Volgens het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel hebben meisjes die voor hun achttiende trouwen een grotere kans om slachtoffer te worden van huiselijk geweld en worden deze meisjes vaak seksueel misbruikt.2 Daarnaast is er een grotere kans op complicaties tijdens de zwangerschap, zo lopen meisjes onder de vijftien een vijf keer grotere kans om te sterven tijdens de bevalling.3 Tot slot wordt de zelfstandigheid van de meisjes ernstig beperkt, gaan de meisjes nadat ze getrouwd zijn bijna nooit meer naar school en raken veel meisjes in een sociaal isolement doordat ze hun familie en vrienden niet meer mogen zien. Onder de (Syrische) vluchtelingen die Nederland binnenkomen komen kindhuwelijken regelmatig voor. Deze kindhuwelijken worden vrijwel nooit uit vrije wil gesloten. De ouders voelen zich vaak gedwongen door armoede om de meisjes te verkopen, daarnaast denken veel ouders dat ze de meisjes op deze manier kunnen beschermen tegen seksueel geweld.4
Met het invoeren van de Wet tegengaan huwelijksdwang zijn een aantal wetsartikelen gewijzigd. Twee van deze wetswijzigingen zijn van belang bij het sluiten en erkennen van kindhuwelijken.5 De eerste wijziging is dat art. 1:31 BW niet langer uitzonderingen geeft voor minderjarigen om te trouwen.6 Voorheen konden minderjarigen trouwen als zij een kind verwachtten of al een kind hadden gekregen.7 In dat geval kon de Minister van Veiligheid en Justitie ontheffing van het leeftijdsvereiste verlenen met als gevolg dat de minderjarige meerderjarig werd. Door het meerderjarig worden van de minderjarige staat deze niet meer onder het gezag van een wettelijk vertegenwoordiger en kan er geen kinderbeschermingsmaatregel meer worden toegepast. Dit leidt dus tot minder bescherming van de minderjarige.
De tweede wijziging is die van art. 10:32 BW. Voor de wijziging werden buiten Nederland gesloten huwelijken in beginsel erkend als zij in het land van voltrekking rechtsgeldig waren gesloten.8 De huwelijken werden slechts niet erkend als de erkenning kennelijk onverenigbaar was met de openbare orde. Na de wijzing is in art. 10:32 BW naast de uitzondering van de openbare orde, opgenomen dat Nederland zich in ieder geval onthoudt van erkenning als een van de echtgenoten de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (sub c).9
In art. 12 EVRM staat dat mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht hebben om te huwen volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen. Het is dus aan de nationale wetgever om de huwelijksleeftijd vast te stellen en eventuele beperkingen te stellen.10 Volgens een uitspraak van het EHRM is dit aan de nationale wetgever overgelaten omdat deze het best in staat is om de behoeften van de samenleving te beoordelen en daaraan tegemoet te komen.11 Hierbij kan worden gedacht aan het belang dat men hecht aan bescherming van kinderen en een stabiele leefomgeving. De wetgever is natuurlijk wel aan enige grenzen gebonden. Uit de memorie van toelichting op de Wet tegengaan huwelijksdwang blijkt dat huwelijksbeperkingen niet zodanig strikt mogen zijn dat het recht om te huwen in de kern wordt aangetast. Om de redelijkheid van de wetswijziging te toetsen is het van belang of de wijziging een legitiem doel dient. Het afschaffen van de uitzonderingen voor minderjarigen om te trouwen en het niet erkennen van in het buitenland gesloten kindhuwelijken heeft als doel minderjarigen zo volledig mogelijk te kunnen beschermen. Dit doel kan legitiem worden geacht.
In het arrest Z.H. en R.H tegen Zwitserland beriep een Afghaanse man van achttien die met een meisje van veertien was getrouwd, zich op art. 8 EVRM toen Zwitserland het huwelijk niet wilde erkennen.12 Art. 8 EVRM bepaalt onder andere dat een ieder recht heeft op respect voor zijn privé leven en zijn familie- en gezinsleven en dat inmenging van de overheid in beginsel niet is toegestaan. Het EHRM heeft in deze zaak bepaald dat art. 8 niet zo kan worden uitgelegd dat deze een verplichting voor landen schept om huwelijken met minderjarigen te erkennen. Daarnaast bepaalt het Hof dat art. 8 in het licht van art. 12 EVRM moet worden gelezen, wat betekent dat de nationale wetgever vrij is om te bepalen wat de minimum huwelijksleeftijd is.
Kindhuwelijken lijken op het eerste gezicht misschien niet in Nederland voor te komen, maar door de grote toestroom van vluchtelingen komt het in Nederland vaker voor dan je denkt. De huwelijken vormen een maatschappelijk probleem omdat het een negatieve impact heeft op de levens van de jonge meisjes. De inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang heeft een aantal wetswijzigingen met zich mee gebracht. De wet is zodanig gewijzigd dat er geen uitzonderingen meer worden gemaakt voor minderjarigen om te trouwen. Daarnaast is het minderjarig zijn van een van de echtgenoten, een reden voor Nederland om de in het buitenland gesloten kindhuwelijken niet langer te erkennen. De vraag die deze wetswijzigingen oproepen is of deze in strijd zijn met het EVRM? Het antwoord hierop is nee. De wetswijzigingen zijn niet in strijd met art. 8 noch met art. 12 van het EVRM, dit blijkt uit twee arresten van het EHRM.
Mirthe Pars
Wil je deze zomer juridisch vuurwerk meemaken? Kom
dan naar mr. Z, onze driedaagse businesscourse voor
derde- en vierdejaars rechtenstudenten. De zaak die je
rijgt is een fictieve, maar realistische weergave van
Pels Rijcken in de praktijk. Samen met je team moet jij
de overwinning behalen voor je cliënt. Wat zijn de feiten,
waar liggen de valkuilen? Inhoud, argumentatie, strategie
en een bulletproof pleidooi. Daar gaat het om. Heb ’t lef
en daag jezelf uit. Meld je aan voor de masterclass mr. Z
op 6, 7 en 8 juli 2016 via www.werkenbijpelsrijcken.nl
Benieuwd wat je te wachten staat? Bekijk hier het
filmpje van vorig jaar.
Pels Rijcken Bron van Inzicht