Als je de laatste tijd een beetje het nieuws hebt gevolgd, dan herinner je je vast de schietpartij aan de Korreweg waarbij een willekeurige 21-jarige student blijvend verlamd raakte. In totaal waren er drie verdachten, waarvan er twee zich vrijwillig bij de politie hebben gemeld. De laatste verdachte, vermoedelijk de schutter, was nog spoorloos. De politie maakte al snel zijn identiteit bekend door zijn naam, geboortedatum en foto op internet en televisie te publiceren. Maar hoe zit het met zijn privacy?
Redenen om de identiteit bekend te maken
Het bekendmaken van een verdachte komt niet vaak voor en deze situatie was dan ook uitzonderlijk. Het bekendmaken van de identiteit is namelijk een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en dit is zeker niet voor elke zaak mogelijk. In deze zaak heerste er maatschappelijke onrust over het schietincident, mede omdat de verdachte vuurwapengevaarlijk was. Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) vond dit reden genoeg om hem zo snel mogelijk in de kraag te vatten. De politie gaf hem een ultimatum en maakte duidelijk dat de verdachte een week de tijd had om zich te melden. Deed hij dit niet, dan zou zijn identiteit worden gepubliceerd. Nog een reden om de identiteit bekend te maken kan zijn dat de politie wilde voorkomen dat hij zou vluchten naar zijn geboorteland Turkije. Turkije levert namelijk geen onderdanen uit aan Nederland.
De bekendmaking
Het bekend maken van de identiteit van een verdachte is een opsporingsmiddel. Om meer informatie te verkrijgen wordt het publiek ingezet. De landelijke leiding van het OM neemt het besluit of dit middel wordt ingezet. Er is een speciale richtlijn waar het OM zich aan houdt bij de besluitvorming.(1) Het OM moet een afweging maken tussen het delict en de privacy van de verdachte. Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict en of het bekend maken van de identiteit daarmee in verhouding staat. Misdaadbestrijding gaat dan voor privacybescherming. Een verdachte wordt alleen bekend gemaakt indien het gaat om een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegelaten. Vroeger werden opsporingsberichten gezien als laatste redmiddel, maar tegenwoordig wordt het ook kort na het plegen van een misdrijf ingezet. De reden is simpel: de herinneringen van eventuele getuigen zijn dan nog vers en betrouwbaarder.