Op 2 oktober 2018 loopt de invloedrijke journalist Jamal Khashoggi het Saoedi-Arabische consulaat binnen in Istanbul om scheidingspapieren aan te vragen.1 Hij komt niet meer naar buiten. Twee weken lang ontkent Saoedi-Arabië iets te weten van wat Khashoggi is overkomen. Op 20 oktober 2018 bericht de Saoedische staatstelevisie dat Khashoggi is overleden door toedoen van een losgeslagen officier. In de loop van de tijd begint het er echter steeds meer op te lijken dat Khashoggi in opdracht van de Saoedisch kroonprins vermoord is. Khashoggi had de kroonprins tegen zich in het harnas gejaagd door jarenlang kritische stukken te schrijven over het Saoedische beleid.
Mocht bewezen worden dat de kroonprins opdracht heeft gegeven tot de moord, wat zijn dan de mogelijkheden voor bijvoorbeeld de nabestaanden? Kunnen ze Saoedi-Arabië aansprakelijk stellen en bestaan er mogelijkheden tot het vervolgen van de kroonprins? Dit artikel ziet enkel op de internationaalrechtelijke mogelijkheden.
“…bestaan er mogelijkheden tot het vervolgen van de kroonprins?”
Het eerste probleem waar het onderzoek naar de dood van Khashoggi mee te maken krijgt, is de onschendbaarheid van het consulaat. Dit volgt onder andere uit art. 22 van de Vienna Convention on Diplomatic Relations.Hoewel het consulaat officieel wel tot het grondgebied van Turkije hoort, mag Turkije zijn nationale recht op het grondgebied van consulaat niet handhaven. Saoedi-Arabië zal toestemming moeten geven aan de onderzoekers om binnen te treden in het consulaat. Die toestemming is ondertussen wel verleend aan Turkse onderzoekers.
Met betrekking tot de aansprakelijkheid van een staat zijn in 2001 de ILC-artikelen voor de ‘Responsibility of States for Internationally Wrongful Acts’ in het leven geroepen. Deze artikelen beschrijven de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een staat aansprakelijk te stellen voor een onrechtmatige daad. De ILC (International Law Commission) is onderdeel van de Verenigde Naties (VN). Zij is in het leven geroepen om internationaal recht te codificeren.2 Als lid van de VN gelden deze artikelen ook voor Saoedi-Arabië.
In artikel 1 ILC-artikelen staat dat een internationale onrechtmatige daad van een staat leidt tot aansprakelijkheid van die staat. Volgens artikel 2 van de ILC-artikelen is sprake van een onrechtmatige daad van een staat wanneer de handeling een inbreuk maakt op een internationale verplichting van de staat en deze handeling aan die staat toerekenbaar is. Artikel 12 vertelt ons dat een staat een internationale verplichting schendt wanneer hij in strijdt handelt met wat is vereist met deze verplichting. Hiervoor maakt het bovendien niet uit, uit welke rechtsbron die verplichting voortvloeit. Daarnaast is het beoordelen van de schending objectief van aard. Met andere woorden: vragen van schuld, opzet of nalatigheid zijn in mindere mate relevant voor het algemene aansprakelijkheidsrecht.3
Vervolgens moet het handelen dat de schending veroorzaakt ook toerekenbaar zijn aan de staat. Artikel 4 van de ILC-artikelen bepaalt dat de handelingen van staatsorganen aan de staat kunnen worden toegerekend. In de daaropvolgende artikelen worden nog andere situaties gegeven waarin de handeling aan de staat kan worden toegerekend. Met betrekking tot de casus van Khashoggi verdient artikel 8 wat meer aandacht. Artikel 8 bepaalt dat de handelingen van een persoon of een groep personen als een handeling van de staat wordt gezien, als deze personen feitelijk de instructies van de staat uitvoeren of onder de controle of regie van die staat vallen. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat deze personen niet compleet afhankelijk hoeven te zijn van de staat, maar dat de staat de effectieve controle heeft over deze personen.
Die effectieve controle hoeft niet over alle acties worden bewezen, maar enkel over de acties welke in strijd zijn met het internationale recht.4
Eén van de punten die Saoedi-Arabië aanvoert is dat een van de ondervragers doorsloeg en een eigen weg insloeg. Het kan zijn dat Saoedi-Arabië probeert te bewerkstelligen dat zij kunnen bewijzen dat zij geen effectieve controle uit konden oefenen over deze persoon. Dit lijkt mij vergezocht. Als de regering iets had kunnen doen, dan was het wel zorgen dat de juiste mensen op de juiste plek zaten en dat ze deze ondervrager buiten dienst hadden moeten zetten. Of anders: deze ondervrager niet moeten betrekken bij deze situatie, dan wel hem van de zaak moeten halen toen bleek dat hij doorsloeg. Mijns inziens heeft Saoedi-Arabië nooit de effectieve controle verloren over deze ondervrager.
Vervolgens verklaren ze dat een gevecht was uitgebarsten in het consulaat en dat ze Khashoggi een dodelijke injectie hebben toegediend. Saoedi-Arabië heeft als reactie op het incident 21 mensen opgepakt en twee belangrijke officials ontslagen.5 Meerdere audio-opnames zouden de moord bewijzen.
Het doden van een burger is te zien als een schending van een internationale verplichting in de zin van artikel 12 ILC-artikelen. Ondervragingen op een consulaat gebeuren door medewerkers van staatsorganen en op die manier is de moord dan volgens artikel 4 ILC-artikelen toe te rekenen aan Saoedi-Arabië. Ingevolge artikel 2 ILC-artikelen is Saoedi-Arabië dan aansprakelijk voor de moord op Khashoggi. Nabestaanden zouden dus een claim in kunnen dienen tegen de staat Saoedi-Arabië.
“Nabestaanden zouden dus een claim in kunnen dienen tegen de staat Saoedi-Arabië.”
Het is voor te stellen dat een financiële tegemoetkoming de wonden niet heelt. Mocht nou worden bewezen dat de Saoedische kroonprins inderdaad opdracht heeft gegeven tot de moord. Kan hij dan strafrechtelijk vervolgd worden?. Dit is onder andere mogelijk op grond van internationaal gewoonterecht. Hierbij gaat het enkel om misdrijven die de fundamentele normen van de internationale gemeenschap aantasten, zoals bijvoorbeeld misdrijven tegen de menselijkheid en foltering.6 Het is de vraag of de zaak van Khashoggi binnen de categorie fundamentele normen valt. Het valt te beargumenteren dat wanneer een gezagsdrager – zoals de kroonprins – iemand die gebruik maakt van zijn persvrijheid elimineert, zodanig indruist tegen de fundamentele normen van de internationale gemeenschap, dat individuele aansprakelijkheid op grond van internationaal gewoonterecht mogelijk is.
Het Internationaal Strafhof (ISH) zou dan jurisdictie hebben zoals gelezen kan worden in artikel 25 Statuut ISH (lid 3 onder b in geval van de kroonprins). De hoedanigheid van kroonprins is irrelevant voor de jurisdictie van het Strafhof, zoals volgt uit artikel 27 Statuut ISH. Daarnaast blijkt ook uit de Warrant Case dat personele of functionele immuniteit niet afdoet aan strafrechtelijke aansprakelijkheid.7 Het zal ongetwijfeld lastig worden om te bewijzen dat de Saoedische kroonprins opdracht heeft gegeven tot de moord, maar als dat lukt, dan kan hij worden vervolgd.
“De officiële capaciteit van de kroonprins is irrelevant voor de jurisdictie van het Strafhof…”
Hidde van der Lende