Waarom onze tbs-aanpak kant noch wal raakt

Lees verder

7 januari 2018: een tbs’er uit de Dr. S. van Mesdag kliniek in Groningen keert niet terug van zijn onbegeleid verlof. Er volgt een klopjacht en pas na een week wordt de ontsnapte man gevonden. Dit alles speelt zich nog geen halfjaar na de moord op Anne Faber af. Wéér een incident rondom een tbs’er, en dat terwijl ons tbs-systeem al zo weinig draagvlak kent. Sommigen omschrijven de maatregel zelfs als “een vakantieparadijs voor de meest gevaarlijke criminelen van Nederland.” Waar tbs-klinieken meer dan ooit hun best doen om het draagvlak te vergroten, zorgen individuele incidenten rondom tbs’ers er juist voor dat het alleen maar kleiner en kleiner wordt.1 De individuele incidenten veroorzaken in Den Haag de reflex om restrictiever op te gaan treden. Denk hierbij aan een langere duur van behandelingen en een lagere drempel om de maatregel op te kunnen leggen. Deze reactie werkt echter juist averechts: een strenger beleid blijkt uit onderzoek bijna alleen maar nadelige effecten te hebben op de veiligheid in ons land. Dit klinkt nogal tegenstrijdig, en daarom ga ik je in dit artikel aan de hand van vijf punten uitleggen hoe het zit..

1.      De minister van Justitie en Veiligheid is degene die bepaalt of een tbs’er op verlof mag.

Werkt dit systeem? Nee. Waarom niet? Omdat deze manier van besluitvorming het leveren van maatwerk moeilijk maakt. Door de bevoegdheid bij klinieken zelf te leggen kan er per gedetineerde persoonlijk gekeken worden wat voor soort verlof op welk moment het beste bij de tbs’er past. De minister heeft daar veel minder inzicht in. Ook is de minister degene die verantwoordelijk wordt gehouden in de Kamer indien er iets fout gaat tijdens een verlof.

Het is belangrijk dat wordt voorkomen dat een tbs’er het gevoel kan krijgen dat de politieke achtergrond van een minister van invloed kan zijn op zijn beslissing omtrent het verlenen van verlof voor individuen. Waar het op neerkomt: willen we meer maatwerk in het verlofstelsel, dan moeten we meer beslissingsbevoegdheid bij de klinieken zelf leggen.2

2.      Als reactie op tbs’ers die niet terugkomen van verlof worden vaak alle geplande verloven opgeschort.

Werkt deze maatregel? Nee. We annuleren toch ook niet alle vluchten op Schiphol als er een vliegtuig is neergestort? Door verloven in te trekken of tijdelijk op te schorten, benadelen we diegenen die niks misdaan hebben.

Dit levert een deuk op in de vertrouwensband tussen de patiënt en de kliniek, wat het proces van resocialisatie weer bemoeilijkt.  Ook lopen door het opschorten van de verloven alle behandelingen vertraging op, wat dan weer onnodig veel extra geld kost.

3.      Als reactie op tbs-incidenten wordt de duur van tbs-behandelingen verlengd. 

Hoe langer een tbs-behandeling duurt, hoe eerder strafrechtadvocaten geneigd zijn hun cliënten te adviseren om niet mee te werken aan een onderzoek naar hun psychische gesteldheid. Als een verdachte niet mee werkt aan een onderzoek is de kans namelijk klein dat de rechter tbs oplegt.

Zo komt verdachte dus in een normale gevangenis terecht, zonder therapieën en behandelingen, en komt hij of zij vaak eerder vrij. Dit komt de veiligheid van onze samenleving zeker niet ten goede, omdat mensen die psychisch ziek zijn, behandeld moeten worden.3

“En waar de media erg goed in zijn, is moord en brand schreeuwen zodra zich een incident voordoet waar een tbs’er bij betrokken is.”

4.      Langer durende tbs-behandelingen hebben als gevolg dat rechters in meer gevallen geen tbs meer opleggen.

Dit punt borduurt voort op nummer drie. In Nederland moet de rechter bij een strafoplegging de proportionaliteitseis laten meewegen. Een straf moet in verhouding staan tot de ernst van het delict. Als de behandelduur van tbs verlengd wordt, gaat de rechter in meer gevallen geen tbs meer opleggen, omdat dit niet meer in verhouding staat met de ernst van het delict. Zo ontstaat er een hoger herhalingscijfer, want meerdere criminelen krijgen niet de behandeling die ze wel horen te krijgen, waardoor de kans dat ze in herhaling vallen zodra ze vrij komen toeneemt. Uit diverse onderzoeken blijkt tevens dat het aantal recidivisten uit een normale gevangenis groter is dan het aantal recidivisten uit een tbs-kliniek.

5.      De Tweede Kamer bedrijft te veel incidentenpolitiek. 

Politici laat zich veel beïnvloeden door beeldvorming in de media. En waar de media erg goed in zijn, is moord en brand schreeuwen zodra zich een incident voordoet waar een tbs’er bij betrokken is. Begrijpelijk vanuit het oogpunt dat de journalistieke schoorsteen ook moet roken, maar het is jammer dat daarentegen de details van het aantal tbs-behandelingen waar het wel goed gaat niet genoemd worden.4 Politieke partijen willen dat burgers zich gehoord voelen, en als er in een samenleving geroepen wordt dat het rechtssysteem faalt moet de politiek daar iets mee. Ze reageren op de heersende angst door de wet aan te passen, en hier komen we bij het terugkerende probleem: wetgeving moet je nooit aanpassen op basis van incidenten. Voordat je het weet, creëer je namelijk meer problemen dan dat je ze oplost.

Charlotte Schuring

Voetnoten

1. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, “Ontsnappen aan medialogica, tbs in de maatschappelijke beeldvorming”, 2006.
2. Manifest Vereniging van TBS-advocaten, “Betere TBS zorgt voor minder TBS-weigeraars”

 

3. de Volkskrant, “Is de dood van Anne Faber de schuld van het systeem?”, 15 oktober 2017.
4. De Groene Amsterdammer, “Het delict als deuk in de samenleving”, Henri Beunders, 26 april 2017.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan