Jaarlijks wordt per persoon 47 kilo voedsel verspild.1 Een van de oorzaken? Onwetendheid bij de consument. Uit een peiling van de Eurobarometer blijkt dat slechts 38 procent van de consumenten het verschil kent tussen ‘ten minste houdbaar tot’ en ‘te gebruiken tot’. 16 procent van de bevolking gooit onnodig producten na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum weg terwijl het merendeel alsnog bruikbaar is. Voedselverspilling lijkt een steeds groter probleem te worden. Bewustheid creëren bij de consument omtrent houdbaarheidsdata lijkt daarom gewenst. Uit onderzoek van het Voedselcentrum blijkt dat de juiste kennis over houdbaarheidsdata veertien kilo voedselverspilling per persoon per jaar kan voorkomen.
Als gevolg van Europese regelgeving zijn producenten verplicht levensmiddelen te voorzien van een houdbaarheidsdatum. Een belangrijke Europese Verordening op het gebied van houdbaarheidsdata is Verordening 1169/2011. Sinds 13 december 2014 is deze verordening van toepassing en heeft als doel een hoog niveau van consumentenbescherming ten aanzien van voedselinformatie te waarborgen. In artikel vier lid één sub b onder ii staat bijvoorbeeld informatie omtrent verplichte voedselinformatie. De houdbaarheid van een product is verplichte voedselinformatie. In artikel negen lid één sub f wordt dit nog verder uitgewerkt.* Producenten van levensmiddelen kunnen op twee manieren de houdbaarheidsdatum vermelden.
De datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum. Producenten dienen één van deze manieren te hanteren, zij kunnen niet zelf een vermelding verzinnen. Artikel 24 kent vervolgens een beperking op de keuzevrijheid van producenten. Producten die zeer bederfelijk zijn en bij het verstrijken van de houdbaarheidsdatum een onmiddellijk gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren mogen uitsluitend een uiterste consumptiedatum bevatten. In het dagelijks leven kom je de uitwerking van artikel 24 tegen als ‘te gebruiken tot’. Producten die een uiterste consumptiedatum bevatten zijn bijvoorbeeld vers vlees en vers gesneden groente. De datum van minimale houdbaarheid kennen wij als ‘ten minste houdbaar tot’.
Er bestaan grote verschillen tussen ‘te gebruiken tot’ (hierna: TGT) en ‘ten minste houdbaar tot’ (hierna: THT). Het verkopen van producten met een verlopen TGT datum is een overtreding van de Warenwet. Het verkopen van producten met een verlopen THT datum is geen overtreding van de Warenwet, zolang het levensmiddel zijn normale eigenschappen bezit.2 Bijvoorbeeld de kleur, geur en smaak. Dit ligt echter anders bij gekoelde producten. Indien een verkoper een product verkoopt na het
verlopen van de THT datum, is deze verantwoordelijk voor de kwaliteit. Daarnaast mag enkel de fabrikant de TGT datum vaststellen en op de voorverpakking aanbrengen. Bij gebruik van de THT datum daarentegen mag zowel de fabrikant als de importeur of verkoper de houdbaarheid vaststellen en op de verpakking aanbrengen. Hier geldt dat degene die de datum vaststelt en aanbrengt, verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het product.3
Uit onderzoek door de Wageningen University & Research blijkt dat de verspilling van voedsel vermindert als de gebruikelijke houdbaarheidsdatum verdwijnt of wordt vervangen door de term ‘lang houdbaar’. Hoewel uit het onderzoek blijkt dat men het niet prettig vindt als de houdbaarheidsdatum is weggelaten, wordt als gevolg daarvan 12 procent minder voedsel weggegooid. Dit percentage groeit naar 31 procent als enkel ‘lang houdbaar’ op de verpakking staat.4 Het onderzoek werd door de universiteit uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Als gevolg van het onderzoek pleit voormalig staatssecretaris Martijn van Dam
voor een uitbreiding van Bijlage X van verordening 1169/2011.5 In Bijlage X van Verordening 1169/2011 worden nadere uitwerkingen gegeven aan verschillende eisen. In deze bijlage staat onder andere een lijst van producten die geen houdbaarheidsdatum dienen te bevatten. Producten die op deze lijst staan zijn onder andere verse groenten en vers fruit, azijn en kauwgom. Voormalig staatssecretaris Van Dam pleit ervoor om producten zoals pasta, rijst en koffie aan deze lijst toe te voegen. Daarnaast wil Van Dam met de uitslagen van het onderzoek aan de Europese Commissie aantonen dat het wijzigen van de toepasselijke regelgeving gewenst is.6
” Terughoudendheid of niet, de mens is nog steeds de grootste oorzaak van voedselverspilling.”
Dit is echter niet de eerste keer dat de Nederlandse overheid zich inzet voor het afschaffen van de houdbaarheidsdatum bij specifieke producten. Sharon Dijksma pleitte tijdens haar tijd als staatssecretaris van Economische zaken óók voor acties vanuit de Europese Unie. In een brief uit 2014 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal staat een verzoek van Nederland en Zweden om tijdens de Landbouw- en Visserijraad te spreken over voedselverspilling.7 Tijdens deze raad pleiten beide landen voor een uitbreiding van de lijst met producten zonder houdbaarheidsdatum. Een grote meerderheid stemt tijdens de raad voor het voorstel tegen voedselverspilling.8 Ondanks dit initiatief staan producten als pasta en rijst nog steeds niet op de betreffende lijst.
Ook demissionair staatssecretaris Van Dam probeert samen met andere organisaties de aandacht van de Europese Commissie te trekken. Op 26 januari 2016 hebben verschillende organisaties, waaronder het ministerie van Economische Zaken en de Wageningen University & Research, de Green Deal ‘Over de datum?’ getekend. De deelnemende partijen beogen met deze overeenkomst bewustheid bij de consument te creëren omtrent het gebruik van houdbaarheidsdata.9 Partijen willen onnodige en onjuiste toepassing van houdbaarheidsdata voorkomen door te zorgen voor meer uniformering in het gebruik van houdbaarheidsdata. Daarnaast willen partijen de onwetendheid onder de consumenten verminderen. Door middel van publieksgerichte campagnes en richtlijnen hopen de partijen hun doelen te behalen.
De omvang van de gevolgen van voedselverspilling lijken inmiddels te zijn doorgedrongen bij de overheid. De Europese Unie lijkt echter terughoudender te zijn. Terughoudendheid of niet, de mens is nog steeds de grootste oorzaak van voedselverspilling. Green Deal ‘Over de datum’ lijkt een stap in de goede richting. Het oplossen van het voedselverspillingsprobleem gaat echter niet over één nacht ijs, zo is gebleken.
Esther Bootsma