Genietend van de ondergaande zon in de levende straten van Myanmar doemt een geluid op; de avondpreek begint en daarmee is het gedaan met je rust. Geërgerd neem je het heft in eigen handen en trek je de stekker uit de versterkers. Met als resultaat: een veroordeling tot drie maanden gevangenisstraf wegens heiligschennis. Het overkwam een 30-jarige Nederlandse toerist.[1] Daarnaast zullen velen van u zich ook nog wel de twee Nederlanders op het populaire Sziget festival in Hongarije herinneren. Zij waren opgepakt voor het verkopen van drugs, met alle gevolgen van dien.[2] Laten we hopen dat je hier nooit mee te maken zult krijgen. Maar wat zijn de gevolgen van gevangenneming in het buitenland? En wat zijn de rechten en plichten van de Nederlanders in buitenlandse gevangenissen?
Allereerst is het goed om te realiseren dat op het moment dat iemand in het buitenland gevangen wordt genomen, diegene volledig onderworpen is aan het strafrechtsysteem van dit desbetreffende land. Het is logischerwijs ondenkbaar dat een buitenlander zich aan het buitenlandse strafrechtsysteem kan onttrekken, enkel en alleen ómdat hij buitenlander is. Wel is het van belang dat de Nederlandse vertegenwoordiging zo snel mogelijk op de hoogte wordt gesteld van de arrestatie. De arrestant heeft recht op dit contact.
Vervolgens gaan er allerlei procedures van start. Hierbij speelt ook het ministerie van Buitenlandse Zaken een belangrijke bemiddelende rol. Zo worden familie en andere relaties op de hoogte gesteld van de arrestatie, zodat zij eventueel een geldschietende rol kunnen gaan spelen. Verder zal de Nederlandse overheid zich in eerste instantie niet uitspreken over een eventuele veroordeling of strafmaat, maar kan het de lokale autoriteiten wel verzoeken om de verdachte een menswaardige behandeling te laten geven.
Wanneer de desbetreffende zaak niet in aanmerking komt voor vrijlating op borgtocht, doet de verdachte er goed aan om zo snel mogelijk een advocaat in te schakelen. Maar zoals je zult begrijpen, kan (en mag) een Nederlandse advocaat een verdachte niet voor een buitenlandse rechtbank verdedigen. Vaak wordt dit opgelost door een Nederlandse advocaat als adviseur van de lokale advocaat te laten fungeren. Dit is echter geen noodzaak. Wel is het van belang dat de verdachte goed kan begrijpen wat hem ten laste wordt gelegd en daarbij speelt een tolk een belangrijke rol. De verdachte heeft het recht om zich te laten bijstaan door een tolk, maar moet hier wel zelf om verzoeken.[3]
In het geval dat de tenlastelegging uiteindelijk tot een veroordeling leidt, zijn er verschillende gevolgen en mogelijkheden. Het is in sommige gevallen mogelijk om een deel van de (rest)straf in Nederland uit te zitten. Dit wordt strafoverdracht genoemd. Strafoverdracht wordt in verscheidene wetten geregeld. Allereerst heb je de WOTS, die geldt voor de landen buiten de Europese Unie en voor landen waar de WETS nog geen werking heeft.[4] De WETS geldt voor de landen binnen de Europese Unie die deze wet hebben overgenomen in hun eigen nationale wetgeving.[5] Een uitzondering op deze wetten is de LOTS.[6] Dit is een aparte uitvoeringswet voor het Caraïbisch Nederland, Aruba, Curaçao en St. Maarten.
Om in aanmerking te komen voor bovenstaande wetten, gelden een aantal voorwaarden. Zo moet de gedetineerde voldoende binding hebben met Nederland, moet er nog een voldoende strafrestant zijn, moet het delict ook in Nederland strafbaar zijn en moeten beide landen akkoord gaan met de strafoverdracht. Na het akkoord zijn er twee procedures die gevolgd kunnen worden. Ten eerste heb je de voortzettingsprocedure. Dit houdt in dat de strafeis verder niet meer wordt aangepast eenmaal in Nederland aangekomen. Deze procedure wordt voornamelijk binnen de lidstaten van de Europese Unie toegepast. Ten tweede is er een omzettingsprocedure. Dit betekent dat de straf in Nederland opnieuw aan een beoordeling wordt onderworpen als de gedetineerde eenmaal in Nederland is aangekomen. Dan zal er een nieuwe rechtszitting plaatsvinden om de (nieuwe) strafmaat te bepalen.
Niet elke straf komt in aanmerking voor strafoverdracht en ook zullen lang niet alle landen hieraan meewerken. Dan wordt het ultieme doemscenario werkelijkheid; de gedetineerde zal zijn volledige straf in een buitenlandse gevangenis moeten uitzitten. In tegenstelling tot sommige Nederlandse gevangenissen, zijn enkele buitenlandse gevangenissen bekend om hun “onprettige en primitieve verblijven”. Ter compensatie krijgen alle gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit die vastzitten in een land dat niet op de gepubliceerde ‘landenlijst’ staat een maandelijkse schenking van 30 euro. Het gaat hierbij om een gift, dat de gedetineerde na zijn straf niet meer hoeft terug te betalen. Daarnaast hebben Nederlandse gedetineerden, net zoals gedetineerden in Nederland zelf, geen recht meer op uitbetaling van de AOW of hun eventuele uitkering. Ook in het buitenland geldt de informatieplicht ten aanzien van de uitkeringsinstanties over de detentie. Sinds 1 januari 2014 is het ministerie van Buitenlande Zaken zelfs verplicht om de gegevens door te geven aan de uitkeringsinstanties.[7]
Terugkomend op de twee Nederlandse jongeren die in Hongarije werden opgepakt voor drugsbezit; zij zijn zeker niet de enigen. Van de meer dan 2000 Nederlanders die de afgelopen vijf jaar vastzaten in buitenlandse gevangenissen, zat ruim 90% van hen vast voor drugsdelicten. Toch is het aantal druggerelateerde gevangenen afgelopen jaren drastisch gedaald. Op 1 januari 2018 waren dit er voor het eerst minder dan 2000.
Een verklaring is te vinden in de uitvoering van de twee eerder genoemde wetten, de WOTS en de WETS. Met name van deze laatste wet wordt afgelopen jaren uitvoerig gebruik gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat steeds meer bajesklanten binnen Europa het laatste deel van hun straf kunnen uitzitten in Nederland.
Een positief gevolg hiervan is dat Nederlandse gedetineerden makkelijker kunnen worden voorbereid op hun terugkeer in de samenleving, zodat zij niet weer de fout in zullen gaan. Een andere verklaring voor het dalende aantal cellen zijn verschuivingen op de drugsmarkt. In vele landen zijn steeds meer ‘particuliere’ pillenfabriekjes, waardoor de vraag naar pillen vanuit het buitenland simpelweg afneemt. Wel is het aantal van bijna 2000 Nederlandse gedetineerden in het buitenland nog steeds relatief hoog. Dit aantal is vergelijkbaar met grote Europese landen als Frankrijk en Duitsland.[8]
“Van de meer dan 2000 Nederlanders die de afgelopen vijf jaar vastzaten in buitenlandse gevangenissen, zat ruim 90% van hen vast voor drugsdelicten.”
Als opgepakte toerist komen er al met al in korte tijd veel dingen op je af. Van het regelen van vertegenwoordiging, naar het proberen om in aanmerking te komen voor een borgsom of een strafoverdracht. Een kijkje achter de schermen (en hiermee de tralies) heeft u hopelijk beter geïnformeerd over de procedures die aanvangen bij gevangenneming in het buitenland. De gearresteerde Nederlander in Myanmar kan het beamen; de buitenlandse gevangenis – ook al is het maar voor drie maanden – is absoluut geen aanrader.