“Eet je wel genoeg fruit?” Je hoort je moeder het roepen. Je weet dat ze gelijk heeft. Braaf koop je elke week een pak fruitontbijt, zo kom je toch nog aan je dagelijkse portie fruit. Op de verpakking zie je echter wel iets vreemds staan: het product blijkt slechts 1% fruit te bevatten. Je voelt je voorgelogen. Op de voorkant staan namelijk twee bananen, een sinaasappel en een kiwi afgebeeld. Hoe zit dit? Hoor je als consument niet beschermd te worden tegen dit soort leugens? En waar staat de rechter in dit verhaal?
De regel is simpel: een etiket mag niet misleiden. Er hoeft van ons als consument niet te worden verwacht dat wij van elk product de complete verpakking doornemen en controleren. Op Europees niveau bestaat veel regelgeving omtrent voedselinformatie. De Europese richtlijn 2000/13/EG betreffende etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame bevat een specifiek verbod op misleidende etiketten.1 In Nederland wordt dit verbod gehandhaafd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA).
Ondanks dat de NVWA de voedselproducenten nauwlettend in de gaten houdt, gaat het toch geregeld fout.2 Zo is in het programma Keuringsdienst van Waarde de Nederlandse krabsalade aangestipt. Dit product bevat naast krab namelijk vooral veel surimi, een soort imitatiekrab.3 Zolang de ingrediëntenlijst vermeldt dat het product zowel krab als surimi bevat, kan je hier volgens Europese regelgeving niet van misleiding spreken. De naam krabsalade is zelfs geoorloofd, indien er nauwelijks krab in zit. Klinkt krom toch?
De Europese regelgeving vormt het probleem. Het Europees hof stelt dat consumenten in hoge mate voor de gek gehouden moeten worden, voordat je van misleiding kan spreken. Hierdoor gaan producenten ver in hun claims. Ze kunnen pas bij grove overtreding tot een halt geroepen worden. Maar is het wel verstandig producenten zoveel speelruimte te bieden?
De Stichting Foodwatch vindt van niet. Deze maatschappelijke organisatie komt op voor de rechten van de consument. Als ‘voedselwaakhond’ vecht ze voor eerlijk, veilig en gezond eten. Ook eist de organisatie strengere regelgeving in Europa. Door middel van onderzoeken, campagnes en rechtszaken probeert Foodwatch continue de misstanden in de voedselindustrie aan het licht te brengen en veranderingen af te dwingen bij zowel de industrie als de overheid.4
Op dit moment is het Teekanne arrest leidend over de vraag wat wel en niet onder misleidende etikettering valt in Europa.5 Vóór deze uitspraak gold de labeling doctrine. Deze doctrine gaat uit van de gedachte dat een consument altijd de ingrediëntenlijst doorleest indien hij geïnteresseerd is in het product.
Zolang de ingrediëntenlijst correct en duidelijk is, is het geen probleem dat de afbeelding op de verpakking mogelijk misleidend is. In het Teekanne arrest nuanceert de rechter de labeling doctrine. Ook wordt het begrip misleidende etikettering uitgelegd. Maar waar gaat deze zaak precies over? Teekanne is een Duitse handelaar in vruchtenthee. De verpakking van de thee claimde dat de thee natuurlijke aroma’s bevatte, namelijk vanille- en frambozenaroma’s. Ook waren er afbeeldingen van frambozen en vanillebloesem te zien en stond op de voorkant de slogan: “enkel natuurlijke ingrediënten”. Tegen Teekanne is bij het Hof van Justitie van de Europese Unie een aanklacht ingediend omdat bleek dat de thee geen enkel bestanddeel vanille- of frambozenaroma bevatte. Hierdoor werd de consument misleid. In deze zaak stelt het hof dat een uitsluitend correcte ingrediëntenlijst niet volstaat, indien op de verpakking vermeldingen aanwezig zijn die leugenachtig, dubbelzinnig, tegenstrijdig of onbegrijpelijk zijn. In zo’n geval heeft een juiste ingrediëntenlijst onvoldoende corrigerende werking op de misleidende vermelding op de verpakking. De rechter moet alle elementen meewegen bij het vaststellen van misleiding.
“Mag je nou wel of niet een aardbei afbeelden op de verpakking als er slechts 1% aardbei-extract in het product zit?”
In deze zaak heeft de rechter een stap in de goede richting gedaan. Ook al klopt de ingrediëntenlijst, nog kan een producent niet zomaar claimen wat hij wil. De grens blijft vaag; mag je nou wel of niet een aardbei afbeelden op de verpakking als er slechts 1% aardbei-extract in het product zit? Het hof heeft een eerste aanzet gegeven om claims van producenten aan banden te leggen, maar het is nog lang niet voldoende. Naar mijn mening moet de aandacht die op een verpakking uitgaat naar bepaalde ingrediënten in relatie staan tot de mate waarin dit deel uitmaakt van het product. Dit is tot op de dag van vandaag nog niet het geval.6
“De afgelopen jaren is menig producent te ver gegaan.”
De wetgever beoogt met zijn wetgeving de consument te beschermen. De afgelopen jaren is menig producent echter te ver gegaan. Verleiden is omgeslagen in misleiden en de consument is hier de dupe van. Het wordt tijd dat er strengere regelgeving komt omtrent informatie op productverpakkingen. Alleen op deze manier kan de toezichthouder waarborgen dat een krabsalade ook daadwerkelijk krab bevat.
Charlotte Schuring