Uit een onderzoek van Berger en Morgan bleek vorig jaar, dat aan het eind van 2014 al 46.000 twitteraccounts zijn aangemaakt die trouw zweren aan IS.1 Daarbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde ‘bots’. Dit zijn door een computer aangestuurde accounts die automatisch berichten plaatsen. Als gevolg hiervan heeft IS een wereldwijd bereik. Net als een popster of tienersensatie heeft ook IS zijn macht voor een groot deel te danken aan de inzet van social media. Zo worden verschillende uitspraken van IS-leiders verspreid, worden overwinningen geclaimd en plaatsen ze filmpjes. Op deze manier wordt niet alleen effectief de boodschap verspreid, ook krijgt IS het voor elkaar om aanhangers van over de hele wereld zich te laten aansluiten bij de terreurbeweging.
Hebben social media ‘materiële steun’ geleverd?
Eén van de bekendste aanhangers van IS op Twitter, die als Shami Witness door het leven ging, blijkt een Indiër uit Bangalore te zijn die werkt voor een multinational. Hij werd gezien als één van de meest prominente bronnen op het gebied van de oorlog in Syrië. Met maarliefst ruim 17.000 volgers werden zijn berichten over de hele wereld gelezen door jihadisten en geciteerd door verschillende journalisten.2 Zo werden zijn tweets elke maand meer dan twee miljoen keer bekeken. Het proces tegen Shami Witness ’punishment by trial’, kan wel tien tot vijftien jaar gaan duren en de vooruitzichten op een veroordeling zijn klein, aldus Dr. Ajai Sahni.3
De enorme kracht van social media valt niet te ontkennen. Het feit dat extremistische partijen hier ook profijt van hebben, valt dan ook niet te betwisten. Dit brengt kritiek van de wereldbevolking met zich mee, wat wordt er aan het probleem gedaan? De vader van een vrouw die omkwam bij de aanslagen in Parijs van november vorig jaar, heeft in Amerika een aanklacht ingediend tegen Facebook, Google en Twitter. Zij hebben volgens de man willens en wetens accounts van IS toegestaan en daarmee ’materiële steun’ aan IS geleverd. Daartoe stelde de man dat de terroristische organisatie op de drie platforms genoeg ruimte kreeg om nieuwe leden te rekruteren, geld op te halen en extremistische propaganda te verspreiden. De platforms wezen als reactie op hun beleid tegen extremistische content. Voorts benadrukten zij altijd mee te werken aan verzoeken van opsporingsdiensten.
Of de zaak stand houdt is nog de vraag. In de Amerikaanse wet staat dat online diensten niet verantwoordelijk gehouden worden voor de inhoud van het door de gebruikers geplaatste werk. Eén van de advocaten van de man stelt dat het argument in deze zaak niet opgaat, ‘Deze zaak gaat niet om de inhoud van de berichten, maar om het feit dat Facebook, Google en Twitter IS toestaan de kanalen te gebruiken. Hier stuit men dus op een probleem, er is sprake van een kat- en muisspel’.4 Voor het blokkeren van accounts is social media afhankelijk van haar gebruikers, zij hebben de mogelijkheid om melding te doen van een account. De social media platforms kunnen pas maatregelen treffen wanneer deze melding wordt gedaan door gebruikers naar aanleiding van de inhoud.
”They can’t beat us on the battlefield, so they try to terrorize us into being afraid. As president, I will not let that happen.”
President Barack Obama
Tegenoffensief groeit
Twitter zet zich de afgelopen jaren steeds actiever in tegen de extremisten. Zo bedacht ook Amerika in 2011 het tegenoffensief ‘Think Again Turn Away’, waarin de schaduwzijde van het Islamitische Kalifaat naar voren wordt gebracht.5 Effectief? Vorig jaar bleek geen enkel account dat IS actief steunt meer dan 50.000 volgers te hebben, terwijl er in 2014 nog accounts waren met meer dan 80.000 volgers. Berger, één van de onderzoekers en expert op het gebied van het social mediagebruik van IS, vergelijkt het social media gebruik van IS met onkruid en vraagt zich af of het verwijderen van accounts zin heeft. ‘Je kunt onkruid nooit helemaal verwijderen, maar je moet het wel beheren. Als je daarmee stopt, dan zal het terug groeien.’6 De gebruikers blijken zeer handig in het aanmaken van accounts, dit gebeurt snel of zelfs met behulp van zogenaamde ‘bots’. In het onderzoeksrapport pleit Berger daarom voor een gerichte aanpak. Om te voorkomen dat het netwerk zich opnieuw ontwikkelt dienen de schorsingen op een consistent tempo volgens consistente criteria te worden gehandhaafd.
Intussen gaan verschillende extremistische partijen gewoon door met nieuwe leden rekruteren, geld ophalen en extremistische propaganda verspreiden. Social media platforms kunnen pas handelen wanneer er een melding gedaan wordt van een account dat extremistische propaganda verspreidt. Met andere woorden: tot nu toe kan het probleem enkel worden teruggesnoeid. Van een definitieve maatregel is vooralsnog geen sprake.
Cody Sikkema