Dutroux wordt aangehouden en na enkele dagen verhoor bekent hij dat hij Laetitia heeft opgesloten in zijn huis. Ze wordt gevonden in een afgesloten kelderruimte in zijn huis. Agenten ontdekken in dezelfde kelder nog een ander meisje, Sabine Delhez, dat toen al bijna drie maanden vermist was. Na aanhouding bekent Dutroux de ontvoering op Sabine en Laetitia, vier moorden op andere jonge meisjes en de moord op zijn handlanger. Zijn vrouw Michelle Martin, die van de feiten wist en Michel Lelièvre, de chauffeur van het busje waarin de meisjes werden ontvoerd, worden eveneens aangehouden. De aanhoudingen en het daaropvolgende politieproces maken veel boze reacties los. De politie wordt verweten signalen die al eerder naar Dutroux wezen, te hebben genegeerd. In Brussel gaan meer dan 300.000 mensen de straat op om te protesteren tegen het falen van de Belgische justitie. Waarom gingen er zoveel mensen de straat op? Was de boosheid terecht?
”Agenten ontdekken in dezelfde kelder nog een ander meisje, Sabine Delhez, dat toen al bijna drie maanden vermist was.”
Media volgen justitie op de voet
Tijdens het politieonderzoek naar Dutroux en later ook tijdens het proces in de rechtbank van Neufchâteaux in België, worden alle ontwikkelingen rond het proces breed uitgemeten door de media.1 Het is normaal dat journalisten aanwezig zijn en schrijven over een proces dat zo’n schok in de samenleving voortbrengt, maar de inzet van de journalisten van destijds gaan wel een paar stappen verder. Er zijn die weken voortdurend journalisten met camera’s aanwezig bij grote gebeurtenissen rond de zaak. De vrijlating van de meisjes uit de kelder en de hereniging met hun ouders zijn live op televisie te zien. Er wordt zelfs een soort persconferentie met de meisjes en hun ouders gehouden in de tuin van de ouders van Sabine. De naam Dutroux wordt voluit op televisie en in kranten genoemd en het publiek krijgt hem zonder balkje voor zijn ogen te zien als hij de rechtbank van Neufchâteaux wordt binnengebracht. Er ontstaat die dagen ook een duidelijke tweedeling; Michel Bourlet is de held, hij is degene die de meisjes uit de kelder heeft ‘gered’. Er wordt in kranten en op televisie echter ook gezocht naar een zondebok. De politie moet erkennen dat zij in de jaren voor de vondst van Laetitia en Sabine al tips had gekregen over de betrokkenheid van Dutroux bij verdwijningen van jonge meisjes. Er had zich zelfs een buurvrouw gemeld die een van de meisjes voor het huis van Dutroux op de stoep had zien zitten. Het nieuws concentreert zich rond één centrale vraag: wie heeft het falen van de politie op zijn geweten?
Zondebok gevonden
Een zondebok is snel gevonden; de Belgische politiecommissaris René Michaux is de paria.2 Michaux is een jaar voor de bevrijding van Sabine en Laetitia in de kelder van Dutroux geweest naar aanleiding van tips, onder andere de tip van de buurvrouw. In de kelder zaten toen Julie en Melissa, twee meisjes die Dutroux eerder had ontvoerd en later heeft vermoord. Michaux vindt niets. Later blijkt dat hij op enkele meters van de afgesloten ruimte met de meisjes is geweest.[2] De politie vindt tijdens de huiszoeking onder leiding van Michaux wel videobanden in het huis van Dutroux. De banden blijven onbekeken op een plank in het politiebureau liggen, de reden: er is geen videorecorder aanwezig. Op de banden zijn beelden te zien van Dutroux die seks heeft met gedrogeerde meisjes en beelden van de aanleg van een ontluchtingskoker naar de ondergrondse kelder.
”Hij wordt in 1989 veroordeeld tot 13,5 jaar cel en na 3 jaar staat hij weer buiten.”
De wet Lejeune wordt herzien
Het wordt al snel duidelijk dat Dutroux geen onbekende is van de politie. Hij is eerder veroordeeld geweest voor de ontvoering en verkrachting van Slowaakse meisjes. Hij wordt in 1989 veroordeeld tot 13,5 jaar cel en na 3 jaar staat hij weer buiten. In die tijd geldt in België de Wet-Lejeune.3 Na een derde van de straf te hebben uitgezeten, kan de veroordeelde onder voorwaarden weer op vrije voeten worden gesteld. De toenmalige Minister van Justitie Wathelet besluit Dutroux na minder dan een kwart van de straf vrij te laten. Natuurlijk laait na de bekentenis van Dutroux de discussie op over de Wet-Lejeune. In 1997 wordt er een parlementaire onderzoekscommissie aangesteld naar aanleiding van de zaak Dutroux. Ook de Wet-Lejeune wordt hierbij tegen het licht gehouden. De commissie oordeelde dat de Wet te soepel was en dat er na vrijlating van de gevangene te weinig hulp en begeleiding klaarstond. Deze twee voorstellen van de commissie worden in 1998 tot wet gemaakt. De grens van eenderde van de tijd in gevangenschap wordt opgeschroefd naar tweederde en er komen zes onafhankelijke commissies die een vervroegde vrijlating toetsen, één voor elk arrondissement en voor Brussel twee, een Franstalige en een Nederlandstalige.
Partijdigheid?
Tijdens het proces worden onderzoeksrechter Connerotte, de man die het zoeken naar Laetitia heeft begeleid, en Michel Bourlet, de aanklager, uitgenodigd voor een benefietdiner voor de ontvoerde meisjes.4 Dit diner is georganiseerd door de Vereniging Marc et Corinne, opgericht voor ouders van vermiste of vermoorde kinderen. Connerotte eet een bord spaghetti en Bourlet krijgt een vulpen en een bosje bloemen voor zijn vrouw. Beiden praten niet met de slachtoffers.
De advocaten van Dutroux krijgen al snel lucht van dit etentje. Bourlet en Connerotte worden aangeklaagd bij het Hof van Cassatie omdat ze de schijn van partijdigheid tegen zich zouden hebben.
De vlam in de pan in Brussel
Op 14 oktober 1996 doet het Hof van Cassatie uitspraak.5 Connerotte wordt van de zaak gehaald. Bourlet mag zijn werk voortzetten, een aanklager hoeft niet onpartijdig te zijn. De toenmalige premier Dehaene had nog gevraagd aan het Hof om ‘inventief’ om te gaan met deze zaak, hopende dat de rechters deze ‘fout’ door de vingers zouden zien, maar in tegenstelling tot de vraag van Dehaene, werd het advies van procureur-generaal Eliane Liekendael opgevolgd. Ze zei (ingekort): ‘Ik ben geen woordvoerder van het sentiment, mijn taak is om rechtsregels toe te passen.’ Connerotte wordt vervangen door Jacques Langlois, voor wie de Zaak-Dutroux zijn allereerste proces zal zijn. Een van de publiekslievelingen werd van de zaak gehaald, dit waren juist de mannen die in het onderzoek de onderste steen boven probeerden te krijgen. Voor de Belgen lijkt de laatste hoop die nog in justitie gevestigd was, vervlogen. De roep om veranderingen wordt steeds luider. Slechts anderhalve week later komen op zondag 20 oktober – zoals hiervoor vemeld – 300.000 mensen op de been om te demonstreren tégen het bestaande justitieapparaat en vóór meer transparantie en drastische hervormingen. Het initiatief voor demonstratie komt van de moeder van Elisabeth Brichet, moeder van een vermist kind. De Witte Mars trekt grote aandacht van de internationale media. Voor de Belgische regering is het duidelijk dat er iets veranderen moet.
Blunders worden erkend
In 1997 vindt een parlementaire enquête plaats. De conclusie is weinig verrassend: er zijn tijdens het onderzoek kapitale blunders gemaakt. Na de arrestatie van Dutroux duurt het nog tot 2004 voordat hij in de rechtbank moet verschijnen. De eis: levenslang voor Dutroux, achttien jaar voor zijn vrouw, Michelle Martin en twintig jaar voor de chauffeur, Michel Lelièvre.
De stand van zaken in 2016: Dutroux zit ondanks verzoeken om vervroegde vrijlating vast; Michel Lelièvre zit ook nog vast en heeft nog geen euro schadevergoeding aan de slachtoffers betaald.6 Michelle Martin haalde een paar jaar geleden nog de voorpagina’s van de kranten, de Belgische Justitie had haar verzoek tot vervroegde vrijlating goedgekeurd. Ze heeft daarna twee jaar in een klooster doorgebracht en woont nu op een privéadres. Ze volgt een studie Rechten in deeltijd. 7
Voor wie meer wil weten over welke hervormingen er precies hebben plaatsgevonden na het proces-Dutroux, raad ik aan de analyse van Liesbeth Indeherberghe hier te raadplegen.
Edwin Siebert