Back

De Borsato-zaak bekeken vanuit de onschuldpresumptie

Veelvuldige media-aandacht maakt meer kapot dan je lief is: de Borsato-zaak bekeken vanuit de onschuldpresumptie.

Jarenlang werd bij de naam Marco Borsato vooral gedacht aan een van de meest bekende zangers uit Nederland. Een allemansvriend, iemand die in The Voice zijn kandidaten met open armen ontving, ambassadeur van Warchild. Kortom: iemand die bij het grotere publiek als een goed persoon bekend stond. Hier kwam recent verandering in door geruchten die werden opgeworpen door verschillende roddelkanalen.[1] Langzamerhand begonnen deze geruchten in de media meer vorm te krijgen, waardoor de publieke opinie van het Nederlandse volk werd beïnvloed. De speculaties rondom wat er al dan niet zou zijn gebeurd, werden vergroot door een actie uit de hoek van Borsato zelf. In samenspraak met advocatenkantoor Knoops werd het OM verzocht tot het instellen van een onderzoek naar “een aantal insinuaties verband houdend met de aantijging dat hij grensoverschrijdend seksueel gedrag zou hebben vertoond met minderjarige meisjes”.[2] De aangifte op 14 december 2021 door een vermeend slachtoffer was voor veel mensen dé bevestiging van wat zij al dachten: Borsato heeft dingen gedaan die niet door de beugel kunnen.

De onschuldpresumptie 

Vanuit een strafrechtelijk perspectief is het interessant om deze gang van zaken onder de loep te nemen. In het strafrecht kennen we de onschuldpresumptie: eenieder dient voor onschuldig te worden gehouden totdat het tegendeel is bewezen. Dit is volgens velen een van de meest vooraanstaande strafvorderlijke principes. Een principe dat in het hart ligt van een moderne en beschaafde strafrechtspleging.[3] De onschuldpresumptie is (nog) niet in het Nederlandse nationale recht vastgelegd. De binding van Nederland aan het beginsel vloeit voort uit internationale en Europese regelgeving.

De onschuldpresumptie is gericht aan de rechter en andere autoriteiten betrokken bij de opsporing en vervolging – niets verbiedt de media om hun opvatting te delen over een zaak. Vanuit het oogpunt van de onschuldpresumptie verdient het echter aanbeveling dat mediakanalen niet de vrije hand hebben om

geruchten naar buiten te brengen als er nog geen onderzoek is verricht door het Openbaar Ministerie (OM). Problematisch wordt het als de consequenties daarvan groot zijn, terwijl er door de rechter (nog) niet is geoordeeld of de desbetreffende persoon ook daadwerkelijk schuldig is. Zo zijn in deze zaak de consequenties voor de zanger groot, voordat überhaupt is besloten door het OM om tot vervolging over te gaan. Hij is onder andere gestopt als ambassadeur voor War Child, wordt door radiostations minder of niet meer gedraaid en zijn familie krijgt op social media allerlei reacties naar hun hoofd geslingerd.

Uit strafrechtelijke hoek kwam kritiek op de media-aandacht door Christiaan Flokstra (partner en strafrechtadvocaat bij Ficq & Partners Advocaten).

Op twitter schreef hij: “Zelden meegemaakt dat op de dag van aangifte de bewijsconstructie al uitgebreid op nationale tv is besproken en gewogen. Wordt echt tijd om na te denken of we deze kant op willen, los van wat waar of niet waar is in deze zaak. Op nationale tv in dit stadium het steunbewijs en de eigen overtuiging delen gaat echt heel ver.” Mick van Wely (misdaadverslaggever Telegraaf) deelt een andere mening. Hij zegt: ‘trial by media in zaak-Borsato is hypocriete onzin’.[4] In een podcast vertelt hij dat als hij had getwijfeld aan het waarheidsgehalte, er geen verhaal was geschreven.[5] Daarnaast ziet hij niet in waarom publiciteit niet is toegestaan wanneer iemand bekend is, maar wel als het gaat over een onbekend persoon die van iets soortgelijks wordt beschuldigd.

Rechterlijke reactie op schending van de onschuldpresumptie 

Over beide opvattingen valt iets te zeggen. Het is vooral interessant om te bekijken hoe in de praktijk wordt omgegaan met een vermeende schending van de onschuldpresumptie door media-aandacht. Als het Openbaar Ministerie besluit om iemand te vervolgen, dan is het aan de rechter om te waarborgen dat de onschuldpresumptie en het recht op een eerlijk proces worden nageleefd. Schending van de onschuldpresumptie door publiciteit kan zich voordoen door een trial by media.[6]

Een bekend voorbeeld van een trial by media is de Deventer moordzaak. In deze zaak werd een man veroordeeld voor moord. Maurice de Hond bleef in alle media echter iemand anders portretteren als moordenaar, waardoor zijn leven werd verwoest.[7] De Hond is vanwege deze uitlatingen  veroordeeld voor smaad.

Het is in zijn algemeenheid niet te zeggen welke rechterlijke reactie moet volgen als media-aandacht consequenties heeft voor de verdachte. Schending van de onschuldpresumptie door publiciteit kan zich namelijk op verschillende manieren uiten: in schending van de privacy en reputatie van verdachte of in het ontnemen van de eerlijkheid aan het strafproces. Het is wenselijk dat de rechter in het vonnis aandacht schenkt aan hoe hij de impact van de uitlatingen in zijn beslissingen verdisconteerd. Het staat de rechter vrij om bij het bepalen van een straf rekening te houden met nadeel veroorzaakt door de media.

Daarvoor is onbelangrijk of de media-aandacht te wijten is aan het Openbaar Ministerie.[8] In de zaak die bekend staat als de ‘Kopschopperzaak Eindhoven’ werd door de media veelvuldig aandacht besteed aan de verdachte, wat (deels) te wijten was aan het OM. Het hof stelt in die zaak: “Verdachte heeft als gevolg van deze schending ernstig nadeel geleden. Dat nadeel bestaat uit de enorme media-aandacht voor en in de richting van de verdachte en zijn directe omgeving en de hetze die daardoor jegens hem in de diverse media, onder welke internet, is ontketend.” Deze schending levert verdachte 2 maand strafvermindering op.[9]

Gevolgen in de Borsato-zaak

Veelvuldige media-aandacht kan vergaande consequenties hebben voor een verdachte, maar ook voor het strafproces. Als de belangen van verdachte dusdanig worden geschonden kan dit zelfs zo ver gaan dat de rechter overgaat tot strafvermindering. Dat is iets waar media-kanalen waarschijnlijk niet over nadenken wanneer zij (gevoelige) informatie over een zaak naar buiten brengen. Mocht het OM overgaan tot vervolging van Borsato, dan ben ik benieuwd hoe de rechter aandacht zal besteden aan de onschuldpresumptie. To be continued…

Door: Demi Altena

Voetnoten

1 Een roddelkanaal is een Instragram-pagina of Youtube-account waarmee roddels over bekende Nederlanders online worden gedeeld.

Nu.nl, ‘Verzoek Marco Borsato om onderzoek volgens OM geen gebruikelijke route’, 10 december 2021,  te raadplegen op: https://www.nu.nl/achterklap/6172437/verzoek-marco-borsato-om-onderzoek-volgens-om-geen-gebruikelijke-route.html.

3 J.H.B. Bemelmans, Totdat het tegendeel is bewezen. De onschuldpresumptie in rechtshistorisch, theoretisch, internationaalrechtelijk en Nederlands strafprocesrechtelijk perspectief (Staat en Recht nr. 35) (diss. Nijmegen), Deventer: Wolters Kluwer 2018.

4 Telegraaf, ‘Trial by media in zaak Borsato is hypocriete onzin’, 26 december 2021, te raadplegen op:  https://www.telegraaf.nl/nieuws/1275747076/trial-by-media-in-zaak-borsato-is-hypocriete-onzin.

5 Zie 4.

6 In een trial by media wordt een individu door anderen publiekelijk veroordeeld op grond van de overtuiging dat hij in strijd heeft gehandeld met een sociale of wettelijke norm en veel straf wordt verdiend. De autoriteiten worden opgeroepen die gewenste straf op te leggen.

7 Trouw, ‘De veroordeling toont hoe manipulatieve aandachttrekkerij van Maurice de Hond levens verwoest’, 1 september 2021, te raadplegen op: https://www.trouw.nl/recensies/de-veroordeling-toont-hoe-de-manipulatieve-aandachttrekkerij-van-maurice-de-hond-levens-verwoest~b315943f/.

8 Als het wel te wijten is aan het Openbaar Ministerie dan zijn ingrijpende consequenties zoals niet-ontvankelijkheid mogelijk. Uit Richtlijn (EU) 2016/32 volgt namelijk dat in openbare verklaringen van overheidsinstanties een verdachte niet als schuldig mag worden aangeduid zolang zijn schuld niet in rechte is komen vast te staan; BijzonderStrafrecht, ‘Schending onschuldpresumptie door tot verdachte te herleiden berichtgeving door Openbaar Ministerie’ 4 december 2017, te raadplegen op: https://www.bijzonderstrafrecht.nl/home/schending-onschuldpresumptie-door-tot-verdachte-te-herleiden-berichtgeving-van-openbaar-ministerie.

9 HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3021, m. nt. B.E.P. Myjer, NJ 2016/111.

JFV Groningen