Geen schadevergoedingen, geen geld, maar wél een totaalverbod op de verkoop van tabaksproducten. Dat willen Nederlandse ziekenhuizen, organisaties en patiënten die via advocaat Bénédicte Ficq aangifte hebben gedaan tegen de vier grootste tabaksfabrikanten die in Nederland actief zijn. Ze hoopten dat het OM de fabrikanten strafrechtelijk zou gaan vervolgen. Het Openbaar Ministerie legt de zaak echter naast zich neer. De reden: met de huidige regels zijn er geen mogelijkheden voor een kansrijke vervolging van tabaksfabrikanten. De advocaat stapt nu naar het Gerechtshof.
Tabaksfabrikanten over de wereld betalen al langer schadevergoedingen aan rokers naar aanleiding van civiele zaken, maar het zou voor het eerst zijn dat er een strafrechtelijke vervolging zou plaatsvinden. Een unieke aangifte dus. De VSK, Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten, reageerde ten tijde van de aangifte dat de fabrikanten produceren volgens de geldende wet- en regelgeving en dat dit geen misdaad kan opleveren. Volgens de aangevers kan dat wél. Zij pleiten voor doodslag, toebrengen van lichamelijk letsel en het benadelen van de gezondheid. Daarnaast stellen zij dat de tabaksfabrikanten zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte. Dat zijn flinke beschuldigingen tegen de miljardenindustrie.
In dit artikel leg ik je uit hoe tabaksfabrikanten te werk gaan. Is het einde van de sigaret in zicht? Ook werp ik een juridische blik vooruit op het vervolg bij het Gerechtshof.
Toen ik hoorde over de mogelijke strafrechtelijke vervolging vroeg ik me af hoe dit zou kunnen werken. Mijn eerste gedachtegang: wanneer je een sigaret opsteekt, aanvaard je de gevolgen daarvan. Daar hebben die fabrikanten niks mee te maken. Tegenwoordig zijn fabrikanten verplicht om afschrikwekkende foto’s en teksten op verpakkingen te plaatsen waardoor bekendheid met de gevolgen van roken voor de gezondheid wordt vergroot.
Na mijzelf te hebben verdiept in de wereld van sigaretten en fabrikanten, is mijn mening veranderd. Sigaretten zijn doordacht, precies zó ontwikkeld om de mensen zo snel mogelijk, zo verslaafd mogelijk te maken. Documenten die de marketingstrategieën van tabaksfabrikanten bevatten, richten zich voornamelijk op ‘young adult smokers’.
Jongvolwassenen zijn vooral het doelwit van marketing, om meerdere redenen. Deze periode zit vol met levensovergangen en biedt volop mogelijkheden om hierbij nieuwe gewoontes aan te leren. Zit die gewoonte er eenmaal in, wordt het op latere leeftijd een stuk moeilijker om ervan af te komen. Heb je een jonge, verslaafde roker te pakken, dan heb je die vaak voor het leven.
Die levensovergangen kunnen daarnaast voor veel stress zorgen en daarbij kunnen de kalmerende effecten van nicotine helpen.1 Daarnaast zijn zij ‘replacement smokers’: de nieuwe generatie rokers die de overleden rokers moet vervangen.2 Kennelijk zijn tabaksfabrikanten zich ervan bewust zijn dat een grote groep rokers sterft: het is voor het verdienmodel van belang dat zij worden vervangen, anders gaan de winsten omlaag.
Sigarettenfilters bevatten minuscule gaatjes. De uitstoot van nicotine, teer en andere stoffen wordt gemeten met een rookmachine. Via deze gaatjes komt er extra lucht binnen. Wanneer mensen roken houden ze de sigaret zo vast dat er altijd minstens een paar gaatjes worden dichtgeknepen. De hoeveelheid schadelijke stoffen die je inademt, neemt hierdoor toe. Rokers krijgen zo meer stoffen binnen dan per sigaret is toegestaan, wat weer bijdraagt aan versterking van de verslaving. En zo wordt de sigaret met een filter een ‘sjoemelsigaret’.3 Wanneer je rook inademt, krijg je nicotine, teer en nog honderden andere stoffen binnen.
Die andere stoffen zijn vooral chemicaliën die ervoor zorgen dat een sigaret goed smaakt en dat de nicotine sneller in je hersenen wordt opgenomen, zodat je snel de positieve en verslavende werking van nicotine merkt. Het beginnen en stoppen met roken moet toch iets genuanceerder worden bekeken en kan niet zomaar worden afgedaan met makkelijke ‘eigen schuld, dikke bult’-opmerking. Naast het opzettelijk verslaafd maken van jongvolwassenen en het manipuleren van sigaretten, gaat de invloed van de tabaksfabrikanten nog een stuk verder.
In Nederland is de wet- en regelgeving omtrent tabak en roken opgenomen in de Tabaks- en rookwarenwet. Er worden normen gesteld waarbinnen de maximale uitstoot van teer en nicotine moet blijven. Dit wordt getest volgens een bepaalde methode. Die methode en het maximale gehalte van de stoffen die de sigaret afgeeft, wordt echter grotendeels door de tabaksfabrikanten bepaald. Dit komt doordat 6 van de 8 leden uit de Normcommissie Tabak uit de tabaksindustrie komen. Daarnaast wordt in Nederland door de RIVM de Eiden-meetmethode gebruikt. Dit is de meetmethode die ik in de vorige alinea heb besproken. Er is echter een andere methode: de Canadese methode. Hierbij worden de gaatjes wél afgeplakt en meet de machine veel hogere waarden bij de Nederlandse pakjes sigaretten. Concreet: elk getest Nederlands pakje bevatte op zijn minst drie keer zoveel teer en twee keer zoveel nicotine dan is toegestaan.4 Intussen heeft het RIVM op zijn site de informatie over de filterventilatie aangevuld. Zij erkent dat de gemeten schadelijke stoffen onderschat zijn. Ondertussen wordt daar niets tegen gedaan, kennelijk omdat de tabaksfabrikanten zoveel invloed hebben. Door het heffen van steeds hogere accijnzen proberen landen het roken te ontmoedigen, ook omdat uit meerdere onderzoeken is gebleken dat prijsverhoging direct invloed heeft op het gebruik van tabaksproducten.5
Argumenten tégen prijsverhoging zijn vaak dat het de smokkel van sigaretten bevordert. Duurdere sigaretten zijn de tabaksfabrikanten een doorn in het oog en dus proberen ze dit tegen te houden. De smokkel van sigaretten wordt voor een groot deel door de tabaksfabrikanten zelf gecreëerd om de omzet en de prijs in stand te houden.6 In het Europees parlement wordt ook wel gesteld dat het verbieden van tabak leidt tot precedenten. Je moet dan ook andere slechte producten verbieden. Tabaksfabrikanten stellen dat er meer voorlichting moet worden gegeven aan kinderen in plaats van meer regelgeving. Tegelijkertijd bevestigen tabaksfabrikanten in hun eigen marketingplannen dat de aangeleerde afkeer van jonge kinderen tegen sigaretten geen probleem is omdat die afkeer snel kan worden afgeleerd door leeftijdsgenoten die zijn gaan roken of iets oudere rokers. Wanneer een land dan toch vooruitstrevend wil handelen en wetgeving aanneemt die de accijnzen verhogen, kan het juridische stappen van de tabaksfabrikanten verwachten. Ze maken gebruik van handelsverdragen tussen landen, waardoor zij wanneer er nieuwe wetgeving wordt uitgevaardigd, schadevergoeding kunnen vragen voor de verloren winst. Ze klagen landen aan voor miljarden euro’s en houden op die manier fabrikanten democratische wetgeving tegen.7
Zoals ik al heb vermeld is het voor de eerste keer ter wereld dat er aangifte is gedaan tegen tabaksfabrikanten. In september 2016 werd de aangifte ingediend. Namens Stichting Rookpreventie jeugd en inmiddels ruim 30 patiënten, ziekenhuizen en gemeenten, stelde mr Bénédicte Ficq de aangifte op tegen de vier grootste tabaksfabrikanten in Nederland. Dit zijn British American Tobacco, Phillip Morris International, Japan Tobacco International en Imperal Tobacco Benelux. Zij staan achter merken als bijvoorbeeld Marlboro, Camel, Lucky Strike en Pall Mall. Waar worden de fabrikanten allemaal van beschuldigd? De aangifte spreekt van twee soorten delicten. Ten eerste wordt er gesteld dat de tabaksproducenten door de productie en verkoop van tabaksproducten ‘willens en wetens de aanmerkelijke kans/het aanmerkelijke risico aanvaarden dat het verslaafde gebruik van deze tabaksproducten leidt tot de dood dan wel zwaar lichamelijk letsel, dan wel letsel in die zin dat opzettelijk de gezondheid van de gebruikers wordt benadeeld en dit alles met voorbedachten rade’. Daarnaast het delict valsheid in geschrifte, gericht op het maximale toegestane emissieniveau van een sigaret. Dit heeft betrekking op de eerdergenoemde ‘sjoemelsigaret’.
De tabaksfabrikanten zullen zich mogelijk verweren met de argumenten als ‘roken is een vrije keuze’, ‘de productie van tabaksproducten is legaal’ en ‘ook vet eten en veel alcohol drinken kunnen leiden tot ziekte en dood’.9
De weg naar het Gerechtshof
Inmiddels heeft het OM het onderzoek afgerond en besloten de tabaksindustrie niet te vervolgen. In het 33 pagina tellende onderzoek worden de redenen gedetailleerd beschreven. Het OM stelt dat het algemeen bekend is dat roken ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Deze risico’s staan vermeld op de verpakkingen. Daarnaast bieden tabaksproducenten een legaal product aan, waarbij ook wordt gewaarschuwd voor de risico’s. Er wordt gesteld dat het de roker zelf is die de ‘aanmerkelijke kans aanvaardt door met roken te beginnen of (als hij eenmaal is begonnen) niet daarmee stopt’. De roker is de onmisbare en noodzakelijke schakel in de keten van oorzaak tot gevolg. De negatieve gevolgen kunnen in strafrechtelijke zin niet meer worden toegerekend aan de tabaksindustrie. Wat betreft de sjoemelsigaret: de uitslag van de emissietesten moest worden vermeld op de pakjes. Dat een roker in werkelijkheid meer stoffen binnenkrijgt, is niet in strijd met de geldende regelgeving. Zolang de productie overeenkomt met de regelgeving, zijn gaatjes in filters en het toevoegen van additieven niet verboden. Het OM is van mening dat er strafrechtelijk gezien niets kan worden gedaan, dit is een maatschappelijk debat waar de politiek zijn tanden in moet zetten.10
De aangevers hebben inmiddels laten weten het proces voor het Gerechtshof te brengen. Middels de procedure uit artikel 12 Wetboek van Strafrecht willen zij bewerkstelligen dat het OM wordt verplicht om de tabaksindustrie te vervolgen. Strafrechtadvocate Ficq verwacht dat deze procedure nog een jaar kan gaan duren. Een antwoord op de vraag of het einde van de sigaret eraan komt, zal nog even op zich laten wachten.
Emelie Wesselink