Toeterende en ronkende tractoren door de straten van Den Haag; een fenomeen dat de afgelopen jaren met veel publiciteit is begeleid en voor heftige reacties heeft gezorgd. Dat alles omwille van de stikstofcrisis; een crisis die door de wereldwijde pandemie op de achtergrond is beland. Dat wil uiteraard niet zeggen dat de stikstofproblemen niet meer spelen. Recent is bekend geworden dat de formerende partijen zo goed als akkoord zijn over een plan om de stikstofcrisis aan te pakken.1
Is stiksof schadelijk?
Wat is het probleem met stikstof? De lucht die je inademt bestaat toch al voor zo’n 78% uit stikstof. Deze vorm van stikstof is niet schadelijk voor de mens of voor het milieu. Er zijn echter ook stikstofverbindingen die wel schadelijk zijn: ammoniak en stikstofoxiden. Ammoniak wordt voornamelijk uitgestoten door de landbouw, met name door het gebruik van mest. Stikstofoxiden komen vrij bij het verbranden van fossiele brandstoffen. Hierbij zijn het verkeer en de industrie zijn hierbij de grootste uitstoters.2
Het probleem van de uitstoot is dat het schadelijke effecten heeft voor het milieu en de gezondheid van de mens. Voor mensen is het schadelijk voor de luchtwegen. Zij kunnen veel hinder ondervinden van hoge stikstofconcentraties. Daarnaast is stikstof ook schadelijk voor het milieu. Bepaalde plantensoorten, zoals brandnetels en gras, groeien erg goed op hoge concentraties stikstof, waar andere plantensoorten dit niet doen. Dit heeft tot gevolg dat de ‘zwakke’ planten worden overwoekerd. Met als resultaat dat de biodiversiteit afneemt.3
Nederland: superuitstoter
Nederland heeft de hoogste stikstofuitstoot van Europa. Om dit in perspectief te plaatsen: we stoten ongeveer vier keer zoveel uit als de gemiddelde uitstoot in de Europese Unie.4 Van deze uitstoot bestaat 59% uit ammoniak en 41% uit stikstofoxiden. Een opvallend gegeven is dat de landbouw 86% van alle ammoniak uitstoot en hiermee in de totale stikstofuitstoot een aandeel heeft van 61%. Hierna volgt het verkeer met 15% van de totale uitstoot.5
Uitspraak met gevolgen
De aanleiding van de stikstofcrisis was een uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019.6 In deze uitspraak is de Raad van State van oordeel dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet in overeenstemming is met art. 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn.7 In art. 6 lid 3 Habitatrichtlijn is bepaald dat er een passende beoordeling is vereist voor ieder project dat gevolgen kan hebben voor een beschermd Natura 2000 gebied. In het PAS waren uitzonderingen gemaakt op deze bepaling welke het mogelijk maken om vergunningen te
verlenen aan projecten die vergelijkbaar waren met projecten waarvoor eerder al een beoordeling was gedaan. Verder maakte het PAS het mogelijk dat individuele toestemming niet nodig was voor projecten die een bepaalde grenswaarde van stikstofuitstoot niet overschreden. Deze regelingen zijn niet zonder meer in strijd met de Habitatrichtlijn.8 Deze regelingen moesten dan wel verzekeren dat er wetenschappelijk gezien geen enkele twijfel zou bestaan dat de betreffende projecten geen schade zouden veroorzaken aan de Natura 2000 gebieden.9 Dit was volgens de afdeling niet het geval, waardoor het PAS niet verenigbaar is met de Habitatrichtlijn.
De uitspraak heeft als gevolg dat vele projecten die via PAS een vergunning hebben gekregen werden stilgelegd. Het ‘makkelijk’ verstrekken van vergunningen aan bijvoorbeeld bouwprojecten was dan ook niet meer mogelijk.10
‘Slechts 10,9% van de schadelijke stikstof in Nederlandse bodem komt uit het buitenland ‘overgewaaid’, terwijl 33,9% van onze uitstoot de grens over gaat.’11
Sindsdien is voor het verstrekken van milieuvergunningen voor projecten met significante schade voor de natuur een ADC-toets ingesteld. Deze toets komt voort uit art. 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn en heeft de volgende vier vereisten:
Maatregelen niet genoeg
Waarom karren de boze boeren nou regelmatig door de Nederlandse steden? Dit heeft te maken de maatregelen die zijn voorgesteld, of al zijn genomen, om de uitstoot die voortvloeien uit noodzakelijke projecten te compenseren. Een aantal voorbeelden van genomen maatregelen zijn: verlaging van de maximumsnelheid op autosnelwegen, reductie van ammoniak door het gebruik van eiwitarm veevoer en subsidie voor het sluiten van varkenshouderijen.13 Dit zijn echter alleen de maatregelen die zijn getroffen om ‘noodzakelijke’ projecten te kunnen compenseren.
Er zal dus nog meer moeten gebeuren. De stikstofconcentraties is in de meeste
natuurgebieden nog ver boven de kritische depositiewaarde, oftewel de stikstofconcentratie die er maximaal mag zijn om biodiversiteit in stand te houden.14 De Commissie Remkes heeft in 2020 een rapport uitgebracht waarin advies wordt gegeven over de aanpak van de stikstofcrisis op de lange termijn. Adviezen die hierin zijn gedaan zijn onder andere het aanpassen van het mestbeleid, herinrichting van de landbouwgrond en wettelijk vastleggen dat de stikstofuitstoot in de landbouw met 50% gereduceerd moet zijn in 2030.15 Ook worden er maatregelen in de scheepvaart geadviseerd, zoals een heffing op de uitstoot van stikstofoxide.16 Voor de industrie moet het beleid vooral gericht zijn op innovatie en het monitoren hiervan.17
Conclusie
Van vele sectoren wordt veel aanpassingsvermogen gevergd, want we zijn er nog lang niet. De komende jaren zal de stikstofproblematiek blijven spelen. Alle sectoren moeten bijdragen om de uitstoot van stikstof te verminderen. Maar de landbouw, de sector die het meeste stikstof uitstoot, moet zich voorbereiden op ingrijpende maatregelen en een ware omslag in werkwijze. De vraag is of dit zonder slag of stoot zal gebeuren. Zal Den Haag de komende jaren ook nog worden omgeploegd door tractoren? We gaan het zien!
“Bij elke verkiezing wordt gezegd: We hebben nog wel even. Maar daarmee worden boeren zand in de ogen gestrooid. De politiek grijpt elke keer te laat en te weinig in.”
– Tjeerd de Groot, kamerlid D66
Marijn de Ruiter