Hulp bij zelfdoding strafbaar
Zelfdoding is in Nederland niet strafbaar, maar hulp bij zelfdoding wel (behalve door een arts op verzoek van de persoon), mits de zelfdoding ook daadwerkelijk wordt voltooid.1 Rondom dit onderwerp heerst controversie, zo blijkt ook uit de onlangs gewezen uitspraak van de Hoge Raad van 14 maart 2017. Deze zaak staat ook wel bekend als de zaak Heringa. In deze zaak heeft een man zijn 99-jarige moeder op haar uitdrukkelijke verzoek medicijnen verstrekt die zij vervolgens heeft ingenomen waarna zij is overleden. Heringa is vervolgd wegens strafbare hulp bij zelfdoding. In de strafzaak stelde Heringa dat er sprake was van overmacht omdat de huisarts geweigerd had medewerking te verlenen aan de euthanasie van zijn moeder. Hij voelde zich moreel verplicht haar te helpen bij het realiseren van de door haar uitdrukkelijk gewenste pijnloze, vredige en waardige dood. De rechtbank achtte Heringa strafbaar, maar het hof oordeelde dat het handelen van Heringa zorgvuldig en transparant was en daardoor niet strafbaar. Het OM stelde tegen deze uitspraak van het hof cassatie in en op 14 maart 2017 oordeelde de Hoge Raad dat het beroep op zo’n uitdrukkelijke noodtoestand door het hof te gemakkelijk is gehonoreerd. Het hof moet opnieuw beoordelen of het handelen van Heringa strafbaar is.2 De problematiek rondom ‘voltooid leven’ blijkt complex.
”In de strafzaak stelde Heringa dat er sprake was van overmacht omdat de huisarts geweigerd had medewerking te verlenen aan de euthanasie van zijn moeder”
Wat is een ‘voltooid leven’?
Het is niet eenvoudig om een heldere omschrijving van het begrip ‘voltooid leven’ te geven. Uit het onderzoeksrapport van de Commissie van wijzen inzake hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven voltooid achten (hierna: de Commissie) blijkt dat met ‘voltooid leven’ gedoeld wordt op een verzamelbegrip dat voor verschillende soort situaties wordt gebruikt.3 ‘Voltooid leven’ wordt door de Commissie beschouwd als de persoonlijke overtuiging van veelal mensen die op leeftijd zijn dat zij geen positieve kijk meer op hun leven hebben. Deze mensen hebben als gevolg van dit ontbrekende levensperspectief een volhardende en actieve doodswens ontwikkeld. Het ontbreken van deze positieve kijk op het leven wordt veelal veroorzaakt door een combinatie van verlieservaringen op meerdere fronten: lichamelijk, psychisch, cognitief, psychosociaal en/of existentieel.4 Volgens medisch hoofd Geriatrie van het UMC in Utrecht, Mariëlle Emmelot-Vonk, heeft het aan de ene kant te maken met zingeving en is het daardoor goed wanneer een ieder dit voor zichzelf kan bepalen. Anderzijds is het belangrijk om kritisch te kijken naar bijdragende factoren, zoals stemming, cognitie en eenzaamheid. Deze factoren zijn soms op een positieve manier te beïnvloeden, waardoor ouderen weer positiever in het leven kunnen staan.5
Huidige wetgeving legt accent op medische grond
De Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (hierna:Wtl) geeft de mogelijkheid om euthanasie te plegen of tot hulp bij zelfdoding door een arts. Hier kan alleen gebruik van worden gemaakt als er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Wat hier precies onder valt, is in de wet niet gespecificeerd.6 De Wtl is voornamelijk een codificatie van verschillende gewezen rechterlijke uitspraken. In de zaak Brongersma uit 2002 is bepaald dat enkel ‘levensmoeheid’ niet valt onder de Wtl. In deze uitspraak is bepaald dat aan het lijden van de persoon (of dit nu bestaat uit ouderdomskwalen, psychische kwalen of andere vormen van ervaren zinloosheid van leven), in overwegende mate een medische grondslag moet liggen. Volgens de Hoge Raad ligt daar ook het specifieke deskundigheidsgebied van een arts.7 Volgens het huidige geldende recht heeft ieder individu de vrijheid om zichzelf te doden en dit is dan ook niet strafbaar. Zodra er hulp wordt gegeven bij zelfdoding is dit strafbaar in het Nederlands recht, onder de voorwaarde dat er daadwerkelijk zelfdoding volgt.8 Met deze strafbaarstelling wilde de wetgever zowel het recht op leven als de waarde van het leven beschermen. Deze belangenafweging duidt op zowel het belang van de veiligheid van het individu en de samenleving, als op respect voor het leven als zodanig. Het is daarom strafbaar om te helpen met de doodswens van een ander, met uitzondering van een arts die niet-strafbare hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging op verzoek is voorbehouden, mits er sprake is van een medische grond.
”In hoeverre hulp bij zelfdoding in geval van voltooid leven gelegitimeerd kan zijn, hangt zeker ook samen met de invalshoek van waaruit het onderwerp wordt benaderd”
Recht op zelfbeschikking niet in Grondwet
Het gevoel van ‘voltooid zijn’, zoals dat door deze groep mensen ervaren kan worden, vloeit veelal voort uit het feit dat hun biologische leven voortduurt, terwijl zij geestelijk gezien het leven als ‘af’ beschouwen. Dit kan ervoor zorgen dat de betrokkenen vinden dat nu ook het biologische leven aan zijn einde moet komen. De wens om niet meer verder te leven is een persoonlijke, intieme wens. Vanuit de individualistische benadering van autonomie is er tweestrijd tussen enerzijds meer zelfbeschikking te krijgen en anderzijds de wens om daarbij hulp te krijgen. Waar de doodswens hulp behoeft van een ander, wordt daar ook de autonomie van de helpende bij betrokken. Kan de ander verplicht worden de gevraagde hulp te geven? Maakt het uit of het een gekwalificeerde professional als een arts betreft?9 Een recht op zelfbeschikking is nergens in de grondwet neergelegd.
Wanneer anderen betrokken worden bij de doodwens van de hulpvragende persoon, spelen ook de normen en waarden van die anderen met betrekking tot ‘voltooid leven’ een rol. Hoe verhoudt de autonomie van de hulpvragende persoon zich tot de autonomie van degenen van wie de hulp wordt gevraagd? Voornamelijk bij artsen zal het een afwegen zijn van een ‘niet schaden’ en een ‘weldoen’. In dit specifieke geval zal dit een moeilijke afweging zijn omdat er bij deze groep hulpvragende personen geen direct aan te wijzen fysieke of psychische klachten zijn die het leven ondraaglijk maken.
Is er een ethische of morele rechtvaardiging die hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven ‘voltooid’ achten mogelijk maakt? In een pluralistische samenleving als die van Nederland, is het onvermijdelijk dat dit vraagstuk talloze ethische vragen en dilemma’s oproept en kan leiden tot uiteenlopende en zelfs botsende meningen. In hoeverre hulp bij zelfdoding in geval van voltooid leven gelegitimeerd kan zijn, hangt zeker ook samen met de invalshoek van waaruit het onderwerp wordt benaderd.
Rol van de overheid staat ter discussie
In hoeverre kan de overheid de verantwoordelijkheid dragen voor de bescherming van het leven van burgers? Kan van de overheid gevraagd worden een stapje terug te nemen wanneer het gaat om het recht op zelfbeschikking van de hulpvragende persoon? Gaat de zorgplicht van de overheid zo ver dat dit uiteindelijk kan leiden tot een positieve verplichting om deze hulp bij zelfdoding van mensen met een voltooid leven te ondersteunen en dit op een veilige wijze te faciliteren? De Commissie zoals hiervoor beschreven, is het hier niet mee eens. ‘Op grond van artikel 8 EVRM heeft een ieder weliswaar recht op een privéleven en – sinds de uitspraak van het EHRM in de zaak Haas uit 2011 – ook een expliciet recht op een zelfgekozen dood, maar dit impliceert niet dat hieruit ook een positieve verplichting voor de overheid voortvloeit om in geval van een door betrokkene ervaren ‘voltooid leven’ het realiseren van die wens te faciliteren’.10
”De Commissie concludeert na alle voor- en nadelen van mogelijke veranderingen in de huidige regelingen te hebben afgewogen, dat het niet wenselijk is om het geldende juridische kader te verruimen en hulp bij zelfdoding toe te staan”
Wordt de Initiatiefwet Waardig Levenseinde een doorbraak?
Politieke partij D66 heeft op 18 december 2016 een wetsvoorstel ingediend dat levensbeëindiging bij mensen ouder dan 75 jaar die hun leven als voltooid zien mogelijk moet maken. Pia Dijkstra, die de initiatiefwet Waardig Levenseinde publiceerde, vindt dat de problematiek die ten grondslag ligt aan het ervaren van een voltooid leven niet uitsluitend tot de expertise van een arts behoort. ‘Een levenseindebegeleider kan beoordelen of hun wens duurzaam, weloverwogen en zonder druk van buitenaf tot stand is gekomen. Diegene moet onder Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) vallen.’ Dijkstra stelt dat artsen, psychotherapeuten of gezondsheidspsychologen een extra opleiding moeten volgen om gepaste hulp te kunnen bieden. Dijkstra: ‘Wij vinden dat mensen die hun leven voltooid achten en het zelf willen beëindigen, om hulp mogen vragen. Dat betekent dat zij contact kunnen opnemen met een levenseindebegeleider die kan beoordelen of hun wens weloverwogen, zonder druk van buitenaf en duurzaam tot stand gekomen is. Deze heeft ook als taak om na te gaan welke factoren ten grondslag liggen aan dat verzoek en of het nog mogelijk is de stervenswens weg te nemen. Uiteraard is iedere leeftijdsgrens willekeurig, maar wij gaan ervanuit dat ouderen door de ervaring van het lange leven dat achter hen ligt, in staat zijn om te bepalen of het leven voor hen nog levenswaardig is’, vervolgt Dijkstra.
Het onderscheid met de vigerende euthanasiewet, is dat daarbij wordt uitgegaan van een strikt medisch perspectief. De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat zelfbeschikking leidend wordt om zo ook ouderen zonder medische klachten de mogelijkheid te geven over hun eigen levenseinde te gaan.11
Het nieuwe kabinet is aan zet
Of en wanneer mensen hun leven als voltooid zien is subjectief. Toch kan het niet geheel los gezien worden van de maatschappelijk aanvaarde visie op wat als ‘voltooid’ wordt aangemerkt. Met name vanuit de christelijke hoek is er overwegende kritiek op dit wetsvoorstel. De Commissie concludeert na alle voor- en nadelen van mogelijke veranderingen in de huidige regelingen te hebben afgewogen, dat het niet wenselijk is om het geldende juridische kader te verruimen en hulp bij zelfdoding toe te staan. De Commissie is van mening dat het, gezien de kwestie van leven en dood, onwenselijk is om wat betreft hulp bij zelfdoding meer vrijheid te laten ontstaan dan op grond van de geldende juridische wetgeving mogelijk is. Wat er uiteindelijk gaat gebeuren met deze initiatiefwet, hangt grotendeels af van hoe het nieuwe kabinet eruit zal gaan zien. En dan nog zal de uitslag vele discussies vergen.
Isabelle Feenstra
PlasBossinade advocaten en notarissen. Topkantoor in de hoofdstad van Noord-Nederland. Vijftig juridische medewerkers. Door onze klantgerichte winnaarsmentaliteit weten wij relaties langdurig aan ons te binden. Wij verdiepen ons in klant en branche en zoeken altijd naar heldere, in de praktijk werkzame oplossingen. Zo leggen wij de relatie tussen recht en realiteit. Uitstekend afgestudeerde juristen met ambitie kunnen bij ons de overstap maken van theorie naar praktijk. Geïnteresseerd in een carrière in advocatuur of notariaat in Noord-Nederland? Kijk op www.plasbossinade.nl