We worden steeds dikker, dat is een onweerlegbaar feit. Mensen met (ernstig) overgewicht houden tijdens de coronapandemie de meeste ziekenhuisbedden bezet. Hoe is het mogelijk dat het aantal mensen met overgewicht en obesitas gestaag blijft toenemen? Ligt de verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl met name bij de burger? Of ligt de bron van het probleem bij het ongezonde voedselaanbod? In dit artikel ga ik in op ongezonde voeding als oorzaak voor overgewicht en obesitas, met alle ernstige gevolgen van dien. Daarbij wordt de rol van de overheid en de voedselindustrie besproken. Doet de overheid genoeg aan preventie? Zo nee, kan de rechter – net als bij Urgenda – de Staat hierop aanspreken? Lees meer over deze vragen in ‘Noodoproep aan de overheid: (ham)burgers zijn te ongezond’!
De aandacht voor de ernstige gevolgen van ongezonde voeding neemt toe.1 Zeker nu de COVID-pandemie schrijnend blootlegt welke (extra) gezondheidsgevaren ontstaan bij mensen met overgewicht of obesitas.2 77% van de mensen op de intensive care met een coronabesmetting heeft overgewicht! Daar komt bij dat mensen met overgewicht 44% meer kans hebben om te overlijden aan COVID-19.3 Los van deze momentopname staat buiten kijf dat ongezonde voeding dodelijke gevolgen kan hebben.
De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt van een obesitasepidemie en stelt dat ongezonde voeding zorgt voor 2,6 miljoen sterfgevallen wereldwijd.4 Dat is meer dan alle sterfgevallen ten gevolge van het coronavirus tot nu toe.5 Het is niet voor niets dat artsen in Europa stellen dat obesitas de belangrijkste gezondheidsbedreiging in Europa is.6 Ook de politiek is zich hiervan bewust, maar bewustzijn is onvoldoende.7 We hebben in Nederland het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (2014) en het Nationaal Preventieakkoord (2018). Dit zou het probleem van ongezonde voeding aan moeten pakken, maar de afgesproken maatregelen zijn te zwak om het tij te keren. Althans, zo oordelen het RIVM en andere wetenschappers.8 De prognose is zelfs, dat als we op dezelfde voet doorgaan, in 2040 62% van de Nederlanders overgewicht heeft.9 Alarmerend, zou je zeggen. Maar waarom wordt er dan zo weinig aan gedaan? Kunnen wij als burger, als collectief, hier iets tegen doen? Of zijn we afhankelijk van de welwillendheid van de politiek en de voedselindustrie?
De voedselindustrie heeft te veel vrijheid
‘Mensen die voor zichzelf kunnen zorgen, kunnen die taak best aan. Dat geldt ook voor hun gezondheid’ vertelt Kamerlid Bolkestein (VVD) in een recent Kamerdebat over gezonde leefstijl. ‘Moet de overheid dan in de koekjesfabriek staan om de receptuur voor de koekjes aan te passen?’, vervolgt hij cynisch. Bolkestein vertegenwoordigt natuurlijk niet de gehele Tweede Kamer, maar het sentiment dat daar momenteel heerst is wel dat de burger zelf verantwoordelijk is voor gezond eten.10 Er is één probleem met deze veronderstelling: ze is feitelijk onjuist. Cijfers ter onderbouwing: voedselkeuze is 30% beredeneerd gedrag en 70% intuïtief en op basis van automatisme11 , 82% van de producten in de aanbieding vallen buiten de Schijf van Vijf12 , 70% van ons dagelijkse voedsel komt uit supermarkten13 en 70% van het aanbod in supermarkten bestaat uit bewerkt voedsel.14 Kortom, de voedselindustrie heeft veel invloed op ons dagelijkse inname van voedingsstoffen.
‘Als we op dezelfde voet doorgaan is de prognose dat in 2040 62% van de Nederlanders overgewicht heeft.’
‘Bolkestein vertegenwoordigt natuurlijk niet de gehele Tweede Kamer, maar het sentiment dat daar momenteel heerst is wel dat de burger zelf verantwoordelijk is voor gezond eten. Er is één probleem met deze veronderstelling: ze is feitelijk onjuist.’
Zelfregulering werkt niet
Zelfregulering – het uitgangspunt van het huidige preventiebeleid – blijkt niet te werken, omdat de voedselindustrie simpelweg een te groot financieel belang heeft bij het bewerken van voedsel.15 Voedselbewerking is nou juist wat voedsel ongezond maakt (en mogelijk verslavend).16 Waarom blijft de overheid dan tóch deze koers varen? Goede vraag. Mogelijkerwijs is dat te wijten aan de macht van grote mondiale voedselproducenten; samen bezitten zij 75% van de mondiale voedselmarkt.17 De voedselindustrie besteedt vervolgens miljarden aan doordringende en persistente reclame van voeding met te veel suikers, zouten en verzadigde vetten.18 Kinderen en volwassenen uit lagere sociaaleconomische klassen worden het hardst getroffen door de negatieve impact van ongezonde voeding.19 Wint het financiële belang van de voedselindustrie van het belang van de burger op een gezond leven?
Mogelijke oplossing: striktere regels voor voedselindustrie
Wat moet er dan wél gebeuren? Belangenorganisatie foodwatch komt met vijf concrete acties waarmee positieve effecten worden behaald. Een suikertaks is daar één van.20 Steeds meer landen hebben een suikertaks en hiervan is bewezen dat het werkt.21 In Engeland heeft de suikertaks geleid tot 45 miljoen kilo minder suiker (op jaarbasis) in frisdranken en leverde bovendien £ 240 miljoen belasting op.22 Je zou zeggen win-win, maar in Nederland komt de suikertaks helaas niet in het Preventieakkoord. Waarom niet staatssecretaris Blokhuis? Nadat de Kamer hem deze vraag stelde, antwoordde hij: ‘Ik kies op dit moment niet voor deze maatregel omdat ik in het Nationaal Preventieakkoord andere afspraken heb gemaakt over suikerreductie.’23 Het blijkt dat deze ‘andere afspraken’ waar Blokhuis het over heeft, vrijblijvend zijn voor de industrie en volgens wetenschappers weinig resultaat bewerkstelligen. Zouden deze afspraken misschien het gevolg kunnen zijn van een sterke lobby?24 Luister naar deze podcast voor een uitgebreidere uitleg over de lobby bij de totstandkoming van het Nationaal Preventieakkoord.25
Welke rechten kunnen mogelijk bijdragen aan een beter beleid?
Het recht op gezondheid (art. 12 IVESCR) en het recht op gezonde voeding (art. 11 IVESCR) zijn twee afzonderlijke rechten, maar nauw aan elkaar verbonden. Zonder gezonde voeding wordt een goede gezondheid immers een lastig verhaal. Adequate voeding is door meerdere verdragen expliciet als recht erkend: art. 25 UVRM, art. 11 IVESCR, art. 24 Kinderverdrag en art. 28 Gehandicaptenverdrag. Impliciet blijkt dit recht uit art. 2 EVRM en art. 2 EU-Handvest. Een aardige verzameling aan rechten. Dat oogt heel fijn, maar kan een individu of collectief hier daadwerkelijk een beroep op doen? Daarvoor moet een eiser eerst een aantal hoepels door. In dit (te korte) artikel kan ik slechts benoemen dat deze rechten bestaan, maar niet inhoudelijk ingaan op de mogelijkheden die zij bieden om een gezonder voedselaanbod via de rechter af te dwingen.
‘Van rechterlijk activisme is volgens annotator Spier geen sprake; de rechter past enkel het recht toe, zoals die via de politieke weg tot stand is gekomen.’
Urgenda een voorbeeld?
Het afdwingen van meer klimaatacties via de rechter is Urgenda in ieder geval wél gelukt. In een moedig arrest stelt de Hoge Raad vast dat de overheid mensenrechten schendt door de afgesproken klimaatdoelen niet na te leven.26 Dit arrest kreeg niet voor niets veel internationale aandacht: de rechter geeft een bevel dat de Nederlandse staat vóór het eind van 2020 een broeikasgassenreductie van 25% moest halen.27 Dit is de eerste keer dat de Nederlandse rechters zich zo ferm uitspreken over een maatschappelijke kwestie zoals klimaatverandering, met als conclusie dat de overheid aansprakelijk is.28 Begeeft de rechter zich hier op het politieke domein, of past deze uitspraak binnen de taakomschrijving van de rechter? Van rechterlijk activisme is volgens annotator Spier geen sprake; de rechter past enkel het recht toe, zoals die via de politieke weg tot stand is gekomen.29 Kan ditzelfde kunstje misschien ook gedaan worden op het gebied van voeding? Is een rechterlijk bevel tot een krachtiger preventiebeleid mogelijk?
NB: in het artikel van Annemiek van ’t Hof lees je de ‘aftermath’ van de Urgenda-procedure. Wat levert dit rechterlijk bevel eigenlijk op?
Conclusie: denk mee over oplossingen
(Ham)burgers zijn te ongezond. Voedingsmiddelen – waaronder hamburgers – worden bewerkt met te veel zout, suikers en verzadigde vetten. Dat resulteert in een ongezond voedselaanbod. Dat resulteert in meer mensen met overgewicht en obesitas. De overheid en voedselindustrie doen momenteel te weinig en de vraag rest of de rechter de burger hierbij kan helpen. Belangrijk om op te merken is dat de problematiek van ongezonde voeding een multifactoriële en multisectoriële benadering vereist. De oorzaken zoals hier uiteengezet vormen slechts het topje van de ijsberg. Dit maakt de aanpak complex. Met dit artikel beoog ik de ernst van deze problematiek aan de kaak te stellen. Daarmee wil ik de lezer uitdagen om mee te denken aan oplossingen.
De antwoorden op de gestelde vragen laten zich niet eenvoudig beantwoorden. Het is dan ook niet voor niets dat ik aan dit onderwerp een volledige masterscriptie heb gewijd. Mocht je de problematiek nou interessant vinden en benieuwd zijn naar een juridisch analyse hieromtrent? Houd deze zomer mijn LinkedIn-profiel in de gaten, hierop zal ik de definitieve versie van mijn scriptie publiceren!
‘(Ham)burgers zijn te ongezond. Voedingsmiddelen – waaronder hamburgers – worden bewerkt met te veel zout, suikers en verzadigde vetten. Dat resulteert in een ongezond voedselaanbod. Dat resulteert in meer mensen met overgewicht en obesitas.’
Marijn Geurts