De legalisering van abortus wint steeds meer terrein. Door hun felle strijd weten activisten overal ter wereld verandering in gang te zetten. Twee juridische overwinningen zijn recente belangrijke mijlpalen in deze strijd. Ierland en Chili, twee landen waar abortus door de sterke geloofsovertuigingen echt uit den boze was, zijn om. In Ierland is eindelijk een versoepeling in de abortuswetgeving aangenomen, die sinds begin dit jaar in werking is getreden. En in Chili werd in juli 2017 een wet aangenomen die abortus toestaat. Deze winst heeft echter ook een keerzijde. Want actie roept reactie op. Het protest tegen abortus past in het beeld van de toename van het legaliseren van het recht op abortus.1 Anti-abortusactivisten, ook wel pro-life bewegingen, proberen de rechten die vrouwen hebben veroverd weer te beperken. In Amerika omzeilen de lokale overheden de federaal vastgestelde abortusrechten door op deelstaatniveau wetten in te voeren die abortus bemoeilijken. In Turkije is abortus legaal, maar wordt de toegang zo bemoeilijkt dat er niet van een effectief recht kan worden gesproken. In Nederland was er een lange periode van rust, maar ook hier lijkt de strijd te zijn teruggekeerd. Zal er ooit een einde aan komen?2
Abortus in Nederland
Toen in 1911 in Nederland een verbod op abortus werd opgenomen in de Zedenwet, leek het nog lang te duren voordat ook Nederland een abortuswet zou aannemen. Pas tegen het eind van de jaren zestig kwam er een maatschappelijke discussie op gang. Rond die tijd maakte het feminisme een heropleving door en werd er gestreden voor seksuele en economische bevrijding van de vrouw. ‘Dolle mina’ en ‘Baas in Eigen Buik’ waren volop in de publiciteit! In 1976 ontstond er in het kabinet een conflict over de bestaande abortusklinieken en de gevaren voor het leven van de vrouw en het ongeboren kind. Eind 1984 is na aan jarenlange discussie de Wet afbreking zwangerschap (WAZ) in werking getreden. Deze wet moet het ongeboren kind beschermen en daarnaast de vrouw bijstaan bij een ongewenste zwangerschap. Strafrechtelijk is het nog steeds illegaal,3 maar onder omstandigheden kent Nederland sindsdien het recht op abortus.4
De weerstand tegen abortus neemt de laatste tijd echter toe. Dit is vooral te zien in de toename van het aantal demonstraties rondom abortusklinieken.5 Maar ook in de protestmars van december 2017 in Den Haag waar 10.000 mensen deelnamen aan het anti-abortusprotest. De protesten bij abortusklinieken hebben geleid tot klachten van artsen en cliënten. Verschillende zaken spelen bij voorzieningenrechters en de demonstraties worden een steeds groter probleem.6 Het recht op abortus lijkt in Nederland onder druk te staan.7 Dat bleek volgens de Volkskrant van 15 juni 2018 eveneens uit een onderzoek van 2016 over de houding van Nederlanders ten opzichte van abortus.8 Resultaat: 75% van de 55+ deelnemers zijn voorstander van abortus, daarentegen zijn slechts 66% van de deelnemende jongeren (18-34 jaar) voorstander, beduidend minder dus.
Abortus in Ierland, een bijzondere mijlpaal
Ierland stemde in mei 2018 per referendum massaal voor het versoepelen van de abortuswetgeving. In januari dit jaar was het dan eindelijk zo ver. Een historische gebeurtenis in een land waar decennia is gestreden tegen de abortuswetgeving. Nog steeds is het met de nieuwe wet alleen onder zeer strenge voorwaarden toegestaan om een zwangerschap voortijdig te beëindigen, maar het is een grote stap in de goede richting. Het land was tevens een van de laatste in Europa waar nog een verbod gold.9
Deirdre Duffy, mensenrechtenadvocate, sprak van een historische dag in Ierland.
“Voor het eerst worden zwangere vrouwen in Ierland beschermd door compassievolle wetgeving. Het leed dat is veroorzaakt door het achtste amendement is nu slechts een herinnering. Als land zullen we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat vrouwen in Ierland nooit meer op deze manier behandeld worden.”10
Hoewel abortus wereldwijd in vele landen is toegestaan, blijft het een taboe. Abortus is een recht, maar wordt nog vaak beschouwd als misdaad. Daarmee blijft het een controversieel onderwerp. Het internationaal recht biedt geen eenduidige norm over de definitie van abortus en de praktijk en wetgeving verschillen daardoor sterk. In de meeste landen is abortus enkel toegestaan in zeer uitzonderlijke of bijzondere omstandigheden. En daar waar het recht op abortus bestaat, is de weg vaak belemmerd. Een veilige abortus is echter van groot belang.
De Nederlandse wetgeving wordt beïnvloedt door de Europese en internationale regelgeving omtrent het recht op abortus. Tekstueel is er in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens weinig geregeld, waardoor het aan de rechtspraak is om hier een oordeel over te vellen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in Vo tegen Frankrijk dat de ongeborene niet kan worden beschouwd als persoon onder art. 2 EVRM. Verder stelde het dat, als er een recht op leven zou zijn van de ongeborene, dit in ieder geval beperkt wordt door de rechten en belangen van de zwangere vrouw. Maar de mogelijkheid tot bescherming van het ongeboren kind wordt niet compleet uitgesloten. Het zegt enkel impliciet dat het ongeboren kind nooit een absoluut recht op leven kan hebben.11 Door het gebrek aan consensus over het onderwerp blijft de appreciatiemarge echter groot en is het verder aan de lidstaten om hierover te oordelen.12
Een belangrijke ontwikkeling binnen het recht op abortus blijkt uit de General Comment van het Human Rights Committee (HRC) van 30 oktober 2018.13 Hierin adviseert het HRC de lidstaten over de interpretatie van het recht op leven van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Op grond van de regels van de Verenigde Naties mogen lidstaten zelf beslissen over de abortuswetgeving. Abortus valt namelijk onder de nationale jurisdictie van de staat, waar de Verenigde Naties zich op grond van art. 2 lid 7 van het Handvest niet mee mag bemoeien.14 Vanwege de grote verschillen en de weinige ‘common ground’ over het recht op abortus is het niet aan internationale of Europese instanties om hier een oordeel over te vellen, aldus het HRC. Het IVBPR sluit daarnaast zelf zwangere vrouwen uit van de doodstraf in artikel 6 lid 5, vanuit het oogpunt van de bescherming van het ongeboren kind. Ook het Kinderrechtenverdrag en het Oviedo Biogeneeskunde verdrag15 erkennen de menselijkheid van een ongeborene. In de General Comment lijkt het ongeboren kind haast compleet vergeten en enkel een rechtsobject dat geen enkele bescherming geniet. Het HRC stelt in het advies dat tot het recht op leven ook de toegang tot abortus hoort. Daarnaast zet het HRC uiteen hoe de abortusregelgeving van lidstaten eruit moet zien. Door op deze manier te oordelen negeert het HRC de soevereiniteit van de lidstaten.
Er is helemaal geen consensus over het wel of niet bestaan van abortusrechten. Niet alle lidstaten zien abortus als een recht, maar het HRC gaat vol in tegen haar eigen regelgeving door hier wel een algemeen oordeel over te stellen. Het is misschien maar een advies en niet bindend, maar er wordt altijd zwaar aan getild. Het is dan ook erg interessant om te zien wat de lidstaten met dit advies gaan doen.16
Het is waar: het recht op abortus wint steeds meer terrein, in vele landen over de hele wereld wordt regelgeving aangepast om zo het recht een kans te geven. Maar er is ook een grote tegenwerking. Anti-activisten worden professioneler en demonstraties nemen in grote aantallen toe. Het HRC heeft gepoogd duidelijkheid te scheppen over het recht op abortus, maar heeft door haar advies in een General Comment over het recht op leven alleen maar olie op het vuur gegooid. Ondanks alle pogingen van staten om van abortus een recht te maken en het te legaliseren, is de strijd tegen abortus groter dan ooit. Er is nog een lange weg te gaan. Het zelfbeschikkingsrecht is iets waar vrouwen een beroep op moeten kunnen blijven doen. Er moet een balans worden gevonden tussen het recht op leven van het kind en het recht op abortus van de vrouw. Tot dusver is die balans helaas nog niet gevonden.
“Er moet een balans worden gevonden tussen het recht op leven van het kind en het recht op abortus van de vrouw”. – “Het ongeboren kind mag niet worden vergeten.”
Imke Smits