In een hoog tempo is onze samenleving gedigitaliseerd. Met één druk op de knop kan men informatie delen aan miljoenen mensen over de hele wereld. In een wereld waar informatie zo eenvoudig te delen is, kan juist de behoefte bestaan om níet te worden gevonden. Zeker wanneer deze persoonlijke informatie pijnlijke en gevoelige herinneringen naar boven haalt. Dat doet zich bijvoorbeeld voor bij persoonsgegevens die voortkomen uit een oorlogsverleden. Door de digitalisering zijn veel oorlogsgegevens tegenwoordig in online archieven terug te vinden.1 In deze verzamelingen zijn ook veel persoonlijke gegevens aan te treffen. Dat heeft niet alleen maatschappelijke en ethische gevolgen, maar ook juridische. Het online publiceren van oorlogsgegevens kan complexe juridische vragen met zich meebrengen. De houder van een dergelijk archief moet rekening houden met een complexiteit van verschillende regelgeving. In dit artikel zullen we vooral stilstaan bij de privacyaspecten van een online oorlogsarchief.
Het plaatsen en publiceren van persoonsgegevens valt onder de reikwijdte van de AVG. De term persoonsgegevens is een ruim begrip. De definitie die uit de AVG volgt betekent praktisch dat alle gegevens die, alleen of tezamen, een persoon indirect of direct kunnen identificeren persoonsgegevens zijn.2 Foto’s waarop mensen herkenbaar in beeld staan, zijn dus in veel gevallen persoonsgegevens.3 Maar ook teksten of verslagen kunnen vol staan met persoonsgegevens.
In oorlogsarchieven zullen veel persoonsgegevens staan van personen die weliswaar identificeerbaar zijn, maar inmiddels niet meer leven. De AVG geldt niet voor deze gegevens, omdat de AVG niet van toepassing is op persoonsgegevens van overleden personen.4 Het is echter niet uitgesloten dat persoonsgegevens van een overleden persoon óók informatie kan blootgeven over hun nabestaanden. Zo kan culturele informatie over een overleden persoon iets zeggen over de politieke opvattingen of geloof van de erfgenamen. Ook genetische informatie kan op deze manier nieuwe persoonsgegevens vormen. Daarnaast kunnen er in de archieven zijdelings persoonsgegevens staan van personen die nog in leven zijn of waarvan niet duidelijk is of ze nog leven.
Wanneer je persoonsgegevens wilt verwerken,5 zoals het online publiceren, dan heb je onder de AVG een rechtsgrondslag nodig. Een rechtsgrondslag voor de verwerking van ‘normale persoonsgegevens’ is bijvoorbeeld het gerechtvaardigd belang van de houder van het archief of toestemming van de betrokkene. Daarbij zullen de belangen van de archiefhouder en de betrokkenen altijd zorgvuldig moeten worden afgewogen.
Naast het hebben van een rechtsgrondslag moet de houder van een oorlogsarchief rekening houden met de eventuele bijkomstigheid van ‘bijzondere’ persoonsgegevens. Sommige persoonsgegevens, zoals de voorgenoemde politieke opvattingen en geloofsovertuiging worden onder de AVG geclassificeerd als bijzondere persoonsgegevens. Ook foto’s zijn onder omstandigheden bijzondere persoonsgegevens. Voor bijzondere persoonsgegevens geldt onder de AVG, behoudens uitzondering, een verwerkingsverbod. Bijzondere persoonsgegevens mag je dus zonder uitzondering niet verwerken.
“De houder van een dergelijk archief moet rekening houden met een complexiteit van verschillende regelgeving.”
Eén van die uitzonderingen op het verwerkingsverbod is toestemming van een betrokkene. De rechtsgrondslag toestemming is problematisch voor een archiefhouder. Het verkrijgen van toestemming kan zeer moeilijk tot zelfs onmogelijk zijn. Bovendien kan gegeven toestemming elk moment weer worden ingetrokken. Een andere uitzondering op het verbod van verwerking van bijzondere persoonsgegevens die van toepassing kan zijn op een archief is opgenomen in de Nederlandse uitvoeringswet van de AVG (UAVG).6 Een archief mag bijzondere persoonsgegevens bevatten, wanneer dit noodzakelijk is met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek. Daarnaast moet het archief een algemeen belang dienen. Ook moet het vragen van toestemming onmogelijk blijken of een onevenredige inspanning kosten. Tenslotte moeten er voldoende waarborgen zijn die ervoor zorgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad. Wil de houder van het archief zich beroepen op bovenstaande uitzondering dan is het dus noodzakelijk dat hij passende maatregelen neemt ter bescherming van de belangen en grondrechten van de betrokkenen. Dat is problematisch bij een online archief die voor iedereen beschikbaar is. De houder kan immers nooit uitsluiten dat de getoonde informatie niet door andere partijen wordt misbruikt. Een voor iedereen toegankelijk (online-) archief kan dus niet zomaar onder deze uitzonderingsbepaling worden geschaard.
Ook indien er geen bijzondere persoonsgegevens in het archief zijn te vinden, doen zich problemen voor. De archiefhouder zal moeten uitleggen waarom het noodzakelijk is dat zijn database online voor iedereen toegankelijk is. Het is nog maar de vraag of de noodzakelijkheid daarvan kan worden aangetoond.
Bovenstaande problematiek doet zich echter alleen voor indien levende natuurlijke personen, zonder onevenredige inspanning, te identificeren zijn. Maar ook wanneer de AVG niet van toepassing is, bestaan er voor nabestaanden juridische mogelijkheden om zich te verzetten tegen publicatie van persoonsgegevens van overledenen. Zo kunnen nabestaanden op grond van het auteursrecht publicatie van portretfoto’s succesvol aanvechten wanneer er sprake is van een redelijk belang.7 Dat is bijvoorbeeld voorstelbaar wanneer een betrokkene zich verzet tegen de publicatie van beeldmateriaal waarop zijn oud-familielid in NSB-uniform is te zien. De rechter zal dan de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene moeten afwegen tegen de uitingsvrijheid van de archiefhouder.8
Een archiefhouder zal voor de publicatie van een online archiefbestand altijd moeten nagaan of persoonsgegevens van levende personen worden verwerkt. Daar is niet altijd een simpel antwoord op te geven. Daarnaast kan een archiefhouder worden geconfronteerd met intellectuele eigendomsrechten of aanspraken op grond van schending van de persoonlijke levenssfeer. Wil een organisatie een online archief publiceren dan moet deze passende maatregelen nemen. Een afgeschermd portal ligt dan al snel voor de hand en er kan bijvoorbeeld voor worden gezorgd dat de portal niet vindbaar is door zoekmachines.
“Dat is bijvoorbeeld voorstelbaar wanneer een betrokkene zich verzet tegen de publicatie van beeldmateriaal waarop zijn oud-familielid in NSB-uniform is te zien.”