Onafhankelijkheid en effectiviteit op de weegschaal

In het hoofd van de Hoge Raad

 

Lees verder

Elk jaar brengt de Hoge Raad een jaarverslag uit van het vorige jaar. Het jaarverslag van 2018 gaat onder andere in op de wraking van rechters in Nederland. Dit geeft een interessante kijk op de strafrechtelijke overwegingen in verband met de ontwikkeling van de publieke opinie in Nederland. Lees hier over de ingeslagen weg in 2018, en kruip in het hoofd van de mensen van ons hoogste rechtscollege.

Recent heeft onze geliefde Hoge Raad der Nederlanden het jaarverslag van 2018 uitgebracht. Uit het jaarverslag volgt een duidelijke rode lijn: de Hoge Raad legt de focus voornamelijk op diens bijdrage aan de rechtsontwikkeling in 2018. Deze rechtsvorming is een van de kerntaken van de Hoge Raad, tezamen met het waarborgen van de rechtseenheid en het bieden van individuele rechtsbescherming. Wat de Hoge Raad zelf betreft is van deze kerntaken de bijdrage aan de rechtsontwikkeling het grootste goed. Deze taak is onlosmakelijk verbonden met de maatschappelijke betekenis van ons hoogste rechtscollege. In een tijd van snelle maatschappelijke ontwikkelingen is het belangrijk dat deze ontwikkelingen ook hun afspiegeling vinden in de rechtspraak, en laat de Hoge Raad nou precies de instantie zijn die dit het beste kan realiseren. Een kleine analyse van een deel van het jaarverslag is op zijn plek.

Effectieve rechtstoegang blijft het streven

Voordat cassatieberoepen inhoudelijk behandeld worden, krijgen ze te maken met de ontvankelijkheidstoets van de Hoge Raad. Van de 2603 zaken waarin cassatiemiddelen werden aangevoerd werden er in 2018 slechts 731 inhoudelijk behandeld. Dat komt neer op zo’n 28 procent. Dit lage percentage is niets nieuws. Zo was ook in 2017 het percentage ongeveer 28 procent. Alle overige zaken worden via artikel 80a en 81 RO afgehandeld. Artikel 80a RO regelt de gevallen waarin de Hoge Raad het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaart doordat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat de klagende partij klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. In 2018 ging dit om zo’n 56 procent van de cassatieberoepen.

De overige cassatieberoepen leenden zich voor toepassing van artikel 81 RO. Dit artikel ziet op de klachten die volgens de Hoge Raad niet tot cassatie kunnen leiden en niet nopen tot beantwoording van de rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Artikel 80a en 81 RO zijn essentieel voor het effectief waarborgen van de rechtsvorming door de Hoge Raad. De artikelen functioneren als een soort filter om te bepalen welke rechtsvragen er wel en niet toe doen. Zoals duidelijk blijkt uit de cijfers van 2018 is er een relatief klein aantal vragen waar inhoudelijk op wordt ingegaan door de Hoge Raad. Het deel dat wel door de selectie komt kan hierdoor rekenen op voldoende aandacht. Een voorbeeld van vragen waar de Hoge Raad zich graag in vastbijt zijn vragen betreffende de wraking van rechters.

Wie niet wraakt, wie niet wint?

In zijn jaarverslag spreekt de Hoge Raad over een toename van het aantal wrakingsverzoeken. Althans, zo ervaren veel rechters het. Recent onderzoek zou echter uitwijzen dat het met het aantal wrakingsverzoeken in 2018 allemaal wel meevalt. Toch is de discussie omtrent wraking zeker actueel en van belang voor de manier waarop men kijkt naar de rechterlijke macht. Zo heeft het geslaagde wrakingsverzoek over de behandelende rechters in het hoger beroep over Geert Wilders’ ‘minder Marokkanen’-uitspraak voor aardig wat tumult gezorgd. Politisering van betrokken de rechters bleek een effectief wrakingsmiddel.1 Dat terwijl de Hoge Raad al eerder heeft bepaald dat in geval van een wrakingsverzoek het uitgangspunt is dat de rechter geacht wordt onpartijdig te zijn. Aan dit uitganspunt zou alleen voorbij kunnen worden gegaan, wanneer zwaarwegende aanwijzingen opleveren dat de rechter een vooringenomenheid koestert, of dat daarvoor terecht de vrees bestaat. In verse jurisprudentie van de Hoge Raad inzake wraking is bepaald dat een wrakingsverzoek niet kan worden ingezet als een verkapt rechtsmiddel.2

Reden voor de uitspraak van 25 september 2018 was een tendens waarin rechters vaak werden gewraakt naar aanleiding van een rechterlijke (tussen)beslissing. Een wrakingsverzoek komt dan neer op een hoger beroep bij de wrakingskamer tegen de (tussen)beslissing.

Daarom mag de wrakingskamer niet oordelen over de juistheid van een (tussen)beslissing of over de juistheid van het verzuim een dergelijke beslissing te maken. Deze uitspraak laat goed zien dat de Hoge Raad het aantal wrakingsverzoeken probeert terug te dringen, en uiteraard heeft de Hoge Raad hier zijn redenen voor.

Juridische spelletjes worden niet gewaardeerd

Op dezelfde dag als bovengenoemde uitspraak komt de Hoge Raad met nóg een uitspraak betreffende wraking. Het betreft weer een uitspraak gericht op het tegengaan van misbruik of van al te onbezonnen gebruik van de wrakingsprocedure. In andere woorden probeert de Hoge Raad een effectieve rechtsgang te realiseren. De ontvankelijkheidseisen bij een wrakingsprocedure worden meer in lijn gebracht met de ontvankelijkheidseisen voor een cassatieberoep. Zo oordeelde de Hoge Raad dat een ongemotiveerd wrakingsverzoek niet kan worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van artikel 512 Wetboek van Strafvordering en daarom door de wrakingskamer buiten behandeling kan worden gelaten. Dit geldt ook voor een verzoek dat blijk geeft van evident misbruik van het wrakingsmiddel.3 Hierin volgt de Hoge Raad het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De hoofdregel betreffende wrakingsverzoeken is dat de behandeling van een wrakingsverzoek niet achterwege mag worden gelaten. Het EHRM stelt dat deze hoofdregel alleen geldt bij een verzoek dat ‘does not immediately appear to be manifestly devoid of merit’.4

“Politisering van betrokken de rechters bleek een effectief wrakingsmiddel.”

Wrakingsverzoeken indammen

De Hoge Raad lijkt in recente jurisprudentie aan te geven dat effectieve rechtsbescherming belangrijker is dan de mogelijkheid je wantrouwen jegens een rechter te uiten. In sommige gevallen klopt dit natuurlijk, maar dit zijn doorgaans de gevallen waarin wraking meer tactiek is dan dat er oprecht sprake is van wantrouwen. Wrakingsverzoeken moeten uiteraard zorgvuldig worden behandeld. Volgens de Hoge Raad hoeft dit echter niet in de weg te staan aan de voortvarende behandeling van manifest kansloze verzoeken. En daar heeft de Hoge Raad helemaal gelijk in. Dit is alleen niet de enige reden voor de Hoge Raad om het aantal wrakingsverzoeken in te dammen. Dergelijke wrakingsverzoeken kunnen in de publieke opinie bijdragen aan het ontstaan van twijfels over de onpartijdigheid van de rechtspraak, zo vindt ons hoogste rechtscollege.

Integriteitseis bestaat niet voor niets

Er valt ook te beredeneren dat extra drempels om een rechter te wraken juist bijdragen aan het ontstaan van twijfels over de onpartijdigheid van de rechtspraak. Toch moet er een weg worden gekozen, en de Hoge Raad is absoluut consequent in zijn rechtspraak inzake wraking. Met het oog op effectiviteit wordt geprobeerd het aantal wrakingsverzoeken naar beneden te halen. Ook is het een signaal aan de inwoners van ons land: heb (in beginsel) vertrouwen in uw rechter. Rechter word je namelijk niet zomaar, hiervoor is de hoogste mate van integriteit vereist. Vandaar ook het logische uitgangspunt dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn.

“De Hoge Raad lijkt in recente jurisprudentie aan te geven dat effectieve rechtsbescherming belangrijker is dan de mogelijkheid je wantrouwen jegens een rechter te uiten. In sommige gevallen klopt dit natuurlijk, maar dit zijn doorgaans de gevallen waarin wraking meer tactiek is dan dat er oprecht sprake is van wantrouwen.”

Gertjan Prinsen

Voetnoten

1. E. Kreulen, ‘Wraking geslaagd, Wilders krijgt nieuwe rechters’, Trouw 2018.

2. HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413.

3. HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1770.

4. EHRM 23 april 1996, 16839/90 (Remli t. Frankrijk), r.o. 48.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan