Niet alleen de Groningse boeren stonden op 1 februari tegen de gaswinning te demonstreren op het Malieveld in Den Haag. Een grote groep advocaten kwam in actie voor extra geld voor de gesubsidieerde rechtsbijstand, voorafgaand aan een debat in de Tweede Kamer daarover. Hun stelling: er ontstaat scheefgroei in de advocatuur.
Sommigen kunnen bij behoefte aan juridisch advies of aan rechtsbijstand in een procedure in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Hiervoor dient aan verschillende voorwaarden te zijn voldaan, mensen met een inkomen boven de 25.000 euro per jaar komen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor deze mogelijkheid.1 De advocaat of mediator die namens een burger optreedt, ontvangt van de Raad voor de Rechtsbijstand (hierna: de Raad) een vergoeding voor de ter zake verrichte werkzaamheden.
Deze wordt betaald volgens een vooraf door de overheid vastgesteld puntenaantal. Elk soort zaak heeft een aantal punten waarbij één uur werk gelijk zou moeten zijn aan één punt. Deze puntenaantallen zijn ruim twintig jaar geleden laatstelijk vastgesteld.
In opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (thans Justitie en Veiligheid) heeft de Commissie evaluatie puntentoekenning rechtsbijstand (hierna: de Commissie) in oktober van 2017 de puntentoekenning in de gesubsidieerde rechtsbijstand onderzocht. De Commissie concludeert dat te weinig geld beschikbaar is voor de gesubsidieerde rechtsbijstand. Als gevolg hiervan krijgen advocaten in veel gevallen te weinig betaald voor de verrichte werkzaamheden. De kwaliteit van de rechtsbijstand loopt hierdoor gevaar, zo stellen zij. Volgens de Commissie is sprake van achterstallig onderhoud, en is het systeem dringend aan vervanging toe.2
Het puntensysteem uit de jaren ‘90 voldoet niet meer. Sinds de invoering van het systeem is de werklast toegenomen, maar zijn de puntenaantallen en de daarmee verbonden vergoedingen dat niet. In het rapport wordt onder andere gekeken naar de huidige gemiddelde tijdbesteding voor ‘standaard-zaken’. Deze vertegenwoordigen 71% van het totaal aantal zaken.
Volgens de Commissie ligt in 79% van de gevallen de huidige gemiddelde tijdbesteding 2,8 uur hoger dan de forfaitair toegekende tijd.3 Voornamelijk in delen van het familierecht, bijvoorbeeld de echtscheidingszaken, besteden advocaten vaak meer tijd aan een zaak.
In 2015 werd ook onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van de gesubsidieerde rechtsbijstand door de Commissie onderzoek oorzaken kostenstijgingen stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand en vernieuwing van het stelsel (hierna: de Commissie Wolfsen). Commissie Wolfsen heeft in haar rapport geconcludeerd dat voor toevoegingsadvocaten een netto-inkomen haalbaar moet zijn dat gelijk is aan het netto jaarinkomen van rijksambtenaren. In 2015 kwam dit neer op een bedrag van 41.500 euro.4 Volgens de Commissie is voor de advocaten die voor het merendeel zijn aangewezen op een toevoegvergoeding een dergelijk inkomen niet haalbaar.5 De Commissie bepleit daarom dat een investering van 127 miljoen euro vereist is om in de toekomst hieraan te kunnen voldoen.
In oktober 2017 heeft het NRC verschillende strafrechtadvocaten benaderd met de vraag of zij zich herkennen in de geschetste werklast en het niet betaald krijgen voor alle werkzaamheden. Ruim dertig advocaten hebben hierop gereageerd en gaven allen aan zich hier in te herkennen.6 Weliswaar is er een mogelijkheid om extra uren vergoed te krijgen: een advocaat kan een verzoek indienen bij de Raad. Die beoordeelt vervolgens of de extra uren worden toegekend. Volgens de ondervraagde advocaten ligt hier het probleem. De Raad kent enkel extra uren toe wanneer sprake is van een zaak die feitelijk en/of juridisch ingewikkeld is en dit voor de advocaat uitzonderlijk meer werk betekent.7
Dat de Raad de aanvragen streng beoordeelt, begrijpt het merendeel van de advocaten. De mate waarin de Raad nu echter beoordeelt is volgens velen te streng. De Commissie is ook van mening dat de Raad hierin doorslaat.
Volgens de Raad resulteert het besteden van extra uren aan een zaak niet per definitie in betere rechtshulp. Een woordvoerder van de Raad stelt dat de zaken inhoudelijk worden beoordeeld. De tijd die de advocaat er aan besteedt is niet relevant. In de meeste gevallen gaat dit volgens de woordvoerder goed. In 2016 en 2017 kende de Raad in 19 respectievelijk 17 procent van de gevallen de aangevraagde extra uren niet toe.8
Debat met ministers levert nog niets op
Als het aan de partijen GroenLinks, PvdA en SP ligt wordt 127 miljoen euro uitgetrokken voor deze vorm van rechtsbijstand. Volgens de partijen is dit nodig om de kwaliteit van de rechtsbijstand te kunnen waarborgen.9 Zij hebben zich eind november hiervoor ingezet door middel van een gezamenlijke motie in de Tweede Kamer — deze behaalde evenwel geen meerderheid.
De Minister voor Rechtsbescherming, Dekker, wil tot op heden geen extra geld uittrekken voor de gesubsidieerde rechtsbijstand. Zijn reactie: “Ik trof een piepend en krakend stelsel van rechtsbijstand aan, waarin advocaten klagen over onderbetaling. Een goed stelsel is nodig voor degenen die dat echt nodig hebben. Maar ik wil eerst zien of het aantal zaken niet omlaag kan.”.10 Volgens Dekker kan het op verschillende punten beter. In 60% van de gevallen is de overheid een procederende partij. Daarnaast worden door middel van het stelsel echtscheidingen gesubsidieerd waarin partijen het conflict zolang en zo hoog mogelijk opdrijven. Dit kan volgens Dekker niet de bedoeling zijn en is bovendien onwenselijk voor de kinderen. Het laatste woord is nog niet gezegd….
Esther Bootsma