Ongeveer 30.000 asielzoekers kwamen vorig jaar naar Nederland. Dit is inclusief nareizigers, gezinsleden van de vergunninghouder asiel aan wie onder speciale voorwaarden een machtiging voorlopig verblijf wordt verleend.[1] De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voert het vreemdelingenbeleid in Nederland uit en beoordeelt derhalve alle verblijfsaanvragen van mensen die in Nederland wonen of die graag Nederlander willen worden. De IND wil iedere asielaanvraag op een zorgvuldige manier behandelen, maar door het grote aantal aanvragen en een werknemerstekort ontstaat er een achterstand bij de afhandeling van asielaanvragen. De aanvragers hebben echter recht op financiële compensatie op het moment dat er niet tijdig op hun aanvraag wordt beslist.[2] Het gevolg: één miljoen euro belastinggeld dat wekelijks opgaat aan het betalen van dwangsommen.[3]
De ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ is een Nederlandse wet die tot doel heeft om bedrijven en inwoners rechtsmiddelen te bieden als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijnen een besluit neemt op een aanvraag. De wet bevat regelingen voor de situatie dat er niet tijdig wordt beslist. De eerste regeling houdt in dat het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd kan zijn voor iedere dag dat de beslissing uitblijft. De tweede regeling biedt de mogelijkheid om direct beroep in te stellen bij de bestuursrechter als er niet-tijdig wordt beslist.[4] Voor alle beschikkingen op aanvraag en beslissingen op bezwaar die het karakter hebben van een beschikking, geldt de dwangsomregeling, waaronder dus de asielaanvragen.[5] De dwangsomregeling is van toepassing als er aan drie voorwaarden is voldaan: het bestuursorgaan heeft niet tijdig beslist op een aanvraag, de aanvrager heeft het bestuur in gebreke gesteld en het bestuursorgaan heeft twee weken na de ingebrekestelling nog geen besluit genomen.[6] Voor asielzaken is de beslistermijn voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst in principe zes maanden als het gaat om een aanvraag van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Bij een groot aantal ingediende asielaanvragen of een ingewikkelde aanvraag kan de beslistermijn met negen maanden worden verlengd.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie kan ook beslissen tot een besluitmoratorium, waarbij er geen besluit wordt genomen op de asielaanvraag, omdat verwacht wordt dat een land slechts korte tijd onveilig is. De beslistermijn wordt dan met een jaar verlengd.[7]
Uit art. 4:18 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) volgt dat het bestuursorgaan, voor asielzaken dus de Immigratie- en Naturalisatiedienst, zelf bij beschikking de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom vaststelt op het moment dat er niet binnen twee weken na de ingebrekestelling een besluit is genomen. Ook tegen deze beschikking kan de aanvrager bezwaar en beroep instellen.[8] De bezwaar- en beroepstermijn is niet zoals op grond van de Awb zes weken, maar vier weken. Het bestuursorgaan dient, ingevolge art. 4:87 lid 1 Awb, binnen zes weken na vaststelling van de verschuldigdheid en hoogte over te gaan tot betaling. De dwangsomregeling loopt maximaal 42 dagen en de hoogte van de te verbeuren dwangsom is maximaal 1442 euro. In beroep bij de rechtbank kan een dwangsom zonder maximum worden opgelegd. In eerdere gewezen vonnissen ging het om 15.000 euro per zaak. De aanvragen van een gezin worden gezien als samenhangende aanvragen. De IND hoeft hierdoor maar één keer de dwangsom te betalen.
In 2017 heeft er een grote uitstroom van personeel binnen de Immigratie- en Naturalisatiedienst plaatsgevonden. Door deze uitstroom en het groeiende aantal aanvragen is er een probleem ontstaan met betrekking tot het nemen van een besluit binnen de wettelijke beslistermijnen. De doorlooptijden van een aanvraag zijn opgelopen en door niet tijdig te beslissen groeien ook de aantallen dwangsommen die de IND dient te betalen. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Ankie Broekers-Knol, deelt de zorgen omtrent de omvang van het totaal aan vorderingen.[9]
Gezien de hoge kosten aan dwangsommen die gemoeid zijn met de asielaanvragen heeft het kabinet besloten om de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ buiten werking te stellen voor asielzaken. Zo kan wekelijks 1 miljoen euro worden bespaard.[10] Het wetsvoorstel betreft een wet die tijdelijk geldt. De wet die de buitenwerkingstelling van de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ in asielzaken structureel zal moeten regelen zal binnenkort in procedure worden gebracht. De tijdelijke wet geldt uitsluitend voor asielzaken waarvoor nog geen ingebrekestelling is ingediend.
Het kabinet stelt voorop dat de aanvragen die zullen worden ingediend binnen de wettelijke beslistermijn worden behandeld, ondanks dat er geen dwangsommen meer betaald hoeven te worden bij overschrijding van de termijn. Een Taskforce gaat de aanvragen waarvoor al een dwangsom betaald dient te worden of waarvoor de termijn bijna verloopt voor het eind van dit jaar afhandelen met als doel het indammen van het aantal dwangsommen. Het gaat hierbij om ruim 14.000 zaken.[11] De Staatssecretaris wil dit bereiken met extra, speciaal opgeleid, personeel. De coronacrisis kan echter zorgen voor een uitloop in het afhandelen van alle liggende zaken. De IND heeft maatregelen getroffen op verschillende terreinen die bijdragen aan stabiliteit, versnelling en oplossing van de problematiek omtrent de lange doorlooptijden. Voorop staat dat aan alle rechten van de mensen die asiel in Nederland vragen geen afbreuk wordt gedaan, zodat de IND zich volledig kan focussen op het behandelen van en beslissen op nieuwe aanvragen binnen de wettelijke termijn van zes maanden.[12] Het kabinet had het plan om enkel rechtsbijstand aan asielzoekers te verlenen op het moment dat de IND hoogstwaarschijnlijk de asielaanvraag af zou wijzen. Van dit plan is afgeweken: de rechtsbijstand voor asielzoekers blijft gewaarborgd vanaf het begin van de asielprocedure. De rechtsbescherming van vreemdelingen blijft in balans.[13]
Het wetsvoorstel is door de ministerraad goedgekeurd en wordt aan de Raad van State gezonden voor advies. De Raad van State wordt verzocht om met spoed een advies over het wetsvoorstel uit te brengen. De wet wordt dus tijdelijk buiten werking gesteld voor asielzaken, totdat er een definitieve wet is die de buitenwerkingstelling van ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ voor asielzaken zelf reguleert. De buitenwerkingstelling is naar mijn mening een goed overwogen keuze, aangezien de dwangsomregeling voor het IND enorme kosten met zich mee brengt. Tegenover het gegeven dat de aanvragers van een verblijfsvergunning geen vergoeding krijgen bij een niet-tijdig genomen besluit, staat dat het kabinet wil waarborgen dat de aanvragen die nog zullen worden ingediend alsnog binnen de wettelijke termijn worden behandeld en dat de rechtsbescherming van vreemdelingen wordt gewaarborgd gedurende de gehele asielprocedure.