Aan de basis van het Migratiepact ligt de erkenning van alle lidstaten van de Verenigde Naties (VN) dat migratie een fenomeen is waar alle landen mee te maken hebben en dat niet zomaar zal verdwijnen. Na de migratiecrisis van 2015-2016 kwam het gesprek tussen de lidstaten over dit onderwerp echt op gang en hieruit kwam het Global Compact voor veilige, ordelijke en reguliere Migratie (GCM) voort na bijna twee jaar onderhandelen. Toch ontstond er de afgelopen maanden veel ophef over het document, nadat landen als de Verenigde Staten, Oostenrijk, Zwitserland en Italië zich terugtrokken. In België dreigde de regering te vallen over de steun die het Belgische kabinet aan het pact wilde verlenen en ook in Nederland waren er meerdere politieke partijen, waaronder de VVD, die openlijk hun twijfels uitten. Waarom is er na twee jaar van onderhandelingen zoveel ophef over dit pact en wat zijn de gevolgen van dit pact?
Belangrijk om te weten is dat het GCM, dat ook wel migratiepact van Marrakesh heet omdat dit de plaats is waar het werd aangenomen in december 2018, geen verdrag is maar een samenwerkingsakkoord.
Het document hoefde dus ook niet ondertekend te worden. Omdat het GCM niet de vorm van een verdrag heeft is het ook niet bindend, al is dit één van de heikele punten waarop critici steeds hebben gewezen. Naast het formele deel van het GCM is er natuurlijk ook een inhoudelijk deel, en dus is de vraag: waar gaat het migratiepact nou eigenlijk over? De bedoeling is om de migratie op een ordelijke manier te laten verlopen, zoals ook blijkt uit de naam. Na de migratiecrisis hebben lidstaten vastgesteld dat zij de internationale migratie niet meer individueel konden bijbenen en dat er behoefte was aan meer samenwerking en aan instrumenten om de migratie van mensen, niet alleen naar Europa, in goede banen te leiden. Bevordering van migratie is niet het doel, uit paragraaf 27 van het pact blijkt dat niet-reguliere-migratie moet worden voorkomen. De regulering van migratie is dus het hoofddoel, en niet de migratie zelf zoals de titel misschien doet vermoeden. Er staat onder meer in waarom mensen migreren, hoe migranten beschermd moeten worden, hoe ze kunnen integreren in de samenlevingen waarin ze terechtkomen en hoe ze kunnen terugkeren naar hun eigen land. Het is daarnaast een misvatting dat het migratiepact ziet op vluchtelingen. Op de VN-top is overeengekomen dat er een speciale tekst zou komen over vluchtelingen, het migratiepact ziet dus enkel op migranten.
Het meest besproken punt uit het migratiepact is het punt of individuen echt geen rechten kunnen ontlenen aan dit document. Zoals hiervoor besproken is het migratiepact geen verdrag en is het dus niet juridisch bindend. In artikel 7 van het GCM wordt zelfs ook expliciet benoemd dat het akkoord juridisch niet bindend is, het is een intentieverklaring. Dit lijkt dus een duidelijke zaak, of in ieder geval geen reden voor een hevige discussie. Toch klinken vanuit meerdere kanten angstkreten. Ons kabinet vond het zelfs nodig om een aanvullende verklaring toe te voegen dat het migratiepact geen onbedoelde juridische gevolgen mag hebben. Er is blijkbaar toch angst voor een COSTA/ENEL en Van Gend en Loos-scenario waarin migranten plotseling aanspraak kunnen maken op extra rechten door het pact van Marrakesh.
Kunnen de nationale rechters met deze overeenkomst aan de haal gaan? Moeten de landen de afspraken in hun eigen wet- en regelgeving verankeren? Leidt het verdrag tot een aanzuigende werking van migratie? Volgens de tekst van het GCM blijkt uit niets dat dit het geval is, maar toch is er angst voor onbedoelde effecten. Ten slotte kan je ook nog de vraag stellen waarom een land een akkoord zou ondersteunen dat niet juridisch bindend is, zeker aangezien de heikelste punten die uit het akkoord voortvloeien de rechten en verplichtingen blijken te zijn. Het GCM dient echter vooral als een diplomatiek instrument gezien te worden. Het maakt het makkelijker om staten aan te spreken die hun verantwoordelijkheden op het gebied van migratie niet of te weinig nemen, zonder dat migranten zelf met extra rechten naar de rechter kunnen stappen. Elke vier jaar zal een internationale conferentie bijeenkomen om te beoordelen hoe het met de uitvoering van de voornemens is gesteld.
“Toch klinken vanuit meerdere kanten angstkreten, het kabinet vond het zelfs nodig om bij hun stem een aanvullende verklaring toe te voegen dat het migratiepact geen onbedoelde juridische gevolgen mag hebben.”
Artikel 4 van het GCM stelt dat vluchtelingen en migranten recht hebben op universele mensenrechten en fundamentele vrijheden, die worden gerespecteerd, beschermd en waaraan te allen tijde moet worden voldaan. Kritische kijkers zeggen dat migratie een mensenrecht wordt als het GCM van kracht wordt. Het pact bevat inderdaad een opsomming van rechten van migranten. Maar dat zijn allemaal bestaande rechten. Daarnaast geldt in het algemeen dat mensenrechten van migranten niet geschonden mogen worden. Dit ligt echter voor de hand, mensenrechten zijn immers geen mensenrechten als deze voor bepaalde groepen mensen niet zouden gelden. Het GCM heeft dus niet tot gevolg dat migratie een mensenrecht wordt, ook al zijn de meningen verschillend of migratie niet sowieso als een mensenrecht gezien moet worden, maar bevestigt alleen dat mensenrechten ook voor migranten gelden.
In Nederland opperde Thierry Baudet, voorman van politieke partij Forum voor Democratie, dat de Nederlandse soevereiniteit in het geding komt door het migratiepact van Marrakesh. Het zou volgens hem op allerlei terreinen verplichtingen opleggen aan de lidstaten en een ‘juridisch schemergebied’ creëren waarin Nederland steeds meer richting open grenzen wordt geduwd. Artikel 15c van het GCM benoemt echter expliciet de nationale soevereiniteit van staten om hun nationale migratiebeleid te bepalen en hun exclusieve recht om migratie binnen hun jurisdictie te regelen, in overeenstemming met het internationaal recht. De kern van het document is dat landen erkennen dat migratie een grensoverschrijdend thema is dat ze samen moeten aanpakken. Het document stelt echter uitdrukkelijk dat ieder land zijn eigen beleid mag blijven bepalen en zelf het recht heeft om te bepalen wie een land legaal binnen kan komen en wie niet.
Objectief gezien moet aan de hand van de tekst van het GCM worden vastgesteld dat het migratiepact van Marrakesh een waarborg heeft tegen de hiervoor benoemde zorgenpuntjes van lidstaten. Aan de andere kant is het ook moeilijk voor te stellen dat de politieke wervelstorm die het migratiepact heeft veroorzaakt enkel een manier is van partijen om spierballen te tonen aan de kiezer voor een belangrijk verkiezingspunt: het migratiebeleid. Ik ben benieuwd of alle heisa over een aantal jaren een politiek spelletje bleek te zijn, of dat tegen die tijd de aangevoerde punten door critici toch niet alleen maar op spierballentaal berustten. Het zal immers niet de eerste keer zijn geweest dat aan lidstaten en hun onderdanen veel meer verplichtingen worden opgelegd dan zij ooit voor mogelijk hadden gehouden.
“In Nederland opperde Thierry Baudet, voorman van politieke partij Forum voor Democratie, dat de Nederlandse soevereiniteit in het geding komt door het migratiepact van Marrakesh.”
Jurriaan Puijpe