Mr. Oebele F. Brouwer is jarenlang actief geweest als officier van justitie (OvJ). Hij was eerst een lange tijd werkzaam bij het parket Noord-Nederland, maar heeft later de overstap naar het landelijk parket gemaakt. Daar heeft hij zich onder andere beziggehouden met het realiseren van verboden op criminele motorbendes. Veel van deze motorbendes zijn inmiddels in Nederland verboden. Sinds begin 2019 is de heer Brouwer echter niet meer actief bij het Openbaar Ministerie (OM). Hij is een andere richting ingeslagen. Hij zei zijn baan als Sr. A. Officier van Justitie Rotterdam op en is nu burgemeester van de gemeente Achtkarspelen, een gemeente in Noord-Oost Friesland die twaalf bijzondere dorpen omvat.
U heeft lang bij het Openbaar Ministerie gewerkt. Wilde u altijd al bij het OM werken?
In eerste instantie wilde ik veearts worden, maar hiervoor ben ik toen uitgeloot. Vervolgens ben ik rechten gaan studeren. Na een strenge selectieprocedure werd ik uiteindelijk toegelaten tot de RAIO-opleiding (een opleiding voor officieren van justitie en rechters). Toen moest ik kiezen tussen het beroep rechter of officier van justitie. Wat doorslaggevend voor mij was, is het feit dat een officier van justitie midden in de vuurlinie staat en samenwerkt met de politie op het gebied van opsporing. Een rechter vervult daarentegen een veel passievere rol.
Wat vond u het meest interessant aan het werk als officier van justitie?
Als officier van justitie sta je aan het begin van het ontrafelen van een puzzel. Wanneer je op de zitting komt is deze puzzel al gelegd. Het bewijs is al rond, in feite heb je alles al gedaan om de zaak aan de rechter voor te leggen. De speurtocht voorafgaand aan de zitting, in samenwerking met de politie, is wat het werk als officier van justitie zo spannend en interessant maakt.
Heeft u in uw carrière als officier van justitie veel te maken gehad met de georganiseerde misdaad?
Erg veel, vanaf het begin van mijn carrière heb ik mij beziggehouden met de georganiseerde misdaad. Al als beginnend officier van justitie zat ik vol in de hoek van de zware criminaliteit, waaronder internationale criminaliteit. Ik heb deze hoek als OvJ nooit verlaten, omdat ik het simpelweg heel interessant vind. Vooral in mijn taak als rechercheofficier was ik erg betrokken bij de opsporing van de georganiseerde misdaad. Een rechercheofficier is namelijk een officier van justitie die zich veelvuldig bezighoudt met besluiten over het opsporingsonderzoek en de middelen die hiervoor worden ingezet.
Wat zijn volgens u de grootste veranderingen geweest met betrekking tot de georganiseerde misdaad in de afgelopen jaren?
Dit zit hem in twee ontwikkelingen: de ‘criminele kant’ en de ‘opsporings kant’. De criminele kant is bijvoorbeeld veel harder geworden en de afrekeningen in het criminele circuit zijn veel extremer dan voorheen. Ook is de criminaliteit veel internationaler gericht. De wapens komen uit Oost-Europa, de drugs komt uit Zuid-Amerika, het geld gaat naar Dubai en de villa’s staan in Spanje. Dit is echt een ontwikkeling van de laatste tien jaar. De opsporing van georganiseerde misdaad is echter ook wezenlijk veranderd.
De opsporing richt zich niet alleen meer op de uitvoerders van een liquidatie of drugsdeal, maar ook op de opdrachtgevers en de personen in de bovenwereld die een rol hebben gespeeld zoals: advocaten, notarissen, fiscalisten en accountants. Dit zijn beroepen die erg interessant zijn voor georganiseerde misdaad, omdat ze vaak deze kennis niet volledig paraat hebben.
U had het net over internationalisering van de georganiseerde misdaad. Een aantal onderzoeksrechters uit Italië hebben ons gewaarschuwd voor de ontwrichting die de georganiseerde misdaad teweeg kan brengen en dat Nederland dit onderschat.1 Denkt u dat dit het geval is?
Persoonlijk denk ik hier anders over. Er zijn inderdaad signalen dat de Italiaanse maffia ook in Nederland steeds actiever is. Een voorbeeld hiervan is de smokkel van cocaïne op de bloemenveiling van Aalsmeer. Deze Italiaanse onderzoeksrechters waarschuwden ons voor de hardheid van de maffia. Verder stonden zij versteld van het feit dat in Nederland OvJ’s, advocaten en rechters gewoon nog op de fiets naar het werk gaan, terwijl zij in een zwaarbeveiligde auto zitten. Wij Nederlanders zijn hier nogal nuchter in. We weten echt dondersgoed dat ook de Italiaanse maffia onze kant op komt. Ik denk niet dat we het gevaar onderschatten. Zelf zit ik nu niet meer bij het OM, maar op basis van vroegere ervaringen, kan ik met zekerheid zeggen dat het niet wordt onderschat.
U heeft zich ook beziggehouden met het verbieden van meerdere motorclubs. Wat was het meest ingewikkelde aan die zaken, aangezien vaak wordt gezegd dat de verboden makkelijk omzeild kunnen worden?
Bandidos was het eerste succesvolle verbod op een motorbende, hierna volgden onder andere Hells Angels en No Surrender. We waren toen al bezig met een brede aanpak van alle criminele motorbendes. Bandidos was echter de eerste, omdat zij in het zuiden van het land extreem gewelddadig zijn geweest en het OM dit dossier als eerste ter beschikking had. Er zijn inderdaad veel mensen die zeggen dat deze verboden niks uithalen, omdat de bendeleden zich makkelijk kunnen aansluiten bij een andere vereniging. Het gaat echter om de brede aanpak van criminele motorbendes. De alternatieve aanvaarroute: het civiele verbod, heeft er toch voor heeft gezorgd dat inmiddels al vijf bendes door de rechter zijn verboden. Sommige zelfs tot de Hoge Raad aan toe. We hebben als samenleving nu een signaal laten zien hoe wij tegen deze motorbendes aankijken.
U bent nu burgemeester. Krijgt u in uw werk als burgemeester ook nog veel te maken met de georganiseerde misdaad?
Waar vroeger de aanpak van de georganiseerde misdaad alleen door het OM en de politie werd gedaan is dit vandaag de dag niet meer het geval. De georganiseerde misdaad is alles ondermijnend, het ondermijnt de hele samenleving, dus ook de burgemeesters krijgen hiermee te maken.
Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de invloed van de georganiseerde misdaad op de bovenwereld. De integriteit van de bovenwereld moet constant getoetst worden, men moet elkaar de spiegel voor houden. Dus ook als burgemeester krijg je nog veelvuldig te maken met de georganiseerde misdaad, mijn ervaring als officier van justitie helpt hier erg veel bij.
Marijn de Ruiter