’n iemand nog jarenlang impact hierna. Toen hebben we een klacht ingediend bij de politie. Uiteindelijk krijg je dan een bos bloemen met een ‘sorry’. Dat vond ik schandalig.”
“Kortgeleden maakte ik mee dat de politie een inval had gedaan waarbij ze van alles sloopten. Dan denk ik: waar is al dat grof geweld voor nodig? Of een man die in Assen wat mank liep met een brommer aan zijn hand. Dat vond de politie verdacht, omdat ze dachten dat hij onder invloed was van hasj. Een rare redenering wat mij betreft: alsof je zoiets kan zien van een afstandje? Het ging mij dan ook om op het principe in deze zaak. Ik vind het niet kunnen dat de politie hem feitelijk zonder redelijke verdenking van straat kan plukken en kan controleren, terwijl deze man nagenoeg geen strafblad had. Dat vond ik zo fout, dan ben je gewoon vogelvrij.”
Het optreden van de politie overschrijdt in uw voorbeelden soms onnodig de grens. In hoeverre vindt u dat de politie in dat soort situaties misbruik maakt van zijn bevoegdheden?
“Met mijn antwoord hierop moet ik oppassen natuurlijk, maar het gebeurt wel. De grens vind ik wel overschreden in dit soort voorbeelden. Ik heb veel verkeerszaken gedaan en daar zie je het ook wel eens. Zogenaamde controlebevoegdheden worden ingezet terwijl ze al lang en breed een verdenking tegen iemand hebben. In het kader van de Wegenverkeerswet willen ze controleren of de achterlichten nog wel werken, maar dan vragen ze je ook de kofferbak te openen. Ze weten allang dat er wapens of drugs in liggen. Dat mag, want je bent ook met de controlebevoegdheden bezig, maar eigenlijk vind ik het een truc. Over het algemeen zit ik in het kamp van Inez Weski. Zij pleit voor het behoud van privacy. Dat je op elk moment overal afgeluisterd kunt worden vind ik gevaarlijk. Al die bevoegdheden hè, wie controleert onze controleur?”
Sanne Breimer