Historisch hoge politieke ambities
Het klimaatdebat is verschoven: het gaat niet meer over de vraag of klimaatbeleid wel nodig is, maar over de vraag welke maatregelen het beste zijn.[1] Sterker nog, het nieuwe kabinet wil koploper worden in Europa als het gaat om klimaatdoelen. Concreet betekent dit ten minste 55 procent minder uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2030, het liefst 60 procent minder. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving grenzen de klimaatplannen van het kabinet ‘aan het maximaal mogelijke’ en noemt het ‘historisch hoge ambities’.[2] Om deze doelstellingen te bereiken is er een nieuwe minister bijgekomen: de minister voor Klimaat en Energie, bekleed door Rob Jetten (D66). Volgens hem is de knop om. ‘Geen partij hoef je er meer van te overtuigen dat het écht nodig is.’[3]