Sinds jaar en dag vieren we in Nederland de verjaardag van onze vorst. Vijf jaar geleden kon deze nationale feestdag voor het eerst in ruim 120 jaar weer eens bestempeld worden tot een mannelijke versie in de vorm van Koningsdag. Afgelopen 27 april had Groningen de eer om de koning en zijn familie te ontvangen. Uit onderzoek van Ipsos1 blijkt dat zeventig procent van de Nederlanders zegt achter de monarchie te staan. Tegenover deze meerderheid van enthousiastelingen staan de republikeinen. Zij hebben liever nog vandaag dan morgen dat dit hele ‘circus’ wordt afgeschaft. Een jaarlijks terugkomende discussie in de media en politiek richt zich met name op de financiering van het koningshuis: wat kosten die Oranjes de belastingbetaler nou eigenlijk?
Uit artikel 40 van de Grondwet blijkt dat de koninklijke familie jaarlijks, ten laste van het Rijk, uitkeringen ontvangt op basis van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis.2 Het Ipsos-onderzoek zegt voorts ook dat bijna driekwart van de ondervraagden het belangrijk vindt dat het koningshuis verantwoording aflegt over de kosten die ze maken.
Daarnaast zegt 62 procent van de ondervraagden dat er meer openheid van zaken moet komen omtrent deze kosten. Onlangs stelde het Republikeins Genootschap dat de gepubliceerde kosten in de rijksbegrotingen niet kloppen. Sterker nog, de kosten zijn zes maal zo hoog dan daadwerkelijk wordt beweerd, aldus dit genootschap.
Artikel 1 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis geeft een overzicht van de inkomsten. De bedragen die bepaalde leden van de koninklijke familie ontvangen zijn niet mis. De jaarlijkse uitkering die koning Willem-Alexander ontvangt ligt rond de 4,8 miljoen euro. Zijn vrouw Maxima krijgt elk jaar ruim 0,8 miljoen euro. En ook prinses Beatrix wordt niet overgeslagen met een slordige 1,3 miljoen euro.
Daarnaast vermeldt artikel 3 van diezelfde wet dat de personele en materiële kosten die samenhangen met het koningschap, niet zijnde de uitkeringen die genoemd zijn in artikel 1, worden bekostigd uit de begroting van het Rijk. Voor zover deze een voorziening bevat en nadat de kosten door of vanwege de koning daartoe door tussenkomst van de Minister-President kunnen worden gedeclareerd.
“Volgens onderzoeker René Zwaap wordt het vermogen van de familie van Oranje-Nassau geschat op ongeveer 12 miljard en daarmee zou de Koninklijke familie zo’n 192 miljoen euro ontlopen bij De Belastingdienst.”
Elke Prinsjesdag wordt naast de landelijke begroting ook de begroting van het Koninklijk Huis bekend gemaakt. Afgelopen september werd vermeld dat dit zo’n 60 miljoen euro zou zijn. De republikeinen zijn echter van mening dat dit bedrag rond de 350 miljoen euro ligt. Het Republikeins Genootschap concludeert dat er veel kosten zijn die verborgen worden gehouden. Hierbij moet worden gedacht aan kosten omtrent huisvesting door ambassades in het buitenland, personeel en werkbezoeken. Deze laatste categorie valt niet onder de staatsbezoeken. Sluit overigens ook de beveiligingskosten niet uit, deze blijven namelijk geheim uit veiligheidsoverwegingen. De kroon qua kosten wordt gespannen op het gebied van de belastingen. Volgens onderzoeker René Zwaap wordt het vermogen van de familie van Oranje-Nassau geschat op ongeveer 12 miljard en daarmee zou de Koninklijke familie zo’n 192 miljoen euro ontlopen bij De Belastingdienst.
Buiten de officiële 60 miljoen vallen ook de kosten met betrekking tot Koningsdag. De gemeente Groningen pakte uit afgelopen 27 april. De dag kostte zo’n 1,35 miljoen euro. Een derde komt voor rekening van de provincie Groningen, het overige deel wordt betaald door de gemeente zelf. De kosten waren nodig voor het beveiligen van koning Willem-Alexander en zijn gezin, samen met andere leden van de koninklijke familie, en voor algehele uitgaven aan veiligheids- en crowdmanagement. Daarnaast werden er kosten gemaakt voor de interne organisatie, het gehele dagprogramma, promotie en het sluiten van partnerships.
Al met al kan worden geconcludeerd dat er meer openheid van zaken moet komen omtrent de koning en zijn kosten. Ongetwijfeld zal de koning tijdens zijn staatsbezoeken de nodige werkzaamheden verrichten om Nederland goed op de kaart te zetten en natuurlijk gaan daar lucratieve deals mee gepaard voor het nationale bedrijfsleven.3 Dit mag echter niet het argument zijn om de geheimzinnigheid goed te keuren met betrekking tot de alle koninklijke kosten. Leuk en aardig zo’n koningshuis, maar de koning mag wel eens de koninklijke weg gaan bewandelen als het over zijn eigen kosten gaat.
Jan Bakker