Redactioneel

Een keizersnede onder dwang:

De onaantastbaarheid van het lichaam vs. het belang van het ongeboren kind

Lees verder

Een zwangere vrouw meldt zich op de eerste hulp. De foetus blijkt in nood. Een keizersnede is noodzakelijk om het kind levend, of in ieder geval zonder ernstige schade ter wereld te brengen. De vrouw weigert echter toestemming te geven. Mag een arts in zo’n geval toch een keizersnede uitvoeren?

Deze vraag werd afgelopen zomer door een gynaecoloog gesteld aan de artseninfolijn van de artsenfederatie KNMG. Op grond van art. 7:450 BW is voor een medische ingreep bij een wilsbekwame persoon toestemming nodig van de patiënt. Het antwoord van KNMG was dan ook dat voor een keizersnede onder dwang geen ruimte is. Zelfs niet als er een ander belang meespeelt, namelijk het belang van het ongeboren kind. Het huidige gezondheidsrecht gaat namelijk maar uit van één belang: het belang van het individu.1 Het recht op zelfbeschikking en lichamelijke integriteit keren zich tegen een dwangbehandeling.

Een nieuwe methode 

“Het belang van het kind prevaleert soms ten opzichte van de autonomie van de moeder”. Dit stelt o.a. Cees de Groot, voormalig vicepresident en kinderrechter bij de rechtbank Rotterdam, in het vakblad Medisch Contact.2 “Mankeert er niet iets fundamenteels aan de regel als de toepassing van de regel leidt tot de dood, omdat je als arts niet in mag grijpen? Heeft een foetus geen belang? Zelfs niet indien de weigering van de moeder niet reëel is?”. Naar aanleiding van een aantal van dit soort praktijkgevallen is de Beraadgroep rechtspositie van het kind vóór de geboorte (hierna: de Beraadgroep) opgericht.3 De Beraadgroep adviseert artsen die te maken krijgen met een dergelijke vraag de rechter informeel telefonisch te verzoeken een bijzondere curator te benoemen. Een ‘curator voor een foetus in nood’. Na benoeming volgt er een spoedzitting in de verloskamer. Tijdens deze zitting kan de curator de moeder verplichten tot meewerking aan de keizersnede. Daarnaast kan hij de rechter vragen de arts te legitimeren de handeling te verrichten. Indien er sprake is van tijdnood kan de arts overgaan tot een spoedingreep, waarna de rechter met terugwerkende kracht toestemming kan verlenen.

Meerdere belangen 

De achtergrond van deze voorgestelde oplossing ligt volgens de Groot in het feit dat een geboorte geen ‘solozaak is van de moeder’, maar een ‘tweemansactie van moeder en kind’. Een geboorte onderscheidt zich sterk van een geval waarin maar één belang speelt, zoals in het geval van een gebroken arm. De patiënt geeft in dit geval toestemming en de arts zal beginnen met de behandeling. Bij een geboorte is echter moeilijk te ontkennen dat er meerdere belangen spelen. Uiteraard blijft hier volgens de Beraadgroep het vragen om toestemming de regel, maar is het niet uitgezonderd dat in geval van een weigering van een keizersnede, de ingreep toch kan plaatsvinden.

Een wettelijke basis 

Legitimatie van de voornoemde procedure kan gevonden worden in art. 1:2 BW: het kind wordt geacht geboren te zijn voor zover zijn belang dat meebrengt. Deze bepaling moet volgens de Beraadgroep verder reiken dan enkel het erfrecht. In combinatie met art. 1:247 BW, een verzorgingsplicht van ouders voor kinderen, moet art. 1:2 BW ervoor zorgen dat de moeder door de rechter gedwongen kan worden tot medewerking aan de keizersnede.4 Ook art. 1:247 BW moet worden opgerekt ten behoeve van ongeborenen. Art. 3:296 BW biedt via de schakelbepaling van art. 3:326 BW hulp voor de nakoming tot medewerking: ‘tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde, veroordeeld.’ Als de vervangende toestemming verkregen is, kan de keizersnede worden uitgevoerd. Indien nodig kan een geschikte mate van fysieke dwang worden toegepast. Rechtvaardiging hiervoor kan gevonden worden in het feit dat het gedrag van de vrouw een acuut gevaar voor de foetus vormt en dat gepaste fysieke dwang het enige redmiddel lijkt te zijn. Het gepaste niveau van dwang zal door een arts moeten worden uitgemaakt en is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De HIV-arresten zullen hier als leidraad moeten dienen.5 Hieruit blijkt dat onder omstandigheden inbreuk gemaakt kan worden op de lichamelijke integriteit van een partij in een zaak waarbij nog een tweede civiele partij is betrokken.

Ook al voelen artsen misschien de drang om de belangen van het ongeboren kind te behartigen, de behandelingsovereenkomst wordt enkel aangegaan door de zwangere vrouw

Kritiek

De kritiek op het voorstel is niet gering. Critici, o.a. de Ruijter6 en Wilma Duijst7, zetten niet alleen vraagtekens bij de (juridische) haalbaarheid van de procedure. Ook de morele aspecten van het voorstel worden in twijfel getrokken.
Het recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam is vastgeled in artikel 11 van de Grondwet en staat centraal in het gezondheidsrecht. Zelfs voor een orgaantransplantatie van een overleden patiënt is toestemming vereist.8 Het ontbreken van een belang van de patiënt doet daar niets aan af. Ook de belangen van mensen die met een orgaan gered kunnen worden, spelen in deze situatie niet mee. Ook al voelen artsen misschien de drang om de belangen van het ongeboren kind te behartigen, de behandelingsovereenkomst wordt enkel aangegaan door de zwangere vrouw. Hoe kan het dan zo zijn dat een vrouw gedwongen kan worden tot het ondergaan van een keizersnede zonder expliciete wettelijke grondslag?
De reikwijdte van de verzorgingsplicht van art. 1:247 BW lijkt lastig te bepalen. De Ruijter haalt een voorbeeld aan van een kind met nierproblemen. Zou er in dat geval een bijzondere curator kunnen worden aangesteld die de arts kan legitimeren de vader van een nier te ontdoen? Kan dit ook met behulp van ‘gepaste fysieke dwang’? Dit lijkt onwenselijk. De reikwijdte van de verzorgingsplicht zal in ieder geval niet moeten strekken tot een inbreuk op lichamelijke integriteit, aldus de Ruijter. Het voorstel lijkt hierdoor uit praktisch oogpunt moeilijk uitvoerbaar.
Ook wordt door critici bepleit dat het loslaten van het toestemmingsvereiste strijdig is met een professionele standaard en met de menselijke waardigheid van een zwangere vrouw. Hoe kan een zwangere haar gynaecoloog vertrouwen, als deze haar mening niet respecteert en haar lichamelijke integriteit onder omstandigheden mag schenden? Het risico op het onttrekken van medische zorg ligt op de loer met alle gevolgen van dien.

Conclusie

Een keizersnede onder dwang: een strijd tussen het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw en het belang van het kind. Het huidige recht noemt een geboorte een ‘solozaak’, maar heeft de Groot niet een punt door ook het belang van het ongeboren kind mee te rekenen? Het gevolg hiervan is dat een zwangere vrouw via de genoemde procedure gedwongen worden mee te werken aan een keizersnede. Critici zetten echter grote vraagtekens bij de (juridische) haalbaarheid en de morele aspecten van het voorstel. De keizersnede onder dwang is een onderwerp dat de gemoederen voorlopig wel bezig houdt.

emma cirkel

Emma Hobma

the insiders

Creatief en gedreven. Dat moet je zijn als je een van de 24 insiders wilt worden. In onze real life business course ‘The insiders’ ervaar je een week lang het leven van een topadvocaat. De zaken, de cliënten, de mensen en de cultuur. Het echte werk! Onder toezicht van kopstukken van Allen & Overy werk je samen met jouw team aan een reële en uiterst uitdagende case. Je gaat de strijd aan in binnen- en buitenland. ‘The Insiders’ vindt plaats van 11 t/m 15 juli 2016 met een introductiemiddag en -avond op  1 juli 2016.

Ben jij derde- of vierdejaars rechtenstudent en niet bang voor het onverwachte? Schrijf je voor 22 mei 2016 in op:

www.werkenbijallenovery.nl/theinsiders

 

Voetnoten

1. B. Sluijters en M.C.I.H. Biesaart, De geneeskundige behandelingsovereenkomst, Deventer: Kluwer, p. 6.
2. De Groot, P. Vlaardingerbroek, T. Schneider & L. Van Ravesteijn, Spoedsectio onder dwang kan nodig zijn, Medisch Contact 2016, p. 36-37.
3. De Beraadgroep bestaat o.a. uit mr. C. De Groot, voormalig vicepresident en kinderrechter rechtbank Rotterdam, prof. Mr. P. Vlaardingerbroek, hoogleraar familie- en jeugdrecht Universiteit Tilburg en rechter plv. en raadsheer plv., drs. Tom Schneider, voormalig gynaecoloog/perinatoloog Erasmus MC Rotterdam.
4. C. De Groot, Een nieuwe procedure ontdekt: ‘Actio Caesarea’, NJB 2015, p. 1190.

5. HR 18 juni 1993, NJ 1994/347 en HR 12 december 2003, nr. C02/193, JOL 2003, 652
6. Mr. Dr. De Ruijter is docent Europees Gezondheidsrecht aan de UvA en voorzitter van de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann, een stichting die zich richt op het verbeteren van de algemene rechtspositie van de vrouw.
7. Mr. Dr. Duijst is forensisch arts en rechter-plaatsvervanger.
8. Art. 3 jo. Art. 9 Wet op de orgaandonatie.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan