Strijders van eigen bodem: radicalisering van moslimjongeren in Nederland

Lees verder

2 november 2004 staat bekend als de dag waarop Theo van Gogh op brute wijze werd vermoord. Nederlandse burgers reageerden geschokt op deze terroristische aanslag. De daders achter de aanslag bleken onderdeel van een netwerk van gewelddadige jonge moslims die voor een groot deel afkomstig waren van de eigen bodem.1 Academici, politici en beleidsmakers begonnen zich allerlei dingen af te vragen: hoe ontstaat radicalisering? En waarom radicaliseren moslimjongeren?

Wat is radicalisering?

Radicalisering is een proces waarin individuen of groepen in toenemende mate opvattingen ontwikkelen die zich tegen de democratische rechtsorde richten.2 Deze individuen of groepen zijn dan steeds meer bereid om de grote gevolgen uit hun denkwijze te accepteren en die om te zetten in daden. Denk hierbij aan gedrag dat anderen diep in hun vrijheid raakt of kwetst, maar het kan ook een aanleiding zijn om zich tegen de samenleving te keren en om geweld te gebruiken.

Extremisme

Radicalisering kan resulteren in extremisme, maar dat is zeker niet altijd het geval. Als iemand bewust een strafbaar feit pleegt spreken we over het algemeen van extremisme.3 Denk bijvoorbeeld aan het gebruiken van geweld.

Causale factoren

Eén enkele verklaring waardoor radicalisering ontstaat bestaat niet. Verscheidende factoren dragen bij aan dit proces. Zowel politieke, culturele, individuele als sociale oorzaken kunnen een belangrijke rol spelen in het proces van radicalisering.

Politieke oorzaken

De politieke positie die individuen of groepen hebben in de maatschappij speelt een belangrijke rol in het proces van radicalisering. Zo blijkt uit onderzoek dat moslims doorgaans niet volledig zijn geïntegreerd in westerse samenlevingen.4 Uit het rapport van het European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia (hierna: EUCM) blijkt dat moslims in Europa beperkt georganiseerd zijn, over het algemeen draagvlak in de doelgroep missen en sterk ondervertegenwoordigd zijn in overheidsinstanties.5 Juist door deze beperkte integratie voelen moslims in het Westen zich buitengesloten en afgewezen. De behoefte om ergens bij te horen is echter een van de meest belangrijke indicatoren van sociaal gedrag.6 Deze afwijzing kan er daarom volgens psychologen Baumeister en Twenge toe leiden dat zij erg agressief worden en in sterke mate bereid zijn radicaal en gewelddadig gedrag te vertonen. Dit speelt niet alleen op nationaal niveau. Ook op internationaal niveau kunnen moslims het gevoel krijgen dat het westen een strijd tegen de islam aangaat.7

Culturele oorzaken

Het EUCM stelt vast dat moslims in Nederland en Europa vaak geconfronteerd worden met discriminatie en stigmatisering van hun religie.8 Dit zorgt voor aanzienlijke gevolgen wat betreft hun integratie en de relatie tussen minderheidsgroepen. Daarnaast worden interculturele en interetnische conflicten vergroot door verwestering en globalisering. Zo heeft globalisering er onder meer toe geleid dat moslims dagelijks met de uitspattingen, normen en waarden van westerse modernisering geconfronteerd worden, terwijl veel hiervan afgewezen wordt door de islam en de Koran.9 Barber stelt dat moslims zich hierdoor verzetten tegen deze globalisering en modernisering.

Individuele oorzaken

Volgens onderzoekers kunnen ingrijpende persoonlijke ervaringen een voedingsbodem leggen voor radicalisering. Er wordt daarom vaak gesteld dat radicalisme voortkomt uit een traumatische jeugd.10 Daarnaast wordt gesteld dat de motivatie op basis waarvan personen tot radicalisering overgaan per persoon kan verschillen. Zo sluiten sommigen zich aan bij radicale bewegingen uit politieke of ideologische overtuiging, terwijl anderen het eenvoudigweg doen voor avontuur of op zoek zijn naar een sociale identiteit.

Sociale oorzaken

Op sociaal niveau zijn er verschillende oorzaken te noemen die het proces van radicalisering versterken. Ten eerste wordt vaak gezegd dat veel moslimjongeren in Europa kampen met een zogenoemde identiteitscrisis.11 Zo stelt Veldhuis dat Marokkaanse jongeren in Nederland zich door zowel de Nederlandse samenleving als hun eigen gemeenschap niet volledig geaccepteerd voelen.12 Dit zorgt ervoor dat zij ergens anders hun identiteit zoeken en die vinden in de zogenoemde ummah, de gemeenschap voor gelovigen die hen verbindt met andere moslims. Een bedreiging van deze groep wordt gezien als een persoonlijke dreiging.13 Naarmate de aandacht steeds meer wordt gevestigd op hun groepsgrenzen, zal de onderlinge binding toenemen en kan het radicale gedachtegoed zich makkelijker verspreiden. Bovendien stelt Veldhuis dat jonge moslims in hun doen en laten sterk beïnvloed worden door de mensen in hun omgeving.14 Vooral radicale leiders kunnen jonge moslims die nog zoekende zijn naar hun identiteit, recht in hun armen drijven.

Radicalisering vanuit het perspectief van Yehya Kaddouri

Kaddouri heeft als ex-radicaal een autobiografie geschreven genaamd Lach met de duivel: autobiografie van een ‘rotte-appel’-Marokkaan. In zijn autobiografie schrijft hij onder andere dat hij in zijn jeugd veel te maken kreeg met discriminatie en sociale uitsluiting als Marokkaan zijnde en stelt hij dat hij zich daardoor meer verbonden ging voelen met moslims en vijandiger werd naar Nederland en Nederlanders. Zo schrijft hij: “Ik reageerde op het veranderende klimaat in Nederland door mijzelf ook vijandiger op te stellen tegen de Nederlanders om mij heen”. Verder stelt Kaddouri dat hij zich door filmpjes over lijdende mede moslims op internet ging identificeren met hen, want in zijn beleving waren zij, net als hij, de dupe van het imperialistische Westen. Tot slot wijst hij in zijn autobiografie een schuldige dader aan, namelijk de Nederlandse samenleving: “Uitsluiting is ellende. Meedoen, daar draait het om. Erbij horen, dat helpt jongens, binnen en buiten de muren. Het medicijn tegen terrorisme, het medicijn tegen criminaliteit. Hierop aansluitend stelt Kaddouri daarom dat de Nederlanders hun negatieve opinies moeten laten varen en (Marokkaanse) moslimjongeren, onder wie hij zelf, in hun armen moeten sluiten.

“Erbij horen is het medicijn tegen terrorisme, het medicijn tegen criminaliteit’

Emma Kalender

Voetnoten

1  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 447.

2 NJi,’Wat is radicalisering?’, te vinden op www.nji.nl onder Radicalisering (laatst geraadpleegd op 23 november 2022).

3 NJi,’Extremisme’, te vinden op www.nji.nl onder Radicalisering (laatst geraadpleegd op 23 november 2022).

4  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 453.

5 European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia (EUCM), Muslims in the European Union: Discrimination and Islamophobia, Oostenrijk: Printer Manz Crossmedia 2006.

6 .F. Baumeister & M.R. Leary, ‘The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation’, Psychological Bulletin, 1995, afl. 3, p. 497-529.

7  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 453-454.

8  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 455.

9  B.R. Barber, `jihad vs. McWorld: terrorisme en globalisering als bedreigingen voor de democratie’, Rotterdam: Lemniscaat 2002.

10 S. Akhtar, ‘The psychodynamic dimension of terrorism’, Psychiatric Annals, 1999, afl. 6, p. 350-355.

11  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 458.

12  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 458.

13 E.R. Smith, ‘Social indentity and sociale motions: toward new conceptualizations of prejudice’, Affect, Cognition, and Stereotyping: Interactive Processes in Group Perception, 1993, p. 183-196.

14  T. M. Veldhuis, ‘Causale factoren van radicalisering en hun onderlinge samenhang’, Vrede en Veiligheid, 2007, afl. 4, p. 459.

15 F. Geelhoed, ‘Van bevlogen radicaal tot vervlogen ideaal’, Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 2012, afl. 3, 78.

16  F. Geelhoed, ‘Van bevlogen radicaal tot vervlogen ideaal’, Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 2012, afl. 3, 81.

17 F. Geelhoed, ‘Van bevlogen radicaal tot vervlogen ideaal’, Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 2012, afl. 3, 82.

18  F. Geelhoed, ‘Van bevlogen radicaal tot vervlogen ideaal’, Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 2012, afl. 3, 85.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan