Back

Onze stem telt in het klimaatdebat

Historisch hoge politieke ambities

Het klimaatdebat is verschoven: het gaat niet meer over de vraag of klimaatbeleid wel nodig is, maar over de vraag welke maatregelen het beste zijn.[1] Sterker nog, het nieuwe kabinet wil koploper worden in Europa als het gaat om klimaatdoelen. Concreet betekent dit ten minste 55 procent minder uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2030, het liefst 60 procent minder. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving grenzen de klimaatplannen van het kabinet ‘aan het maximaal mogelijke’ en noemt het ‘historisch hoge ambities’.[2] Om deze doelstellingen te bereiken is er een nieuwe minister bijgekomen: de minister voor Klimaat en Energie, bekleed door Rob Jetten (D66). Volgens hem is de knop om. ‘Geen partij hoef je er meer van te overtuigen dat het écht nodig is.’[3]

Wereldwijde afspraken, weinig resultaat

Klimaat is ook op internationaal niveau een ‘hot topic’ – sinds 1992 wordt er wereldwijd over vergaderd en inmiddels hebben al 14 grootschalige klimaatconferenties plaatsgevonden.[4] In 1997 werd het eerste klimaatakkoord bereikt: het Protocol van Kyoto. Daarin spraken 36 industrielanden af, waaronder Nederland, hun uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2012 met gemiddeld 5,2 procent te verlagen. In 2015 werd dit gevolgd met het klimaatakkoord van Parijs. Hierin is afgesproken de opwarming van de aarde verder te beperken tot ruim onder 2 graden, bij voorkeur zelfs niet meer dan 1,5 graden. Tijdens de klimaattop van Glasgow afgelopen jaar werd deze doelstelling nog eens herhaald.

Toch is deze samenwerking onvoldoende, veel van de genoemde emissiedoelen zijn niet bereikt. Het VN Klimaatpanel IPCC publiceerde vorige week wederom een alarmerend rapport met als boodschap: klimaatverandering heeft nóg ernstigere gevolgen voor mens en natuur dan eerder werd gedacht.[5] In de afgelopen anderhalve eeuw is het aardoppervlak al gemiddeld 1,1 graad Celsius warmer geworden. Als deze opwarming doorzet en boven de 1,5 graad Celsius uitkomt, leidt dat tot ‘een onvermijdelijke toename in klimaat gevaren en allerlei risico’s voor ecosystemen en mensen’, aldus het rapport.[6] Denk hierbij aan de toename van brandgevoelige gebieden, waterschaarste en een stijgende zeespiegel.

Burgerparticipatie in Frankrijk

Hoe kan het – ondanks deze groeiende bewustwording en samenwerking – dat we nog steeds zo weinig vooruitgang boeken? Terwijl dit probleem ons allemaal raakt en het evident is dat de tijd dringt? Dit is te verklaren doordat het klimaatbeleid stevige kosten en nadelen met zich meebrengt en daar zitten we vaak niet op te wachten. Een voorbeeld hiervan is het protest van de ‘Gele Hesjes’ in Frankrijk.[7] De druppel die de emmer deed overlopen was een verhoging van de brandstofbelasting – een klimaatmaatregel. President Macron was onder de indruk van het burgerberaad (bestaande uit 150 representatieve burgers) dat volgde na deze protesten. De voorstellen die hierin werden gedaan, waren een stuk ambitieuzer dan de regering had voorzien.

Tijdens het burgerberaad werden de deelnemers geïnformeerd door wetenschappers, ngo’s, ervaringsdeskundigen en belanghebbenden. Ook konden ze zelf om experts en informatie vragen. De rest van de bevolking kon via livestreams meekijken en zich zo ook informeren over het onderwerp. Het resultaat mocht er zijn: een ambitieus plan dat 149 aanbevelingen doet op het gebied van transport, landbouw, de bouw, natuurbescherming, consumentengedrag en verantwoordelijkheid van bedrijven.[8] Een deel van de plannen is al langs het parlement gekomen. Zo wordt de komende twee jaar extra geld vrijgemaakt voor het vergroenen van de economie en zal er een referendum worden gehouden om het milieu op te nemen in de grondwet. Burgerparticipatie was de juiste aanpak.

Het preferendum biedt soelaas

Onlangs constateerde het Sociaal en Cultureel Planbureau nog dat vier op de tien Nederlanders zich onvoldoende betrokken voelt bij de totstandkoming van het klimaatbeleid.[9] Door burgers mee te laten beslissen zal het draagvlak voor de energietransitie toenemen. Een oplossing hiervoor zou het preferendum kunnen zijn. Bij een preferendum mag de burger genuanceerd reageren op voorstellen die andere burgers hebben bedacht, in plaats van louter kunnen reageren met ‘ja’ of ‘nee’ bij een referendum.[10] Een preferendum lijkt op het eerder genoemde burgerberaad, maar is landelijk. Dit maakt het tijdrovend en vergt voorlichting, maar op deze manier kunnen we gezamenlijk klimaatmaatregelen bedenken, in plaats van deze op te leggen. Het preferendum biedt soelaas.

Door: Marieke Schunselaar

Voetnoten

1 M. Stellinga, Klimaatdebatten klinken anders, nrc, 23 februari 2022.

2 D. Hamers, A. Hanemaaijer, M. Hekkenberg, H. Hilbers, S. Kruitwagen, F. Schilder en A. Tiktak, Reflectie op de leefomgevingsthema’s in het coalitieakkoord 2021-2025, Planbureau voor de Leefomgeving, 23 december 2021.

3 M. Stellinga & E. van der Walle, Klimaatminister Rob Jetten wil niet meer horen dat het wel ‘haalbaar en betaalbaar’ moet blijven, nrc, 11 februari 2022.

4 Wat heeft 25 jaar aan klimaattoppen opgeleverd?, Nu.nl, 17 december 2019.

5 H. Ekker, IPCC: gevolgen klimaatverandering steeds erger; ‘nu razendsnel aan de slag’, NOS Nieuws.

IPPC, Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability, Report Working Group II.

7 A. Dekker, Macron heeft ons verraden, 28 juli 2021, de Groene Amsterdammer, nr. 30.

8 D. Roovers, E. Rovers, Laat burgers politici helpen: organiseer een burgerberaad, nrc, 3 juli 2020.

9 Y. de Kluizenaar, C. Carabain en A. Steenbekkers, Klimaatbeleid en de samenleving, Een korte samenvatting van inzichten uit het scp-onderzoek op het vlak van duurzame samenleving, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, Oktober 2020.

10 D. van Reybrouck, Geef burgers échte invloed op het klimaatdebat met het preferendum, nrc, 8 oktober 2021.

JFV Groningen