Vooroordelen te over
Volgens Tom Derksen, emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie in Nijmegen en Tilburg worden er regelmatig fouten gemaakt. Waar ligt dat aan?
Allereerst bestaat er de natuurlijke neiging om te geloven dat nieuwe informatie past bij de reeds verzamelde opvattingen. Dit heet het confirmatie-vooroordeel.1 We denken al een goed beeld van de zaak te hebben en alle informatie die later binnenkomt, koppelen we hier automatisch aan. Het passende, bevestigende bewijsmateriaal wordt zo sneller aangenomen en voor ontkennend bewijsmateriaal hebben we minder oog. Zo nemen we eerder aan dat een bloedvlek op een shirt (bekennend bewijsmateriaal) klopt, terwijl er naar het feit dat iemand ergens níet aanwezig was (ontkennend bewijsmateriaal) niet grondig meer gekeken wordt. Bij dit vooroordeel word je verleid uit te gaan van het passende bewijsmateriaal.2
Wat leest de rechter eerst…
Daarnaast is er het primacy effect. Dit houdt in dat de informatie die als eerste binnenkomt ook als maatgevend wordt ervaren; het heeft het grootste effect.3 Dit heeft invloed op het onderzoek, maar ook op de rechter zelf. Als de rechter eerst wordt geconfronteerd met het dossier en dan pas met het requisitoir van de Officier van Justitie, zal aan het dossier meer waarde gehecht worden dan aan het requisitoir. Mocht hier een fout of gebrek in zitten, dan kan het zo zijn dat daarop wordt voortgeborduurd. Dit zal leiden tot een andere, mogelijk verkeerde uitspraak.
Ook het schuldvooroordeel zorgt ervoor dat er fouten kunnen worden gemaakt. Dit komt met name voor bij de politie in het onderzoek dat zij doet. De verleiding om passend bewijsmateriaal te vinden is groot. Dat kan veroorzaken dat er scenario’s bedacht worden die niet kloppen. Door samenloop van omstandigheden kan het bijvoorbeeld voorkomen dat iemand die onschuldig een blokje om liep ineens verdacht wordt van moord, omdat hij op dat moment de enige was die over straat liep.
“In 4 tot 11 procent van de zaken beslist de rechter fout.”
Gevolgen betrouwbaar?
Een verkeerde identificatie door ooggetuigen of door valse bekentenissen kan dit in de hand werken. Het komt voor dat getuigen een verkeerd beeld van de gebeurtenis hebben doordat alles te snel ging. Dan wordt bijvoorbeeld verklaard dat de dader een rode trui aan had, terwijl dit in werkelijkheid een blauwe trui was.4 Als hij dit maar met genoeg zekerheid verklaart, wordt de identificatie sneller als betrouwbaar (en dus als waar) aangenomen.5
Tunnelvisie
Tevens bestaat de mogelijkheid van tunnelvisie. Hét grote voorbeeld hierbij is de Lucia de Berk zaak. Eén verklaring wordt dan als juist ervaren, waardoor ander bewijs en andere verklaringen over het hoofd worden gezien. Bij tunnelvisie wordt er niet meer waargenomen, wat logischerwijs wel waargenomen kan en zou moeten worden.6
“Het passende, bevestigende bewijsmateriaal wordt sneller aangenomen.”
Daderkennislekkage en slechte advocaten
Een andere grote fout is daderkennislekkage tijdens het verhoor. Er worden dan details besproken met de verdachte over het delict, die de verdachte dan later navertelt. Dit komt ongewild als eigen kennis in het proces-verbaal te staan en de verdachte wordt daardoor dus extra verdacht. Van deze verklaring komt de verdachte vervolgens niet snel meer af. Wat misschien het meest zorgelijk is, is dat er ontlastend bewijs achtergelaten wordt of er zelfs bewijs wordt gefabriceerd. Dit alles om iemand te veroordelen en het proces zo af te kunnen sluiten. Een ander aspect waar het soms fout gaat: slechte advocaten. Sommige advocaten zijn gespecialiseerd in het strafrecht, maar er zijn ook advocaten die het ‘erbij’ doen. Zij zijn niet goed genoeg opgeleid om dergelijke specifieke zaken aan te nemen.7
Herziening: hoge drempel
Mocht er door juridische fouten iemand toch onterecht worden vastgezet, dan komt het soms voor dat geprobeerd wordt deze onschuldige vrij te krijgen. De drempel voor een herziening is echter hoog.8 Wil er een herziening plaatsvinden, dan moet er in Nederland sprake zijn van een nieuw feit, een nieuwe omstandigheid of van een nieuwe bewerking; een novum. Dit novum moet vervolgens ook nog een ander oordeel opgeleverd hebben indien het feit bekend was geweest.9 Tom Derksen, die geholpen heeft bij het herzieningsverzoek van Lucia de Berk, vecht ervoor om de drempel voor herziening omlaag te krijgen. Hij bepleit in plaats van de eis dat er een ‘novum’ moet zijn, de Britse maatstaf van ‘real possibility’ van onschuld, aantoonbaar op basis van het bestaande dossier. Volgens hem wordt er in 4-11% van de zaken fout beslist door de rechter. Toch zijn er in Nederland maar vijf veroordelingen door de Hoge Raad herzien. Deze zaken bleken achteraf op dwaling te berusten.10 De Hoge Raad heeft de zaken -De Berk, en –Ina Post, de Puttense moordzaak, de Schiedammer parkmoord en de Showbizzmoord herzien.11 Natuurlijk is het rechtvaardig dat deze zaken herzien zijn en dat in een aantal zaken uiteindelijk de echte dader is opgepakt. Tegenover het aantal onschuldig vastzittenden, lopen er namelijk vaak net zoveel schuldigen nog vrij rond…
Eva van Schaik
Schrijf je nu in voor The Freshfields Law Course 9 & 10 maart 2017!
The Freshfields Law Course biedt talentvolle en ambitieuze rechtenstudenten de kans om gedurende twee dagen intensief en interactief kennis te maken met de wereld van de cross-border mergers & acquisitions, ons Amsterdamse kantoor en onze brede ondernemingsrechtpraktijk. Een hotelovernachting is onderdeel van het programma.
Wil jij de dynamiek van een M&A transactie ervaren? Ben jij benieuwd hoe wij met elkaar samenwerken? Nieuwsgierig hoe je omgaat met een veeleisende cliënt? Ben jij ‘excellent and not too serious’?
Meld je dan vóór 27 februari 2017 aan via onze website:
www.werkenbijfreshfields.com
Voor vragen of meer informatie:
Lydia Stolte, Graduate Recruiter
T: 020 485 7517
E: [email protected]
F: Facebook/FreshfieldsAmsterdam