Back

Interview Rein Munniksma

Rein Wiebe Munniksma is een Nederlands politicus van de PvdA. In zijn loopbaan carrière heeft hij de politiek vanuit verschillende posities kunnen zien en is daardoor in aanraking gekomen met veel maatschappelijke problematiek. Zo kwam Rein Munniksma als burgemeester ook veelvuldig in aanraking met de problematiek omtrent drugs.

Rein Munniksma

“Ik ben Rein Munniksma. Ik ben op 2 juni 1950 geboren in Koudum een klein plaatsje in Friesland. Ik ben opgegroeid in Drachten, daar heb ik op de HBS gezeten. De jaren zestig van de vorige eeuw waren roerige tijden. Ik was altijd al volop met de politiek bezig. Toen ik een jaar of 16/17 zat in een actie-comité in en rondom Drachten om te strijden tegen de Vietnamoorlog. Ik had toen voor mijzelf het beeld dat ik graag naar een omgeving wilde waar politiek ontzettend belangrijk was. Vervolgens heb ik ervoor gekozen om algemene politieke en sociale wetenschappen in Amsterdam te gaan studeren. Ik ben hierna voorzitter geworden van de PvdA in de gemeente Opsterland, hier woonde ik. Vervolgens werd ik gevraagd om ook wethouder te worden in de gemeente Opsterland.
Ik was toen  28. Na tien jaar wethouder te zijn geweest, was ik toe aan iets anders. Een logische vervolgstap is de functie van burgemeester. Daarom ging ik solliciteren voor het burgemeesterschap en werd ik burgemeester van de gemeente Anloo. Na een fusie van vier gemeenten ben ik vervolgens burgemeester geworden van deze fusiegemeente. Na het burgemeesterschap heb ik twee perioden bij de Gedeputeerde Staten in Drenthe gezeten omdat mij het politieke veld toch meer trok qua interesse. Tot slot ben ik nog in Menterwolde, Slochteren en Midden-Groningen waarnemend burgemeester geweest.”
Werd er in de tijd dat u student was veel drugs gebruikt?
“Zojuist vertelde ik al dat ik in Amsterdam heb gestudeerd. In die periode was het al zo dat hasj, wiet en spacecake opkomend waren. Het nam toen echter niet de vlucht aan die op dit moment aan de orde is. Daarnaast  werden er op kleinere schaal amfetaminen geslikt: ook in mijn directe omgeving. Echter de schaal waarop je drugsgebruik op dit moment om je heen ziet, was vijftig jaar geleden absoluut niet het geval. Wij waren allang blij dat er een discotheekje kwam in Drachten waar ik woonde.”
Op welke manier bent u als burgemeester in aanraking gekomen met drugs in de gemeente Midden-Groningen?
“Wat ik in mijn Groninger jaren vooral zag was dat panden, die om wat voor reden dan ook leeg stonden, werden gebruikt voor hennepkwekerijen. Als de politie een hennepkwekerij opgerolde,  werden  deze panden vaak voor drie maanden gesloten. Dit gebeurde zonder dat er een persbericht uitging, waardoor de burgers  niet wisten welke redenen achter deze sluitingen zaten. Zo had ik het een keer met een raadslid over een gedeeltelijke sluiting van een manege waar op de zolder een hennepkwekerij was gevonden. Toen zij vroeg om welke manege het ging, verbaasde ze zich erover want haar zus woonde naast die manege. Waarop ik vervolgens zei: “je zus kon de aanwezigheid van een wietplantage eveneens in de gaten hebben gehad”. Dit had ze klaarblijkelijk niet. Er ontstond de gedachte dat meer duidelijkheid diende te komen omtrent de sluiting van een pand. Zet er maar een bord neer: ‘dit pand is tijdelijk gesloten omdat een hennepkwekerij is aangetroffen’. Op die manier is het voor de inwoners van een gemeente ook duidelijk wat er in hun vertrouwde omgeving afspeelt.”
“Ik was vroeger altijd al volop met politiek bezig”
Beschouwde u drugs als een groot ‘probleem’ in de gemeente Midden-Groningen? 
“Als ik om mij heen kijk dan zie ik een aantal mensen die zichzelf heel goed in de hand houden op het moment dat zij drugs gebruiken. Ik denk dat je je daar nog niet eens heel veel zorgen over hoeft te maken. Daarentegen zie je wel dat de verslavende concentraties ook bij softdrugs toenemen en steeds meer zwaardere middelen op de markt komen. Je ziet vervolgens dat er  meer gedragsmatige problematiek ontstaat door het drugsgebruik. Ik vind het zinvol, dat je daar een aantal regels voor in het leven roept. We moeten kritischer zijn met betrekking tot de volksgezondheid. De overheid mag wat mij betreft mag  best strenger worden dan op dit moment het geval is.”

 

“Al sinds de jaren ‘60 voeren we in Nederland een gedoogbeleid. Ik vind het bijna niet uit te leggen dat wij coffeeshops hebben die aan de voordeur compleet legaal in elkaar steken, maar dat aan de achterdeur allerlei dingen gebeuren die zich in het grijze of criminele gebied bevinden. Moet je gedogen niet binden aan een redelijke termijn? Waarom heb je regels, maar waarom gedoog je zonder einddatum dat je van regels afwijkt? Daar kunnen af en toe best redenen voor zijn, maar op het moment dat je tientallen jaren van je beleid aan het gedogen bent, dan ga je ook in feite een vorm van rechteloosheid creëren. Ik zou mij heel goed kunnen voorstellen dat je bij gedoogbeleid moet vastleggen dat dit een tijdelijke zaak is en dat je na verloop van tijd moet bepalen of  je de bestaande regels gaat handhaven of nieuwe regels in wetgeving vastlegt. Nu hink je te lang op twee gedachten.”
Wat denkt u dat de gevolgen zijn van hennepkwekerijen en drugslaboratoria?
“Steeds meer mensen vragen zich af wat bij bepaalde panden  bij hen in de buurt precies aan de hand is. Tegelijkertijd zien mensen dat heel laat door de politie wordt ingegrepen in dergelijke situaties. Dit is vaak te wijten aan een capaciteitsprobleem. Wanneer je als burger denkt dat bij je in de buurt dingen gebeuren die niet pluis zijn en je maakt daar een melding van bij de wijkagent waar vervolgens niks mee gedaan wordt, ontstaat onvrede of onrust.”
U bent burgemeester geweest in Gemeente Anloo (na een fusie werd dit Gemeente Aa en Hunze) en waarnemend burgemeester in Gemeenten Menterwolde, Slochteren en Midden-Groningen. Zijn er duidelijke verschillen tussen Groningen en Drenthe, dan wel tussen de verschillende gemeenten op het gebied van drugsbeleid en problematiek?
“Nee ik heb geen grote verschillen tussen beide provincies gezien. Wat ik wel zie is dat in de afgelopen jaren, mede door de krimp in de noordelijke provincies, er meer ruimte is voor hennepplantages en drugslaboratoria. Wel is er meer leegstand in Groningen. Het aantal hennepkwekerijen neemt toe. Er is daarbij geen onderscheid te maken tussen provincies. Dit is overal een probleem.”
Eerder zei u tegen Dagblad van het Noorden dat er signalen zijn dat drugscriminelen uit het zuiden naarstig zoeken naar onroerend goed in de Noordelijke provincies. Volgens u wordt het de drugscriminelen in Limburg en Noord-Brabant te heet onder de voeten  en verschuift de drugscriminaliteit van Noord-Brabant naar uw provincie.
“Ik denk dat wat in het Zuiden van het land grootschalig aan de hand is, je nu in onze regio versneld van de grond ziet komen. Dit betekent nog niet, dat het in het Noorden even frequent voorkomt, maar het speelt hier zeker wel. Dit kan voor een deel te maken hebben met het feit dat de controle in het Zuiden nu strenger wordt en dat de drugshandel dermate aantrekkelijk is dat mensen daar gemakkelijk hun geld willen verdienen. Een voorbeeld is de Avebe-fabriek in Foxhol, die een hele tijd heeft leeggestaan en uiteindelijk via vastgoedhandelaren in het hennepcircuit terecht komt. Een oud groot fabriekscomplex werd de grootste illegale hennepkwekerij van Groningen. Die is uiteindelijk anderhalf jaar geleden opgerold.”
“Je kunt je afvragen wanneer houdt het gedogen een keer op? Hoe ver willen we daarin gaan? Zijn we wel verstandig bezig?”
In een kort verslag bij EenVandaag over ‘drugsproblematiek rukt op in Noord Nederland’ stelt Jan Brouwer, hoogleraar Rechtswetenschappen, dat geen sprake is van een verhuizing van drugscriminelen naar het Noorden. Hij stelt dat de handhavingscapaciteit in Noord-Nederland gering is en dat door opvoering van deze handhaving het logisch is dat er meer wordt aangetroffen. Het vermoeden dat sprake is van een verplaatsing is dan ook nergens op gebaseerd. Bent u het met de stelling van Jan Brouwer eens? 
“Dit zeg ik ook. Er zullen best mensen zijn die van de ene naar de andere plek verhuizen, maar het is eerder zo dat steeds meer productiecapaciteit in ons land benut wordt voor de (inter)nationale markt.

 

Soms zie je ook dat binnen een vastgoedportefeuille in de ene gemeente een pand ‘toevallig’ gebruikt wordt als hennepkwekerij en in een andere gemeente als drugslaboratorium.  Dit zijn zijn ‘gewoon’ mensen van boven de grote rivieren.

 

Wel zou deze verschuiving kunnen komen doordat gedacht wordt dat in het Noorden minder gehandhaafd wordt door de  politie en justitie dan in het Zuiden. De politie heeft het ook in het Noorden zo druk dat ze domweg vanuit capaciteitsproblemen niet kunnen doorpakken om deze op te rollen.”
Welke maatregelen beveelt als noordelijk bestuurder aan?
“Zorg dat je meer sturend beleid hebt voor langdurig leegstaande panden. Dit als preventieve maatregel. Op het moment dat bijvoorbeeld grote boerderijen geen onderdeel meer zijn van de agrarische productie moeten ze sneller opgekocht en gesaneerd kunnen worden. Niet alle  leegstaande boerderijen kunnen omgezet worden tot woonboerderij.”
Standpunten over drugsbeleid van de PvdA die wij hebben kunnen opmaken zijn dat de softdrugs, bijvoorbeeld wietteelt, legaal moeten worden. Daarnaast dient met een harde vuist opgetreden te worden tegen de onderwereld. Bent u het met deze standpunten eens?  
“Daar ben ik voor. Wel moeten we, gesteund door de wetenschap, helder maken  wat wel gelegaliseerd kan worden en wat niet.  Ook softdrugs moeten aan bepaalde kwaliteitscriteria (bijv. beheersing van verslavingsrisico) voldoen. De voedsel en warenautoriteit zou hier een rol moeten vervullen.”
‘Kan de politie ‘the war on drugs’ nog winnen?’
“Dat zal niet gemakkelijk zijn. Maar als we  nalaten maatregelen te nemen is dat niet goed  voor de samenleving. Naar mijn mening moeten we op bepaalde momenten zeggen ‘tot hier en niet verder’. Waarom vinden we wel dat de drugsaanpak in Zuid-Amerika moet veranderen en dat dit niet van toepassing op ons eigen land? We zullen politie en justitie daartoe  in staat moeten stellen. Niet alleen de kleine krabbelaar op zolder aanhouden, maar ook het netwerk erachter.”
Moeten we nog langer zo veel politiecapaciteit inzetten voor een misschien wel niet te winnen en misschien wel onzinnige strijd? Kunnen we deze politiecapaciteit niet beter inzetten voor andere problematiek als vrouwen- en wapenhandel.
“We moeten goed nagaan wat we kunnen legaliseren en wat niet . Die grens laten we niet bepalen door criminele organisaties. Verder hebben we op internationaal niveau afstemming nodig.  Gezamenlijke afspraken maken over wat wel en niet kan .”
‘Recreatieve drugsgebruikers zijn mede schuldig aan criminaliteit in de drugswereld en moeten daarom eveneens worden aangepakt.’
“Ook op festivals is drugsgebruik niet alleen onschuldig recreatief. Ik vind het slecht dat de politie niet genoeg capaciteiten heeft en dat we daarom geen politie meer zien op de festivals. Het is wegkijken en geen verantwoordelijkheid nemen voor de openbare orde. Nu wordt alleen bij  de organisatie van de festivals zelf de verantwoordelijkheid gelegd. Het is goed om bij zulke massabijeenkomsten ‘wijkagenten’ te hebben.”
‘Soft- en harddrugs zouden moeten worden gelegaliseerd.’
“Met mate. Ik heb geen verstand van de ware kwaliteit van al deze middelen. Een aantal mensen die deskundig zijn op het gebied van volksgezondheid en dergelijke zouden met elkaar in debat moeten gaan om vervolgens tot een conclusie te kunnen komen omtrent deze vraag. De vraag is of sprake kan zijn van een eenduidig antwoord. Daarnaast vind ik ook wanneer iemand een middel neemt en er  op dat moment geen controle is over de kwaliteit van dit middel dat we als Nederland tekort schieten. We hebben wel een mechanisme bij besmette vleeswaren waarbij we het middel van de markt halen ter bescherming van de volksgezondheid. Op die manier moeten we eveneens een mechanisme hebben voor de kwaliteit van de drugs. Ik begrijp dat mensen experimenteren met allerlei dingen in een bepaalde periode van hun leven. Het is dan ook goed om te zien dat mensen hierna hun grenzen kennen en ook weer van die middelen afstappen.”
Een artikel van het RTV Noord dat wij op internet hebben kunnen vinden heeft de volgende kop: “Burgemeester Munniksma: Maak wietteelt een normale boerenactiviteit”. Hoe denkt u dat Nederland dit kan realiseren? Hoe zou Nederland dit tegen andere lidstaten van de Europese Unie kunnen verantwoorden nu formeel in iedere lidstaat gebruik en verkoop van drugs verboden is? 
“Als Nederland softdrugs wil legaliseren moeten we  ook de consequentie aanvaarden dat deze drugs worden geproduceerd. Dit kan dan ook in de vorm van boerderijen. Nederland is zeker niet het braafste jongetje van de internationale klas. Maar ook in andere landen is hard- en softdrugsgebruik aan de orde. Een goede aanpak maak je niet alleen in de gemeente, provincie of land. Daarbij heb je internationale afspraken zeker nodig.”
Wat is uiteindelijk kort samengevat uw visie op ‘the war on drugs’?
“Gedogen is voor mij een tijdsgebonden activiteit. We kunnen niet nog jarenlang blijven gedogen. Er komt een moment dat je de regels moet handhaven of aanpassen. Zolang het gedogen blijft blijft bestaan, zolang je legale voordeuren en illegale achterdeuren hebt bij softdrugsverkoop  hou je een bijzondere vorm van anarchie in stand. Neem als overheden je verantwoordelijkheid.

 

Wees je ervan bewust dat nieuwe regelgeving op internationaal niveau uiteindelijk ook afgedekt moet worden. Om de scheidslijn tussen wat kan en wat niet te bepalen zullen we net zoals bij geneesmiddelen tot toegelaten middelen moeten komen. Daarbij geholpen door experts op het gebied van volksgezondheid. Het winnen van de war on drugs is voor mij niet het hoogste doel. De voorwaarden scheppen voor een gezonde, gezellige en veilige samenleving lijkt me beter. En belhamels horen bij een gezellige klas!”
De boodschap die ik graag aan studenten zou willen meegeven is: “Het gedoogbeleid is een tijdelijke oplossing”.
Door: Annemiek van ‘t Hof en Britt Imholz

JFV Groningen

Comments

Thank you for your comment. It will be shown after approval.

    There are no comments yet