Omgevingsgeluid: klagen of verdragen?

Lees verder

Grote delen van Nederland gaan gebukt onder te veel omgevingsgeluid. Een slechte zaak voor de volksgezondheid. Biedt het recht op behoorlijke huisvesting soelaas?

Een dak boven je hoofd: een basisbehoefte die zo standaard is dat men er nog amper bij stilstaat. Je eigen stekkie hebben is de normaalste zaak van de wereld.  Minder alledaags is het daarentegen om een huis te eisen. Hoe erg moet je in de penarie zitten om daartoe over te gaan? En als je eenmaal een dak boven je hoofd hebt, moet je dan met alles tevreden zijn? Ook met veel lawaai om je heen? Door onderzoek worden steeds meer zaken bekend die invloed hebben op onze gezondheid. Vooral de omgeving waarin we elke dag leven bepaalt in grote mate onze gezondheid. Wat kun je als individuele burger concreet bewerkstelligen met het recht op behoorlijke huisvesting? Meer dan enkel een dak boven je hoofd?

Miljoenen woningen in lawaaierige omgeving

Voorgenoemde vragen doemden mij op toen ik afgelopen oktober las over de waarschuwing van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met betrekking tot een door deze organisatie uitgebracht rapport. Het rapport beschrijft de gevolgen van geluidsoverlast op de gezondheid. De boodschap is duidelijk: we zijn niet zo lekker bezig. Zo concludeerde ook RTL Nieuws toen zij de benarde situatie van Nederland schetste. Minimaal een op de drie huizen staat op een plek met dermate veel omgevingsgeluid dat de gezondheid eronder lijdt. Voldoen de zojuist genoemde pak ‘m beet drie miljoen woningen nog aan het criterium van behoorlijke huisvesting? De kwalijke geluidsbronnen komen uit alle categorieën. Denk aan reisverkeer in al zijn vormen, fabrieken, windmolens, discotheken. Verzin iets wat lawaai maakt, het zal vast van invloed zijn.

Onderhavige kwestie klinkt als een typisch first world problem, maar het geeft toch zeker stof om over na te denken. Vooral in een maatschappij die streeft naar ‘de ideale wereld’ op het gebied van welzijn en gezondheid en die bovendien steeds meer kennis krijgt op dit gebied.

“Onderhavige kwestie klinkt als een typisch first world problem.”

Wat is behoorlijke huisvesting?

Dat het recht op behoorlijke huisvesting er in de rechtsorde toe doet, blijkt wel uit haar karakter. Het betreft een grondrecht dat zowel nationaal als internationaal is neergelegd in wetten en verdragen. Daarnaast is het een grondrecht met een sociaal randje. Dit komt er kortgezegd op neer dat er uit dit grondrecht een inspanningsverplichting voortvloeit voor de staat, op basis waarvan burgers hun recht kunnen effectueren. Uit artikel 11 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESC) volgt dat het recht op behoorlijke huisvesting onderdeel is van het recht op een behoorlijke levensstandaard. Hieraan voegt de bepaling nog toe dat de staat passende maatregelen moeten nemen om de verwezenlijking van dit recht te verzekeren.

Voor ons relevant is de vraag wat er nu allemaal valt onder behoorlijke huisvesting. Het is in ieder geval niet slechts de garantie van een dak boven je hoofd. Er blijken zeven aspecten te kunnen worden onderscheiden. Allereerst doet het dienst als bescherming van het woongenot, tegen bijvoorbeeld uitzetting.

Daarnaast draagt het zorg voor de betaalbaarheid en moet er met kwetsbare groepen rekening worden gehouden. Andere aspecten hebben betrekking op planologische zaken. De twee meest relevante aspecten zien enerzijds op de bewoonbaarheid en anderzijds op het bestaan van voorzieningen die essentieel zijn voor gezondheid, veiligheid, comfort en de bereiding van voedsel. Zoals je ziet zijn dit twee nauw verwante zaken. Het een faciliteert het ander.

Bewoonbaarheid ziet voornamelijk op bescherming tegen bedreigingen van de gezondheid. Voor de beoordeling van deze bescherming kijkt de rechtspraak met name naar de ‘fair balance’.  Het belang van de bewoner bij een gezonde omgeving wordt afgewogen tegen het algemene belang van de samenleving. Omtrent geluidsoverlast zijn al vele zaken afgedaan aan de hand van deze toets. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) geeft aan steeds meer waarde te hechten aan de bescherming van de leefomgeving.

“Het is in ieder geval niet slechts de garantie van een dak boven je hoofd.”

Concrete toepassing op de actualiteit

Maatregelen tegen het overmatige omgevingsgeluid zijn gemakkelijk te bedenken. Zo kunnen woningen worden geïsoleerd om het geluidsniveau beneden vastgestelde normen te houden. De bronnen van het geluid een toontje lager laten zingen vergt wellicht wat meer creativiteit en moeite. Vooral gezien het collectieve belang van de samenleving, dat niet te veel in het gedrang mag komen. Als een overheid echt iets wil, kan zij echter stimuleren het omgevingsgeluid terug te dringen.

Anders dan in de jurisprudentie met betrekking tot geluidsoverlast, gaat het bij onderhavige problematiek niet om een of enkele geluidsbronnen die kwaad doen. De algehele stroom aan geluid doet de gezondheid pijn. Dat de bewoonbaarheid in grote delen van ons land in het geding is, staat echter buiten kijf. De schaal van het probleem, een derde van het land, indiceert de grote mate waarin de volksgezondheid wordt aangetast. Des te meer nu er in artikel 11 IVESC wordt erkend dat men recht heeft op ‘steeds betere levensomstandigheden’, is er voor de staat alles aan gelegen het probleem te tackelen.

Weinig kans op succes!

De grootte van het probleem kan daarentegen ook als de grootste valkuil in een eventuele procedure worden beschouwd. De staat moet immers een afweging maken tussen het individuele belang op behoorlijke huisvesting en het algemene belang van de samenleving. Bij de aanpak van het probleem zal onontkoombaar een aanzienlijke som staatsmiddelen gemoeid zijn. Gezien het lichtelijk betuttelende karakter van de kwestie en het scala aan andere gezondheidsbedreigingen waar overheidsgeld mee gemoeid kan zijn, valt in te zien dat het algemene belang van de samenleving niet zondermeer gediend zal zijn bij toekenning van beschermingsmaatregelen aan het individu. Dus hoe urgent het probleem ook is, mijns inziens reikt het recht op behoorlijke huisvesting niet zo ver dat ook een overdosis omgevingsgeluid een sterke basis vormt voor een eis die ziet op verbetering van de bewoonbaarheid. Voor een individueel geval met een omgevingsgeluidsniveau dat buitenproportioneel ver boven de richtlijnen uit torent zie ik echter wel kansen. Voor het gros van de problematiek geldt het tegenovergestelde. Dat zeg ik met de kennis en de maatschappij van nu. Gezien het streven naar steeds betere levensomstandigheden klinkt voor de aanpak van omgevingsgeluid veelbelovende toekomstmuziek. Tot die tijd zullen we het moeten doen met eierdozen tegen de muur en propjes in de oren.

“…is erkend dat men recht heeft op ‘steeds betere levensomstandigheden.’”

Gerjan van der Kamp

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan