Expert aan het woord:
Raadsonderzoeker Elisa Scholte

Lees verder

De expert in deze editie van de In Casu is Mevr. Elisa Scholte werkzaam als raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming. Ze houdt zich vooral bezig met civiele zaken. Deze werkzaamheden bestaan onder andere uit advies- en verzoeken tot ondertoezichtstellingen, uithuisplaatsingen en het ontnemen van gezag. In dit interview vertelt ze meer over haar ervaringen als raadsonderzoeker.

Wat doet u als raadsonderzoeker precies? 

“Zoals het woord al zegt, doe je als raadsonderzoeker vooral onderzoek voor de raad. Dat kan gaan over conflictscheidingen, maar ook over zorgen die te maken hebben met Jeugdbescherming. Dit is vooral het civiele deel van het Jeugdrecht. Ik heb mij vooral beziggehouden met de gezag/omgangsonderzoeken en de beschermingsonderzoeken. Gezag en omgangsonderzoeken komen via de rechter binnen. Ouders hebben dan bijvoorbeeld onenigheid over de contactregeling. Wij gaan dan onderzoeken wat het beste is voor het kind. Daarnaast heb je beschermingsonderzoeken. Dat zijn situaties waarin er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind of een problematische opvoedingssituatie. In zo’n geval gaan we kijken wat er nodig is om die ontwikkeling weer in de goede richting te krijgen. In de meeste gevallen moet dit een gedwongen kader, hierbij verzoeken wij een maatregel bij de kinderrechter. Normaal gesproken kunnen wij rustig onderzoek doen welke maatregelen nodig zijn, maar er zijn ook crisissituaties. Hierbij zijn er zoveel urgente zorgen dat er soms een spoedmaatregel genomen moet worden. Vaak gaan we dan ook op gesprek bij de ouders thuis of zelfs op het politiebureau. De laatste jaren ben ik echter vooral op de rechtbank te vinden, waar ik advies- en verzoeken ter zitting toelicht. ”

Wat heeft u doen besluiten om raadsonderzoeker te worden?

“Ik heb Algemene Pedagogiek gestudeerd en deze studie afgemaakt in het buitenland. Toen ik terugkwam had een kennis van mij een ingewikkelde scheidingssituatie. Daarbij heb ik wat bemiddeld en dit vond ik heel waardevol. Toen werd mij aanbevolen om bij de Raad voor de Kinderbescherming te gaan solliciteren en dit was een heel fijn sollicitatiegesprek. Je hoeft dus niet per se een juridische achtergrond te hebben om bij de raad te werken, maar er werken wel juristen hier, maar die zijn feitelijk in de minderheid. Dit vind ik ook het leukste aan de Raad voor de Kinderbescherming, omdat we interdisciplinair werken.”

Zijn alle maatregelen voor kinderen traumatisch?

“Nee, dit is niet altijd het geval. Een uithuisplaatsing bijvoorbeeld kan traumatisch zijn voor kinderen, maar soms zijn kinderen juist  opgelucht, omdat ze uit een situatie gaan waar continu spanning, strijd en stress is of zelfs forse kindermishandeling of seksueel misbruik. Dit zullen ze niet altijd toegeven, omdat kinderen altijd heel loyaal zijn aan ouders. Ik heb een keer een crisissituatie gehad waar een moeder zei: ‘Over mijn lijk, dit gaat nooit gebeuren wie denk je wel niet dat je bent.’ Toen heb ik uitgelegd dat die uithuisplaatsing sowieso gaat gebeuren, maar dat dit op een traumatische manier kan voor het kind of op een niet traumatische manier.

Toen snapte ze mij wel en heeft ze aan haar kind verteld dat ze heel moe is en dat het beter was dat haar kind even ging logeren op een leuke plek. Hierdoor gaf zij emotionele toestemming aan het kind en was de uithuisplaatsing een stuk minder traumatisch. Ik heb ook wel eens situaties gehad waarbij je kinderen uit armen moet rukken, die situaties zijn dan wel weer heel traumatisch.

Hoe zwaar weegt de mening van het kind zelf? 

“Dit is heel lastig, want kinderen praten heel vaak de ouders naar de mond. Bewust of onbewust vertellen kinderen dingen met een bepaald doel. Ze willen bijvoorbeeld niet dat een ouder boos wordt. Hierdoor zeggen kinderen vaak dingen waarvan ze denken dat hun ouders dat willen horen. Kinderen weten ook vaak de consequenties niet en zijn daarom vaak bang voor die consequenties. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook bij kinderen die seksueel misbruikt worden door familieleden, omdat de consequenties daarvan heel groot zijn en daar zijn kinderen vaak bang voor.  Daar worden kinderen ook wel eens mee bedreigd: Als je ons geheimpje vertelt aan anderen, moet ik de gevangenis in, of dan word je uit huis geplaatst, dat wil je toch niet? We vinden het wel heel belangrijk om naar kinderen te luisteren, maar je moet dit wegen als één van de aspecten. Wat een kind zegt te willen, is niet per se goed voor een kind en daarmee dus niet altijd leidend.

 “Hierdoor sprongen er een aantal politieagenten op hem en rende een ander achter de vrouw aan om de peuter uit de armen te trekken.”

Hoe kijkt u naar de situatie van de uithuisgeplaatste kinderen van slachtoffers van de Toeslagenaffaire? 

“Dit is lastig, want het is niet onderzocht. Feitelijk is er een overlap geconstateerd tussen uithuisgeplaatste kinderen en slachtoffers van de Toeslagenaffaire. Wat ik heel erg vind is dat de kans heel groot is dat de last van het terugbetalen van die toeslagen voor enorm veel stress heeft gezorgd en een minder fijne thuissituatie. De kans is daarom zeer aanwezig dat dit de aanleiding is geweest dat wij als kinderbescherming moesten overgaan tot een verzoek bij de kinderrechter tot uithuisplaatsing en dat de uithuisplaatsing waarschijnlijk terecht was binnen de omstandigheden van dat moment, maar we weten niet bij hoeveel van die slachtoffers de problemen begonnen toen de blauwe brief op de mat viel of dat die problemen er hiervoor al waren. Dit wilde de RUG onderzoeken, maar wordt hierin min of meer tegengehouden door het CBS. Als dit onderzoek wel kan plaatsvinden kunnen we hier beter naar kijken.”

Wat is de heftigste situatie die u meegemaakt heeft? 

“Ik denk een uithuisplaatsing van vier kinderen. Er waren veiligheidsafspraken ter voorkoming van seksueel misbruik door een bekende van het gezin. Het gezin stond voor iets anders onder de tap bij de politie,  waarbij bleek dat ze zich willens en wetens niet gingen houden aan die veiligheidsafspraken. Hierbij speelde mogelijk mee dat zij door hun verstandelijke beperking de ernst van de zorgen en risico’s niet goed inzagen. Toen moesten wij in een crisissituatie handelen om de kinderen uit huis te plaatsen. We zijn toen met twee mensen van de raad die kant opgegaan, acht politiemensen en nog acht jeugdbeschermers. Degene die op dat moment op de kinderen pasten gaven te kennen dat dit echt niet ging gebeuren. Een vrouw rende met een kind van 2 het weiland in en de man ging ruzie maken met de politie. Hierdoor sprongen er een aantal politieagenten op hem en rende een ander achter de vrouw aan om de peuter uit de armen te trekken. Zoals je kan begrijpen was dit een hele bizarre situatie.

“‘Over mijn lijk, dit gaat nooit gebeuren wie denk je wel niet dat je bent.’”

Tenslotte, als u de baas zou zijn wat zou u dan veranderen aan het Nederlandse Jeugdrecht?

“De wachtlijsten bij nagenoeg alle instanties die betrokken zijn bij jeugdzorg. Die zijn nu vaak zes maanden en je wil het liefst de ouders en de kinderen zo snel mogelijk helpen. Nu woont een kind vaak al maanden bij een pleeggezin voordat we kunnen starten met een traject waarbij ouders intensief geholpen worden om wel goed voor hun kind of kinderen te zorgen. Ook had ik de decentralisatie van de jeugdzorg deels teruggedraaid. Nu leidt dit bijvoorbeeld vaak tot onnodig veel bureaucratie en rechtsongelijkheid per gemeente. Zorg is wel ingekocht en aangeboden in de ene gemeente, een andere gemeente heeft dat dan soms niet, waardoor je dat ook niet kan inzetten. Ook is er soms gedoe en regelwerk over praktische zaken. Hier gaat veel energie naartoe van de jeugdbescherming. Tenslotte vind ik dat er een maximum moet zijn voor de winstpercentages van de jeugdinstanties. Nu gaat vaak geld wat broodnodig is naar een bestuurder.”

Elisa Scholte

Niek Bruins

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan