Een gebroken kaak, 1,7 miljoen views, massa’s nieuwsberichten, drie aangiftes én een uitspraak van de voorzieningenrechter. Resultaat van een aflevering van het YouTube-programma van programmamaker en presentator Tim Hofman. In zijn serie #Boos haalt hij verhaal bij vastgoedhandelaar Ton Hendriks. Samen met een aantal studenten, die al jaren in een woning wonen van Ton met ernstige gebreken, waar niets aan wordt gedaan. In de aflevering zie je hoe ze op pad gaan naar het pand waar Hendriks aanwezig is met zijn werknemers. Het loopt uit op een handgemeen en er raken mensen gewond, onder andere natuurlijk presentator Tim met zijn gebroken kaak.
Als rechtenstudent komen er bij het zien van het filmpje tal van juridische vragen boven borrelen: Hoe zit het met de privacy van Hendriks? Mag hij wel worden gefilmd in zijn eigen pand? Mag je wel zomaar binnen filmen? Is er sprake van huisvredebreuk waar meneer Hendriks later aangifte van heeft gedaan? De vraag die mij het meest bezig houdt heeft te maken met eigenrichting. Steeds vaker zie je namelijk dit soort filmpjes op social media. Er wordt een misstand aan de kaak gesteld en verspreid via internet. Spraakmakende berichten, zoals dit filmpje, gaan viral.1 Gevolg? Heel Nederland praat erover. Ton Hendriks’ reputatie kan hierdoor worden geschaad. De negatieve berichtgeving kan nadelig zijn voor hem als persoon en voor hem als ondernemer. Wat ik mij afvraag is of het aanbrengen van reputatieschade gezien kan worden als een vorm van eigenrichting. In dit stuk leg ik het je uit!
Eigenrichting is het ‘voor eigen rechter spelen’. Zonder tussenkomst van de rechter, probeert een burger een overtreder te bestraffen. Ook valt hieronder het eigenhandig vereffenen van een geschil in het civiele recht. Uit het burgerlijk procesrecht blijkt dat een van de doelen is om eigenrichting tegen te gaan. Voor een rechtstaat is het namelijk onwenselijk dat eigenrichting zich voordoet. Het is niet wenselijk dat iedereen op eigen houtje zijn (vermeende) rechten gaat afdwingen. Er wordt gesproken over de angst dat er een maatschappij ontstaat waar het recht van de sterkste geldt. De maatschappelijke orde wordt daardoor verstoord.2 Om het concreet te maken: in het burgerlijk recht kan je denken aan bijvoorbeeld wanbetaling. Men kan denken aan bedreiging met geweld of daadwerkelijk geweld om toch geld van de bedreigde te krijgen. Dit is niet toegestaan. De staat heeft namelijk geweldsmonopolie, het alleenrecht op het gebruik van geweld. Gebruik van geweld door burgers is strafbaar gesteld in ons wetboek van strafrecht.3 Ook kan je denken aan misbruik: er wordt 10.000 euro gepakt in plaats van de 1.000 die is verschuldigd. In het strafrecht komt eigenrichting eveneens voor.
Hierbij wordt de dader door de burger gestraft in plaats van gestraft door de rechter in een strafproces. Hierbij kan je denken aan het spraakmakende maar heftige voorbeeld van een vader die de verkrachter van zijn dochter vermoordt.4 Ook al is er een strafproces geweest, kan de uitkomst niet bevredigend zijn voor sommige mensen. Dan kan eigenrichting voorkomen. Of een na zijn veroordeling vrijgekomen zedendelinquent die wordt gedwongen om te verhuizen uit een woonwijk. Het gevaar bij eigenrichting is dat er soms niet goed wordt uitgezocht of de vermeende dader wel écht de dader is, of hij wel echt de feiten heeft begaan waarvan hij wordt beschuldigd. Door een eerlijk proces komen de feiten aan bod en worden alle omstandigheden in aanmerking genomen waarna een passende straf wordt opgelegd. Bij eigenrichting ontbreekt vaak de nuance. Slachtoffers denken dat ze alles mogen doen om de dader te straffen. Hierdoor wordt de rechtstaat ondermijnd.5 Overigens is eigenrichting niet gecodificeerd in de Nederlandse wetgeving, maar het is wel een algemeen aanvaard rechtsbeginsel. Het kan dus aan bod komen bij rechtszaken.
Door de sterk toegenomen internetdichtheid gebruiken steeds meer mensen het internet en sociale media. Ook eigenrichting kan dus digitaal plaatsvinden. Omdat eigenrichting ook wel ‘vigilantisme’ wordt genoemd, wordt voor eigenrichting op internet de term ‘digilantisme’ gebruikt. Je kunt hierbij denken aan het publiceren van filmpjes op social media waar een diefstal op te zien is, of het publiceren van voor- en achternaam van een regelovertreder.6 Het gevolg van online eigenrichting is dat een heel groot publiek zich buigt over de persoon waar het in kwestie om gaat. Het lijkt een subtielere vorm van eigenrichting te zijn dan iemand fysiek te lijf gaan, maar de gevolgen kunnen des te groter zijn. Het doel is nog steeds om de dader te bestraffen voor overtredingen die hij heeft begaan.
Reputatieschade komt voor wanneer men digitaal aan de schandpaal genageld wordt. Dit is het ‘namen en shamen’ van iemand die een misstap heeft begaan door een grote groep mensen. Ook bij eigenrichting op internet is het probleem dat gestelde feiten niet hoeven te kloppen, maar toch voor waar worden aangenomen. Het leidt tot een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van iemand die (wellicht) niets heeft misdaan.7
Een kleine kanttekening: het plaatsen van een foto van een vermeende crimineel kan snel in strijd zijn met het portretrecht en het verwerken van bijzondere persoonsgegevens in strijd met de WBP.8
Een filmpje of foto online te plaatsen van degene die een bepaalde handeling verricht, kan een stortvloed aan reacties opleveren. Het kan leiden tot een publieke vernedering van een persoon waardoor deze persoon reputatieschade oploopt. De gevolgen van reputatieschade zijn talrijk. Zo zijn er voorbeelden van personen die hun baan kwijtraken9, bedreigd worden of er depressieve klachten aan overhouden. Dit zijn ernstige gevolgen van het plaatsen van een bericht op social media. Reputatieschade kan dus wel degelijk worden aangemerkt als een straf in de zin van eigenrichting.
Speelt #Boos voor eigen rechter?
De aflevering van Tim zou je kunnen zien als eigenrichting, al is het doel ervan om hoor en wederhoor toe te passen als een uitwerking van het recht van vrijheid van meningsuiting. De aflevering is niet uit op het expres schaden van Tons naam. Dat blijkt in ieder geval niet uit de beelden. Uit het kort geding dat vastgoedhandelaar Ton Hendriks aanspande om te voorkomen dat de beelden zouden worden uitgezonden, bleek dat de rechter vond dat de beelden bijdroegen aan het maatschappelijk debat en daarom mochten worden uitgezonden. Ook speelde mee dat hij als vastgoedhandelaar in zekere zin een publiek figuur is. Je dient dan meer te dulden op het gebied van je privacy.10
Bestaat er kans dat een persoon de gestelde feiten niet heeft begaan, dan kan dit tot een onherstelbare inbreuk op zijn rechten leiden en een onterechte straf. Ook kan dit leiden tot een onevenredig zware straf. Door de komst van sociale media wordt het steeds makkelijker om iemands reputatie te schaden, gewild of ongewild. Ik denk dat je reputatieschade kan zien als een straf voor degene die zijn reputatie (deels) verliest. Toch is het soms een onvermijdelijk gevolg van de vrijheid van meningsuiting. Het voorkomen van reputatieschade ligt eigenlijk volledig in de hand van degene die het bericht plaatst. Achteraf wordt pas duidelijk of iemand reputatieschade heeft opgelopen. Een afweging van hetgeen wat zwaarder weegt, de vrijheid van meningsuiting of het recht op privacy, wordt door de rechter gemaakt. Men kan wel een schadevergoeding krijgen voor de reputatieschade, maar die weegt vaak niet op tegen het nadeel dat wordt ondervonden. Social media maken het gemakkelijker om voor eigen rechter te spelen met reputatieschade als mogelijk gevolg. Ons rechtssysteem zal zich daartegen moeten en kunnen verweren!
Emelie Wesselink