Politiek proces?
Nederlands strafrechtjurist Ybo Buruma schreef in een artikel van het Nederlandse Juristenblad (NJB) over wat een politiek proces is. Hij maakt onderscheid tussen twee soorten politieke processen.2 De eerste categorie bestaat uit processen die gaan over een gedraging met een politiek oogmerk. Onder de tweede categorie vallen processen waarin een heersend regime de tegenstander wil criminaliseren.
Het is overigens niet zo dat de categorieën elkaar per definitie uitsluiten. Het moge duidelijk zijn dat processen die onder tweede categorie vallen niet acceptabel zijn in een (democratische) rechtsstaat. Een onafhankelijk justitieel apparaat met onafhankelijk rechters moet er voor waken dat de rechtsstaat wordt ondermijnd. Een politiek proces moet altijd eerlijk gevoerd worden. En de scheiding der machten moet te allen tijden gerespecteerd worden. Hoe moeilijk dat in de praktijk ook kan zijn.
Oud president van de Hoge Raad dhr. Corstens: : ”De essentie van rechter zijn is: je eigen opvattingen terzijde schuiven, niet vooringenomen zijn, onpartijdig oordelen.”
Publicitair gewin!
De heer Wilders heeft in een Youtube-filmpje op het kanaal van de PVV gereageerd op de uitspraak. In het filmpje spreekt hij met sterke taal over zijn veroordeling. Ook spreekt hij de rechters die hem hebben veroordeeld direct toe. Hij is van mening dat zij met deze uitspraak de vrijheid van meningsuiting van miljoenen Nederlanders hebben ingeperkt. Hij noemt het vrije woord het allerbelangrijkste bezit van de Nederlanders, dat mag ons nooit afgepakt worden. Ook de gevestigde politiek en meer in het bijzonder minister-president Rutte worden in de videoboodschap niet ontzien. Hij gebruikt het vonnis om ook hen toe te spreken en de boodschap van zijn eigen partij te profileren. De aanval op de elite wordt daarmee weer geopend. Het vertrouwen van de gewone burgers in hun volksvertegenwoordigers, rechters en journalisten wordt opnieuw in twijfel getrokken. Tweedeling in de samenleving wordt benadrukt. Los van de sterke politieke boodschap trekt hij ook de juridische grondslag van de uitspraak in twijfel. Volgens de heer Wilders zijn Marokkanen geen ras en de mensen die iets over Marokkanen zeggen dus geen racisten. De Rechtbank heeft hier anders over geoordeeld. Naar uitleg van artikel 1 van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (IVUR) valt de groep mensen die de heer Wilders heeft aangesproken wel zeker onder de term ras. Het is aan de rechter om te beoordelen hoe, gegeven deze kenmerken, het begrip ‘ras’ in een concreet geval moet worden geïnterpreteerd. De juridische betekenis van het begrip ‘ras’ is veel ruimer dan de betekenis van het begrip in het dagelijks spraakgebruik en de wetenschap. Het populistische taalgebruik is in overvloed aanwezig in de videoboodschap: de uitspraak biedt een podium voor het standpunt van de PVV. Maar wie ondermijnt nu eigenlijk de rechtsstaat? Zijn dat de PVV-hatende rechters die de uitspraak hebben gedaan? Of is dat de heer Wilders die met het politiseren van het proces de scheiding der machten op ongelooflijk krachtige wijze in twijfel trekt?
Wie ondermijnt nu eigenlijk de rechtsstaat?
Over het antwoord op de vraag wie de rechtsstaat ondermijnt, zijn de meningen sterk verdeeld. Als je het aan de oud-president van de Hoge Raad, Geert Corstens, vraagt is dat de heer Wilders zelf. Door de woorden nep-rechtbank te gebruiken is hij bezig met stemmingmakerij geeft de heer Corstens aan in een interview in het AD.3 Als reactie op de stelling dat uit onderzoek blijkt dat verreweg de meeste rechters D66 stemmen en dat dat niet zo onafhankelijk is reageert de heer Corstens als volgt: “De essentie van rechter zijn is: je eigen opvattingen terzijde schuiven, niet vooringenomen zijn, onpartijdig oordelen. Natúúrlijk hebben rechters een mening, ze zijn mensen. Maar de kern van dit werk is dat je die mening van je afschudt als je in functie bent. Door voor een miljoenenpubliek te veronderstellen dat deze rechters dat niet kunnen, dat de rechtspraak in dit land niet onpartijdig is, ondermijnt Wilders de rechtsstaat.” Als politicus heb je nu eenmaal een andere positie dan andere Nederlanders. Je bent een publiek figuur en je zult daar rekening mee moeten houden als je wat zegt. Het volledige interview van het AD met de heer Corstens kun je via deze link teruglezen. Volgens juridisch commentator en oud-hoofdredacteur van het NRC Handelsblad Folkert Jensma hadden de rechters Wilders over moeten laten aan de politiek. In zijn column over het proces Wilders van 2 december 2016 spreekt hij de hoop uit dat er wederom vrijspraak volgt.4 Hij acht de juridische kaders en maatstaven niet zaligmakend. Terugtreden was wijsheid geweest. Zolang we uitingsvrijheid hebben, eist juist de verdraagzaamheid volgens de heer Jensma, dat eventuele onverdraagzame uitspraken getolereerd worden. Hij verwijst in zijn column naar het Handyside-arrest.5 In deze uitspraak van het Hof is een overweging over de wenselijkheid van meningen opgenomen. Vrijheid van meningsuiting is niet alleen van toepassingen op geaccepteerde meningen, maar ook op meningen die beledigen, schokken en verontrusten. Was vrijspraak dan toch een betere optie geweest? Daarover blijven de meningen verschillen.
Djoe Kuils: ”Mensen die het hardst roepen dat de vrijheid van meningsuiting absoluut en onaantastbaar is, zijn niet in staat fatsoenlijk met die vrijheid om te gaan.”
Initiatiefwetsvoorstel Van Klaveren
Om het proces te plaatsen in een breder perspectief kijken we naar de parlementaire ontwikkelingen omtrent de vrijheid van meningsuiting. Op 15 december 2016 is in de Tweede Kamer gedebatteerd over het verruimen van de vrijheid van meningsuiting door het schrappen van de artikelen 137c en 137d uit het wetboek van Strafrecht. Deze artikelen beperken de vrijheid van meningsuiting respectievelijk door middel van een verbod op groepsbelediging en een verbod op het aanzetten tot haat en discriminatie. Tweede Kamerlid Joram van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) komt met dit voorstel omdat hij van mening is dat de vrijheid van meningsuiting ons belangrijkste grondrecht is: “Haatzaaien en groepsbelediging zijn juridisch erg vage termen. Wetten, zeker in het strafrecht, moeten juist duidelijk zijn (het lex certa- beginsel). Iedereen moet weten waar hij of zij aan toe is, dat is nu niet zo. Dat moet veranderen”.6 In de Tweede Kamer zijn de meningen verdeeld. D66, CDA, PvdA en de SP zijn uitgesproken tegen het verruimen van de vrijheid van meningsuiting. Zij benadrukken dat het verbod op groepsbelediging (art. 137c Sr) in de jaren dertig van de vorige eeuw is toegevoegd op een moment dat de samenleving ontwricht dreigde te worden. De VVD is van mening dat groepsbelediging moet kunnen. Alleen dan kan er een goede openbare discussie worden gevoerd, wat noodzakelijk is in een democratische rechtsstaat. Het verbod op aanzetten tot haat en discriminatie (art. 137d Sr) moet volgens de VVD wel worden gehandhaafd. De partij van de heer Wilders zelf, de PVV, is voor het schrappen van beide artikelen. Dat is geen wonder. De heer Wilders noemde de vrijheid van meningsuiting immers het grootste bezit dat Nederlanders hebben. Uitgerekend hij is door de rechtbank voor het overtreden van deze artikelen veroordeeld.
Schuldig, zonder boete
Het Openbaar Ministerie eiste een boete van 5.000 euro onvoorwaardelijk. De heer Wilders liet weten dat hij het een waanzinnige eis vond. Uiteindelijk is hij veroordeeld zonder het opleggen van een straf. De rechtbank achtte dat met de veroordeling voldoende recht is gedaan. Verdere straf is niet nodig. De heer Wilders gaat in hoger beroep.
Slachtoffer of niet?
Al met al kun je zeggen dat het proces Wilders zeker een politiek proces is. Een politiek proces van de eerste categorie die de heer Buruma onderscheidde. Wilders heeft immers een gedraging gedaan met een politiek oogmerk. Over de ernst hiervan zijn de meningen, nogmaals, verdeeld. Wat mij betreft is de vrijheid van mening niet onbegrensd. Het is een groot goed, maar niet onbeperkt. Het trieste in mijn ogen is dat de mensen die het hardst roepen dat vrijheid van meningsuiting een absoluut en onaantastbaar recht is, niet in staat zijn om fatsoenlijk met die vrijheid om te gaan. Zolang mensen de vrijheid gebruiken – en naar mijn mening misbruiken – om anderen te beledigen, is het nodig om hieraan een halt toe te roepen. En wie die taak op zich zal nemen, zal blijken uit het vervolg van het proces Wilders.
Djoe Kuils
Iedere maand op een andere bijzondere hotspot. Ben je benieuwd naar onze praktijkgroepen, wil je antwoord krijgen op al je vragen of werken aan je soft skills? Onder het genot van goede koffie maak je informeel kennis met ons kantoor, onze mensen en de no-nonsensecultuur. Mis het niet en meld je aan!