Back

Baldadigheid in groepen, één voor allen en allen voor één? 

Normen en waarden: iets waarvan we thuis leren hoe ze in elkaar steken. Hoe kan het dan dat deze in grote groepen soms zo losgelaten kunnen worden? Iets waar bijvoorbeeld buschauffeurs, winkeliers en politieagenten niets van begrijpen. Groepsdruk is een lastig fenomeen. 

In Nederland zijn er de afgelopen tijd veel rellen geweest waarbij steden werden vernield, ruiten werden ingegooid en veel vuurwerk werd afgestoken. Op lokale platforms riepen de gebruikers elkaar op om te gaan rellen op een bepaalde datum en tijd vanwege de onvrede die heerst over de coronamaatregelen en het beleid van de overheid. Natuurlijk lost geweld niets op en horen we stukje bij beetje dat het recht zegeviert en de relschoppers gearresteerd worden. Aansprakelijkheid is bij dit soort activiteiten lastig vast te stellen. Zeker als er geen filmpjes van het voorval zijn gemaakt. Gelukkig leven we in een moderne wereld en heeft iedereen tegenwoordig een mobiel. Hierdoor kan, aan de hand van beeldmateriaal, achterhaald worden wie aan de verboden activiteiten hebben meegedaan.1

Om te weten hoe groepsaansprakelijkheid werkt, dient men te kijken naar art. 6:166 BW. Het belang van dit artikel is dat causaliteit wordt geëcarteerd. Dit betekent dat een groepslid zich niet aan mede-aansprakelijkheid kan onttrekken bij een beroep op het ontbreken van een causaal verband tussen zijn gedraging en de door de groep aangebrachte schade.2 Hoe betrokken een groepslid dan ook daadwerkelijk is bij zo’n onrechtmatige gedraging die schade heeft veroorzaakt doet er niet toe, hoewel je dit misschien wel zou verwachten. Als jij de ruit niet hebt ingetrapt maar slechts een brilletje hebt gestolen dan zou je denken dat jij enkel aansprakelijk bent voor de schade wat betreft het brilletje, toch? De rechtvaardiging van individuele aansprakelijkheid zit ‘m in ieders bijdrage aan het in het leven roepen van de kans dat zodanige schade zou ontstaan. De term groepsaansprakelijkheid is dan wellicht niet helemaal het goede woord nu het niet de groep is die wordt aangesproken,

maar het individu die zich bewust is van de risico’s van het groepsoptreden.3 In de praktijk uit zich dit bijvoorbeeld als volgt. Bij de rellen van de afgelopen maanden kan iedereen die geïdentificeerd wordt hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de door de groep aangebrachte schade. Hoofdelijke aansprakelijkheid houdt in dat iemand aansprakelijk is voor de gehele schade die geleden is.4 Heel vervelend dus als je wordt gepakt als relschopper en je bent de enige die geïdentificeerd wordt. Dan is het niet alleen het brilletje dat jij moet vergoeden, maar ook de gebroken winkelruit. Natuurlijk tellen de omstandigheden mee, en kan het zo zijn dat de billijkheid vordert dat er een andere verdeling plaats moet vinden. Zonder uitzonderingen zou rechtvaardigheid ver te zoeken zijn.

Wat ook recentelijk vaak het nieuws haalt zijn de incidenten waar verschillende studentenverenigingen bij betrokken zijn geweest. Zou je de misdragingen van leden dan ook als groepsgedraging kunnen zien waarbij ze zich bewust zijn van de risico’s? Het feit dat studenten bij een vereniging lid zijn maakt nog niet dat er een groepsgedraging voortvloeit uit hoofde van die hoedanigheid. De vereniging kan dan ook niet aansprakelijk worden gehouden op deze manier. Wel zou de vereniging aansprakelijk gesteld kunnen worden op grond van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Als we kijken naar het bussenincident in Groningen bestaat er een grote kans dat de eigen verantwoordelijkheid van de leden ervoor zorgt dat het niet aan de vereniging kan worden toegerekend. Dit is vanwege de onvoorzienbaarheid van de onrechtmatige gedraging.5 Wel kunnen de individuele studenten in dit voorbeeld worden aangesproken op dezelfde manier als bij de relschoppers. De vereniging blijft dan geheel buiten bespreking, maar ze worden individueel aangesproken op grond van groepsaansprakelijkheid via art. 6:166 BW waarbij de redelijkheid en billijkheid een grote rol spelen (lid 2).

Om een lang verhaal kort te maken heeft groepsaansprakelijkheid wel degelijk zin bij het verhalen van geleden schade. Het is namelijk enorm lastig om ieder groepslid los van elkaar aan te spreken voor de schade die zij specifiek hebben aangericht. Voor benadeelden van groepsmisdragingen is art. 6:166 BW dan ook de kortste klap om al hun schade vergoed te krijgen.

Door: Suzanne Ballast

Voetnoten

1 ‘Ruim 70 personen veroordeeld voor rellen Museumplein’ om.nl, 20 april 2021.

2 ‘R. de Graaff, ‘Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid voor gedragingen in groepsverband’, in: C.J.J.M. Stolker (red.), Groene Serie Onrechtmatige daad, Deventer: Kluwer (online).

3 R.J.B. Boonekamp, ‘art. 6:166 BW, aant. 2’, in: C.J.J.M. Stolker (red.), Groene Serie Onrechtmatige daad, Deventer: Kluwer (online).

4 M. Hermans, ‘Hoofdelijke en groepsaansprakelijkheid’ dp-advocaten.nl, 8 februari 2021.

5 HR 23 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6219, m.nt. J.B.M. Vranken (Io Vivat,De Groot/Io Vivat).

JFV Groningen