Back

Kabinetsleden vallen bij bosjes, wanneer valt Rutte zelf?

Een valse start voor Rutte III. Het kabinet is nog geen vier maanden onderweg of de eerste minister is al afgetreden. Halbe Zijlstra, minister van Buitenlandse Zaken en rechterhand van Mark Rutte, moest zijn ontslag half februari aanbieden door een leugen over een ontmoeting met president Poetin. Hij heeft de amper tijd gehad om zijn […]

Een valse start voor Rutte III. Het kabinet is nog geen vier maanden onderweg of de eerste minister is al afgetreden. Halbe Zijlstra, minister van Buitenlandse Zaken en rechterhand van Mark Rutte, moest zijn ontslag half februari aanbieden door een leugen over een ontmoeting met president Poetin. Hij heeft de amper tijd gehad om zijn kantoor in te richten. Dit voorval is niet het enige schandaal dat heeft plaatsgevonden in de afgelopen jaren. Het lijkt wel of de ene affaire nog niet is overgewaaid, of de andere doet zich alweer voor.

Nog nooit in de parlementaire geschiedenis sneuvelden zoveel bewindslieden als tijdens de afgelopen kabinetsperiode. Ard van der Steur, Jeanine Hennis-Plasschaert, Co Verdaas, Fred Teeven, Wilma Mansveld, Ivo Opstelten en Frans Weekers, allemaal zijn ze afgetreden in de regeerperiode van kabinet Rutte II.  De politici zijn voor uiteenlopende redenen afgetreden. Minister Hennis-Plasschaert moest haar verantwoordelijkheid nemen voor fouten in haar defensieapparaat, Halbe Zijlstra verloor door de leugen zijn geloofwaardigheid. Waar de ene fout niet een eigen handeling van de desbetreffende bewindspersoon is, is de andere dat juist wel. Toch vallen beide gevallen onder de zogenoemde ministeriële verantwoordelijkheid. Maar is het zo dat politici tegenwoordig meer fouten maken dan vroeger? Of ligt de morele lat in Den Haag nu hoger dan voorheen?

Politieke schandalen zijn van alle tijden. Toch werd er vroeger soms anders gereageerd op onjuist handelende ministers. Zo reed oud PvdA-minister Jan Pronk in beschonken toestand zijn auto in de prak. Hij kreeg hiervoor negen maanden rijontzegging en 2000 gulden boete, maar consequenties voor zijn politieke loopbaan had dit voorval niet. Ook oud-premier Ruud Lubbers heeft in zijn tijd als minister menig wet overtreden. Hij ramde met zijn auto op een zuil en vervolgens reed hij door. Deze kwestie werd door de regering afgedaan met de woorden: “Zoiets overkomt ons allemaal toch weleens?” Beide voorvallen vonden plaats gedurende de jaren zeventig en kunnen we ons vandaag de dag bijna niet meer voorstellen.

De morele maatstaf die we politici aanleggen is anders dan de maatstaf die we onszelf aanleggen. Dit is op zich logisch, gezien de verantwoordelijkheid die het bekleden van hun functie met zich meebrengt.1 Ze zijn onze volksvertegenwoordigers en dat brengt een voorbeeldrol met zich mee. Toch moeten we een kritische kanttekening plaatsen bij deze eisen. Als we deze lijn doortrekken, krijgen we misschien de komende jaren alleen nog maar keurige grijze ambtenaren in de Tweede Kamer. Zijn dat de type mensen die wij willen als volksvertegenwoordigers? Je zag het afgelopen week nog bij de benoeming van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok. De Volkskrant omschreef Blok als ‘oerdegelijk’, ‘saai’ en ‘de minst gekende en gewaardeerde minister van Rutte II.’2 Toch krijgt juist hij een van de belangrijkste ministerposten van de regering, en is hij het visitekaartje van Nederland in de buitenlandse politiek.

Halbe Zijlstra voegt zich na zijn vertrek in een rijtje van afgetreden bewindslieden waar opmerkelijk veel VVD’ers in staan. Van de laatste acht bewindslieden die zijn afgetreden komen er zes van de VVD. Hoe kan het dat leden van deze partij vaker in opspraak raken en moeten aftreden dan leden van andere partijen? Feit is dat de VVD als enige langere tijd aan de macht is. Hierdoor bekleden leden van de partij een groot deel van de meest gezaghebbende functies in Den Haag. Deze functies gaan gepaard met grote verantwoordelijkheden. Toch lijken de vele affaires zowel premier Rutte als de VVD zelf niet echt te beschadigen. De partij werd bij de laatste verkiezingen wederom de grootste en behaalde 33 zetels. Ook als we kijken naar de aankomende gemeenteraadsverkiezingen is de VVD in de landelijke Peilingwijzer nog steeds veruit de grootste partij.3

De vraag blijft hoe veel affaires Mark Rutte nog aan kan. Wil hij met zijn derde kabinet de eindstreep halen, dan zal hij een volgende partijgenoot die in de problemen raakt niet te veel een hand boven het hoofd moeten houden. Want hoe loyaal je ook naar je partijgenoten bent, een goede minister-president laat één belang altijd prevaleren boven welk partij- of coalitiebelang dan ook, en dat is het landsbelang.

1. ‘Jinek’, KRO-NCRV, NPO1, 16 februari 2018.
2. F. Hendrickx en A. Korteweg, ‘Stef Blok, de minst gekende en gewaardeerde minister van Rutte II, wordt opvolger van Halbe Zijlstra’, de Volkskrant, 5 maart 2018, volkskrant.nl.
3. NOS woensdag 14 maart 2018, ‘Peilingwijzer: voorsprong VVD op de rest groeit’.

JFV Groningen